Menu

Uw zoekacties: Deursen, dr. A. van

902 Deursen, dr. A. van

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding bij de inventaris van het archief
Arie van Deursen werd op 2 maart 1891 geboren in de gemeente Charlois (thans Rotterdam) als zoon van Pieter van Deursen, tuinder van beroep, en Neeltje de Waard. Hij was de oudste van tien kinderen en de enige zoon. Arie van Deursen bezocht de christelijke lagere school aan de Hoveniersstraat in Rotterdam, en werd in 1909 aan diezelfde school als onderwijzer aangesteld.
In 1917 behaalde hij de akte MO aardrijkskunde, waarna hij in 1918 eerst een half jaar werkzaam was als leraar aan de Rijks-HBS te Sneek en vervolgens vanaf september in Groningen aan de Christelijke HBS en aan het Willem Lodewijk Gymnasium. In augustus 1918 trouwde hij met Trijntje Smilde uit Rotterdam. Uit dat huwelijk werden twee zonen en drie dochters geboren.
In Groningen begon Van Deursen eerst met de studie voor de middelbare akte geschiedenis, maar in 1922 kreeg hij toestemming over te schakelen op de universitaire studie aardrijkskunde aan de Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam. Ondanks een volledige leraarsbaan slaagde hij reeds in datzelfde jaar voor het kandidaatsexamen en in 1926 voor het doctoraal examen. Een reis naar het toenmalige Nederlands-Indië op uitnodiging van de Vereeniging Jan Pietersz. Coen zorgde in 1928 voor een korte onderbreking. Vervolgens promoveerde hij in 1931 bij S.R. Steinmetz op een proefschrift getiteld: Der Heilbringer. Eine ethnologsiche Studie über den Helbringer bei den nord-amerkanischen Indianern.
Van Deursen was al vroeg gaan publiceren. In 1916 verschenen de eerste artikelen in De Ster der Christelijke Weekbladen. Daarop zijn vele andere gevolgd, in allerlei kranten, tijdschriften en weekbladen. De eerste schoolboeken, gewoonlijk geschreven in samenwerking met anderen, verschenen in de jaren twintig. Ze waren deels van algemene aard, deels in het bijzonder bestemd voor het onderwijs in de bijbelse aardrijkskunde en de bijbelse archeologie. Die belangstelling voor het oude Israël zou in zijn publicaties een steeds bredere plaats innemen en haar neerslag krijgen in een lange serie boeken, bestemd voor het christelijke publiek: Door 't beloofde land, Bijbels beeldwoordenboek, Palestina het land van de bijbel, Jeruzalem is welgebouwd en andere. Zelf beschouwde hij De achtergrond der psalmen als zijn beste werk.
In 1924 werd Van Deursen voorzitter van de twee jaar eerder opgerichte Nederlandsche Christelijke Reisvereeniging, een functie die hij zou blijven vervullen tot zijn overlijden. Vrijwel ieder jaar trad hij op als reisleider, aanvankelijk vooral naar Zwitserland, in 1933 naar Rome - de eerste van negen Romereizen - en in 1935 naar Palestina. Vanaf de jaren vijftig leidde hij vrijwel uitsluitend reizen naar Palestina en Israël, soms ook tweemaal per jaar. Als reisleider belichtte hij dan vooral de bijbelse achtergrond.
In zijn persoonlijk leven zijn twee gebeurtenissen zeer belangrijk geweest. De eerste was een tijdelijke gevangenschap gedurende de laatste oorlogswinter, de tweede het overlijden van zijn oudste zoon Pieter in 1948, omgekomen als dienstplichtig officier van gezondheid bij een vliegtuigongeluk op Java.
In de gereformeerde kerken heeft Van Deursen enkele malen het ambt van ouderling bekleed. Hij was dat ook tijdens de crisis van 1944, die hem sterk heeft aangegrepen. Hij koos eerst voor de vrijmaking, maar sloot zich in 1951 aan bij de gereformeerde kerken (synodaal). Hij heeft die kerken nog in diverse functies gediend: als studentenouderling, als curator van de Johannes Calvijn Academie en als deputaat voor de geestelijke verzorging van Nederlanders in het buitenland.
Van Deursen had altijd beschikt over een grote werkkracht, maar daar kwam een einde aan, toen hij in oktober 1961 werd getroffen door een herseninfarct met afasie als gevolg. Stukken geschreven in zijn laatste levensjaar vertonen daarvan de sporen. Zijn overlijden kwam op 29 januari 1963.
Inleiding bij de plaatsingslijst van de aanvulling op het archief
Het archief van de etnoloog en historisch geograaf van het Bijbels Land A. van Deursen werd in 2005 door zijn zoon, de historicus A.Th. van Deursen, bij het Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme te Amsterdam (Vrije Universiteit) ondergebracht. In een begeleidende archiefinventaris had A.Th. van Deursen het archief in 98 nummers beschreven.
Nadere informatie over A. van Deursen vindt men in de inleiding van die inventaris. (Zie ook de nummers 105 en 140 van deze plaatsingslijst).
Op verzoek van A.Th. van Deursen, nog bij leven geuit, is het archief van zijn vader in 2015 van het Documentatiecentrum te Amsterdam naar het Noord-Hollands Archief te Haarlem overgebracht. In 2017 werd de in deze plaatsingslijst beschreven aanvulling toegevoegd. De aanvulling betreft stukken die tot dan toe nog bij de familie in Katwijk berustten.
E.R. van Deursen-Junkers heeft de aanvulling oorspronkelijk in 40 nummers beschreven, genummerd van 1 tot en met 40. Om praktische redenen zijn de stukken bij het Noord-Hollands Archief omgenummerd van 101 tot en met 140 en werd nummer 141 toegevoegd. (De tussen de beide archiefdelen 'ontbrekende' nummers 99 en 100 zijn dus niet toegekend.)
A.Th. van Deursen werkte nog aan een biografie van zijn vader, toen hij in 2011 overleed. Voor de onvoltooid gebleven biografie had A.Th. van Deursen aantekeningen gemaakt, die zijn beschreven in pll.nr. 105.4. Op deze aantekeningen rust volgende openbaarheidsbeperking, betreffende in alle gevallen de bepalingen, dat ten eerste uit de studie-aantekeningen niets mag worden gepubliceerd en ten tweede de aantekeningen mogen worden ingezien na schriftelijke machtiging door de beheerder.
Behalve het archief van A. van Deursen is ook het archief van zijn zoon A.Th. van Deursen in het Noord-Hollands Archief opgenomen, zie toegangsnummer 912.
Plaatsingslijst van de aanvulling op het archief1905-1963 (2017)
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1905-1963
Omvang in meters:
1,60
Periode documenten:
1905-1963 (2017)
Openbaarheid:
gedeeltelijk openbaar
Opheffing openbaarheidsbeperking:
toestemming directeur
Raadpleegmogelijkheid:
Haarlem, Jansstraat, raadpleging mogelijk na transport
Gebruiksinformatie:
Toegang met inventaris, 1909-1963 (1977), inv.nrs. 1-98 en plaatsingslijst, 1905-1963 (2017), nrs. 101-143. Op nr. 105.4 rust volgende openbaarheidsbeperking, betreffende in alle gevallen de bepalingen, dat ten eerste uit de studie-aantekeningen niets mag worden gepubliceerd en ten tweede de aantekeningen mogen worden ingezien na schriftelijke machtiging door de directeur van het Noord-Hollands Archief. Nrs. 99-100 zijn loze nummers. Dr. A. van Deursen (1891-1963) was etnoloog en historisch geograaf van het Bijbels Land in de periode ca. 1909-1962. Behalve het archief van A. van Deursen is ook het archief van zijn zoon A.Th. van Deursen (1931-2011) in het Noord-Hollands Archief opgenomen, zie toegangsnummer 912.