Menu

Geschiedenis van de gemeente Heemstede

Opmerkelijk is dat Heemstede in de middeleeuwen geen eigen parochiekerk heeft gehad. In het dorp stond wel een kapel, maar in of rond deze kapel mocht niet worden begraven. Daarvoor waren de dorpelingen op Haarlem aangewezen. In 1573 werd de kapel verwoest tijdens het beleg van Haarlem. Pas in 1625 kregen de Heemstedenaren hun eigen kerk, uiteraard alleen bestemd voor de gereformeerde eredienst. De katholieken konden terecht in de huiskapel van het slot Berkenrode en de buitenplaats Koekoeksduin, waarvan de eigenaren de katholieke eredienst trouw waren gebleven. Later kreeg de katholieke geloofsgemeenschap een eigen kerkje aan de Herenweg. In 1817 werd het afgebroken en vervangen door een nieuw kerkje. In 1880 werd ook dit kerkje gesloopt. Ervoor in de plaats kwam de nu nog bestaande kerk op de hoek van de Kerklaan.

De blekerij

In 1514 werden de Heemstedenaren gevraagd informatie te verschaffen over de financiële en economische toestand van hun dorp. De schout Jacob Dirxzoon verklaarde toen onder ede dat Heemstede ongeveer 82 huizen telde en dat het merendeel van de inwoners een eenvoudig bestaan vond in de landbouw en het vervoeren van vracht met paard en wagen. Anderhalve eeuw later telde Heemstede 330 huisgezinnen. Deze stijging is grotendeels te verklaren door de spectaculaire opkomst van een nieuwe tak van nijverheid; de blekerij. Langs de gehele duinzoom, van Santpoort tot aan Heemstede, vestigden zich tientallen blekerijen, waar de linnen stoffen, het lijnwaad en de garens die in het naburige Haarlem waren geweven en gesponnen, gebleekt werden. Een tweede, nieuwe bron van inkomsten waren de talrijke buitenplaatsen van voornamelijk rijke Haarlemmers en Amsterdammers, die in de zeventiende en achttiende eeuw in Kennemerland een buitenplaats lieten bouwen om in de zomer, ver weg van de overvolle en stinkende steden, daar aangenaam te kunnen verpozen. In Heemstede en omgeving hebben zeker zo’n twintig van dergelijke lusthoven gestaan. In de zomermaanden boden de buitenplaatsen aan de lokale bevolking veel werk.

Bennebroek

In 1653 werd na het overlijden van de ambachtsheer Adriaan Pauw, raadspensionaris van Holland, Bennebroek tot aparte ambachtsheerlijkheid verheven en nagelaten aan zijn zoon Adriaan, terwijl diens broer Gerard Pauw de bestuurs- en rechterlijke macht over Heemstede kreeg. In 1811 werd Bennebroek weer bij Heemstede gevoegd. Het dorp telde toen bijna 400 inwoners, van wie het merendeel rooms-katholiek. Vijf jaar later herkreeg Bennebroek zijn zelfstandigheid. In 2009 werd de gemeente bij Bloemendaal gevoegd.

Bloembollen

In tweede helft van de negentiende eeuw kwam in Heemstede en Bennebroek de bloembollencultuur sterk op. Een van de grootste bedrijven was de firma Rosenkrantz aan de Wagenweg. In het jaarverslag van de gemeente over 1920 wordt zelfs gezegd dat de bollenteelt de belangrijkste vorm van bedrijvigheid in Heemstede was. De gemeente had toen een oppervlakte van 1157 hectare, waarvan 205 in gebruik was als bloembollengrond. In 1925 werd in het wandelbos Groenendaal de eerste internationale Floratentoonstelling gehouden om de bloembollenhandel, die tijdens de Eerste Wereldoorlog zware klappen had gekregen, te promoten. Nog grootser was de Floratentoonstelling van 1935. De expositie trok maar liefst 750.000 bezoekers, onder wie koningin Wilhelmina, koningin Astrid van België en ex-keizer Wilhelm II van Duitsland. Als gevolg van de annexatie van een deel van Heemstede door Haarlem in 1927 en vooral de explosieve stijging van het inwonertal (van 3780 in 1900 tot ruim 26.000 in 1960), nam het bollenareaal echter sterk af. In 1940 was van de 205 hectare bloembollengrond nog maar 111 hectare over.

Uitstekende verbindingen

De snelle groei van Heemstede in de twintigste eeuw is voor een belangrijk deel te verklaren door de uitstekende verkeersverbindingen met Amsterdam, Haarlem en Leiden. In 1657 al werd Heemstede met deze drie steden verbonden door het doortrekken van de trekvaart Amsterdam-Haarlem naar Leiden. In 1842 werd de spoorlijn Amsterdam-Haarlem verlengd naar Leiden met stations in Heemstede en Vogelenzang. In 1881 konden de Heemstedenaren met de stoomtram naar Haarlem en kort daarna naar Leiden. In 1948 werd de (inmiddels elektrische) tram opgeheven en vervangen door de autobus. Dankzij deze goede verbindingen ontwikkelde Heemstede zich tot een typische forensengemeente. Tegenwoordig telt de gemeente Heemstede ongeveer 26.500 inwoners.

Canon van Heemstede en Bennebroek

De Historische Vereniging Heemstede-Bennebroek heeft een canon samengesteld met 21 thema's uit de geschiedenis van Heemstede en Bennebroek.