Menu

Memories van successie

Om enig idee te krijgen van de vermogenspositie van uw voorouders kunt u onderzoek doen in de memories van successie. Sinds het begin van de negentiende eeuw moet in Nederland belasting betaald worden over een erfenis. Deze belasting heet successierecht. Om te bepalen hoeveel er door de erfgenamen moet worden betaald aan successiebelasting, wordt er na iemands overlijden een memorie van successie opgemaakt. Daarin wordt beschreven waaruit de erfenis bestaat, wat de waarde ervan is en wie de erfgenamen zijn.

Wat staat er in een memorie van successie?

De memorie vermeldt in ieder geval de namen van de erfgenamen en degenen aan wie iets is nagelaten, bijvoorbeeld in de vorm van een legaat of donatie. Daarbij wordt aangegeven wat de verwantschap tussen hen en de overledene is. Voor genealogen is dit een goede bron van informatie. Verwanten worden met naam, toenaam, beroep, functie en verblijfplaats genoemd. Ook blijkt uit iedere memorie of er een testament of huwelijkscontract was. Dat kan invloed hebben op de verdeling van de erfenis. Als er een testament of huwelijkscontract is, dan worden de data, de naam van de notaris die ze heeft opgemaakt en zijn vestigingsplaats vermeld. Memories van successie zijn dus een goed middel om dergelijke notariële akten te achterhalen. Een memorie bevat ook een opsomming van de nagelaten onroerende goederen. Aard, grootte en ligging van ieder goed wordt vermeld. Ook de waarde ervan wordt aangegeven (vóór 1878 alleen als er successierecht moest worden betaald). Als er successierecht moest worden betaald, is in de memorie ook de waarde van andere bezittingen opgesomd. Bijvoorbeeld de inboedel, handelswaren, contanten, banksaldi, erfpachten, grondrenten, lijfrenten, effecten, belangen in andere ondernemingen en inkomsten als loon, pacht, huur en renten. Ook werd vermeld wat en van wie de overledene iets te vorderen had of aan wie hij nog schulden had en hoe groot die waren.

Onderzoek in de Noord-Hollandse memories van successie

De memories die in de periode 1806-1927 in de provincie Noord-Holland zijn opgemaakt, worden bewaard bij het Noord-Hollands Archief. Over de gehele periode zijn de archiefstukken gescand en online in te zien: voor de periode 1806-1817 via toegang 177; voor de periode 1818-1927 via toegang 178.

Om onderzoek te doen in de memories van successie is het noodzakelijk te weten in welke gemeente iemand is overleden, en onder welk successiekantoor deze gemeente viel. In de toegangen 177 (voor de periode 1806-1817) vindt u een lijst van gemeenten met verwijzing naar het kantoor waar de betreffende gemeente onder valt. Voor de periode 1818-1927 kunt u deze lijst ook digitaal bekijken.

Periode 1806-1816 (1817)

Deze periode kan worden verdeeld in drie perioden: 1806-1811, 1812-1813 en 1814-1816.

In 1806-1811 werd de belasting per gemeente geheven. Voor de periode 1812-1813 zijn geen archiefstukken bewaard gebleven. In 1814-1816 zijn de gemeenten geordend volgens successiekantoor. In het jaar 1817 is geen successiebelasting geheven, archiefstukken uit dat jaar hebben betrekking op de afhandeling van eerder gestarte zaken. Overigens werd in deze periode alleen belasting geheven als iemand zonder nakomelingen overleed. Liet iemand (klein)kinderen na, dan is over het algemeen niets te vinden.

Alle Memories van Successie en andere stukken uit de periode 1806-1816 zijn digitaal te raadplegen via het archievenoverzicht.

Periode 1818-1927

De inventaris voor de periode 1818-1902 vindt u in toegang 178. Helaas is niet van elke overledene een memorie van successie aanwezig. Over het algemeen werden de ‘negatieve’ memories (de sterfgevallen waar geen belasting werd geheven) vernietigd. Uitzondering daarop zijn de memories die een opgave van onroerend goed bevatten. Tot 1878 werd alleen belasting geheven als iemand zonder nakomelingen overleed. Liet iemand (klein)kinderen na, dan is er alleen iets te vinden als die persoon onroerende goederen naliet.

De memories van het kantoor Amsterdam 1864-oktober 1881, van kantoor Medemblik 1842-1885 en het kantoor Nieuwer-Amstel 1818-1869 zijn door brand verloren gegaan. Van kantoor Texel zijn vóór 1840 geen memories bewaard gebleven.
Vóór 1856 zijn er geen alfabetische overzichten en moet u dus ‘op de bonnefooi’ zoeken. Over het algemeen zijn de memories geordend op overlijdensdatum, maar soms (bijvoorbeeld kantoor Enkhuizen) op datum van binnenkomst. Andere kantoren hebben alle memories per gemeente bij elkaar gevoegd, waarbinnen dan weer op overlijdensdatum werd geordend. Per periode en per kantoor is dat een kwestie van controleren.

Na 1856 zijn er alfabetische overzichten gemaakt: de Tafels V-bis. Dit is een overzicht van alle sterfgevallen binnen het grondgebied van een successiekantoor op min of meer alfabetische volgorde. Als u de betreffende persoon gevonden hebt, kijk dan in de eerste kolom van de tweede pagina. Als daar geen geldbedrag vermeld staat, dan is er geen memorie bewaard en hoeft u niet verder te zoeken. Staat daar wel een geldbedrag vermeld, noteer dan het nummer dat voor de naam van de persoon staat. Zoek vervolgens met behulp van dit nummer de memorie van successie. De tafels V-bis van het kantoor Amsterdam beginnen pas in 1882; die van het kantoor Medemblik in 1886. Van het kantoor Enkhuizen zijn geen tafels V-bis bewaard gebleven.

Daarnaast is van een aantal kantoren de Tafel VI bewaard. Hierin kunt u op min of meer alfabetische volgorde nazien of iemand een testament heeft gemaakt, en zo ja op welke datum en voor welke notaris. Deze series lopen tot 1928, daarna kunt u informatie opvragen bij het Centraal Testamentenregister of het Nationaal Archief in Den Haag.

Alle Memories van Successie, de Tafels V-bis en Tafels VI uit de periode 1818-1927 zijn digitaal te raadplegen via het archievenoverzicht.

Indexen

In het archievenoverzicht vindt u de namen van de overledenen binnen het successiekantoor Haarlem over de periode 1880-1902 waarvan een aangifte voor de successiebelasting bewaard is gebleven.

In de studiezaal van de locatie Jansstraat is een (papieren) index beschikbaar op de memories van successie van het kantoor Alkmaar over de periode 1845-1902 en voor kantoor Hilversum over de periode 1889-1902.