Zoals hiervoor gemeld, was het archief van het ambachtsbestuur in 1924 geïnventariseerd door G. van Es. Dit bleek met kennis van zaken gedaan te zijn. De kwaliteit van sommige stukken moet sindsdien flink achteruit gegaan zijn, want soms heeft Van Es een datum of naam kunnen lezen die nu niet meer te ontcijferen is.
In de loop der jaren blijkt nogal gerommeld te zijn met de verpakking van het archief. Op twee delen bleken de nummers verwisseld en meerdere malen werd een gedeelte van een inventarisnummer in de verkeerde omslag aangetroffen. Ook werden hier en daar ongenummerde stukken aangetroffen, of stukken met een + nummer, die niet in de inventaris vermeld stonden en kennelijk later lukraak waren toegevoegd. De nummering was ook niet altijd even praktisch want soms besloeg één nummer meerdere dozen. Ook was voor de plaatsing gedeeltelijk het systeem gebruikt om eerst alle registers te bergen en daarna de losse stukken, die in de inventaris van een L voor het nummer waren voorzien. Halverwege bleek men echter van deze bergingswijze afgestapt te zijn; de losse stukken na L38 werden tussen de delen aangetroffen.
Deze gebrekkige nummering en het feit dat de oude inventaris voor de moderne gebruiker niet meer voldeed - zo waren van de resolutieboeken slechts het beginjaar van het eerste deel en het eindjaar van het laatste deel vermeld zonder verdere aanduiding van welke jaren in welk nummer te vinden zijn - was aanleiding voor de herinventarisatie van dit archiefonderdeel.
Bij de herinventarisatie zijn de oude nummers 87-100, die stukken bevatten van Berkenrode, niet opgenomen. Deze zullen worden meegenomen bij de inventarisatie van het archief van het ambachts- en gemeentebestuur van Berkenrode.
Ook niet opgenomen zijn de stukken die behoren tot het oud-rechterlijk- en weeskamerarchief, en het gaarderarchief met de registers van de collaterale successie, waarvan al inventarissen beschikbaar zijn.

In het archief bleken zich veel stukken te bevinden die thuishoren in het archief van het Armbestuur. Deze stukken zijn daarom gevoegd bij het archief van het Armbestuur, dat nog niet geïnventariseerd is.
Er werden twee stukken aangetroffen die in het archief van het ambacht Bennebroek thuishoren. Deze stukken, een registertje van ondertrouwinschrijvingen door schepenen over de periode 1774-1784 en repertoires van de uitgave van akten van 1819-1838, zullen bij het archief van het ambacht Bennebroek gevoegd worden.
Ook werden stukken aangetroffen over bezittingen van de heren van Heemstede. In de inventaris van het heerlijkheidsarchief zal een verwijzing naar deze stukken worden opgenomen.
Verschillende stukken, onder andere de schepenresoluties vanaf 29 november1795, waren bij de inventarisatie van 1924 bij het archief van de secretarie (1813-1906) gevoegd. Deze zijn nu weer in het archief van het ambachtsbestuur teruggeplaatst.
Het archief vertoont geen duidelijke cesuur rond 1813, de meeste series lopen gewoon door. Toch is voor 1813 gekozen, omdat dit jaartal ook is toegepast voor de archieven van de andere gemeenten die zich in het Noord-Hollands Archief bevinden. Een uitzondering is echter gemaakt voor de burgerlijke standregisters; hoewel beginnend in 1811/1812 zijn deze series geboorte-, huwelijks- en overlijdensregisters geheel bij het archief van het gemeentebestuur ondergebracht.
Het archief van het gemeentebestuur tot en met 1919 was grotendeels ongeïnventariseerd. Het bestond uit series (o.a. raadsnotulen, Secretarie serie 'Rode Nummers' en serie 1907-1919), het 'Oud-Archief A' en dozen met allerlei losse stukken. Alleen van het 'Oud-Archief A' (1809-1906) was een plaatsingslijst aanwezig, door mij in 2002 gemaakt.

Zowel de kadastrale leggers als de bestemmingsplannen zijn op de secretarie vanaf het begin behandeld als aparte archiefonderdelen. De bewerkers van de archiefblokken 1920-1929 en 1930-1990 hebben ze om die reden dan ook niet opgenomen in hun inventarissen. Daarom is er ook in deze inventaris voor gekozen om ze niet op te nemen. Voor de bestemmingsplannen kan men ook nog het argument aandragen, dat de weinige plannen die binnen de periode van dit archief vallen zo met de latere verweven zijn, dat verwijdering daarvan een aantasting van de structuur van het archief zou betekenen. Bovendien zijn zowel op de kadastrale leggers als de bestemmingsplannen aparte toegangen aanwezig.
Bij de series werden de notulen van de besloten vergaderingen van de gemeenteraad aangetroffen over de periode 1890-1974. Hiervan heb ik de registers opgenomen die lopen over de jaren van dit archiefonderdeel. De rest zal in de betreffende inventarissen worden ingevoegd.
Een andere serie waarvan de relevante stukken niet in de inventarissen van de latere tijdvakken waren opgenomen zijn de militieregisters. Om pragmatische redenen, het afwijkende formaat en daarmee samenhangende aparte berging, is gekozen om de gehele serie in deze inventaris op te nemen.
Bij het archief werden vier dozen aangetroffen met stukken betreffende het in 1927 door Haarlem geannexeerde grondgebied. Dit betreft het noordelijk deel van de gemeente, van de Meester Lottelaan tot aan de Crayenestersingel. Deze stukken waren apart gezet. Hoewel deels betrekking hebbend op de periode 1920-1927, is besloten om ze hier in hun geheel op te nemen.
De serie bouwtekeningen bevindt zich op het raadhuis. De bouwtekeningen van panden in het door Haarlem geannexeerde gebied bevinden zich bij de afdeling bouwtoezicht van de gemeente Haarlem.