Menu

Uw zoekacties: Voormalige Armbesturen en het Plaatselijk Crisiscomité te Ha...

1023 Voormalige Armbesturen en het Plaatselijk Crisiscomité te Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. De armenzorg vóór de negentiende eeuw
2. De Armenwet van 1854
1023 Voormalige Armbesturen en het Plaatselijk Crisiscomité te Haarlemmerliede en Spaarnwoude
Inleiding
2.
De Armenwet van 1854
De grondwet van 1848 bepaalde dat er een wettelijke regeling van de armenzorg zou moeten komen. In 1851 kwam Thorbecke als minister van Binnenlandse Zaken met een ontwerp-armenwet, dat een '.... rationele armenzorg onder de volledige verantwoordelijkheid van de overheid ...' beloofde. Uit de memorie van toelichting bij dit wetsontwerp bleek, dat Thorbecke op den duur 'de geheele armenzorg als een publieke dienst 'wenste te zien. *  Het zou nog een eeuw duren voor het zover was.
Het wetsontwerp riep een storm van verontwaardiging op, met name van kerkelijke zijde. Een benadering als die van Thorbecke ging in tegen de godsdienstige of charitatieve benadering van de armenzorg; in kerkelijke kringen werd armoede gezien als een ethisch vraagstuk. In 1853 probeerde Thorbecke het opnieuw maar tevergeefs. In 1854 kwam onder een nieuwe regering, het kabinet Van Hall, de eerste Armenwet tot stand. Deze Armenwet had als uitgangspunt dat de ondersteuning van armen de taak van particulieren, zoals kerkelijke instellingen, was. De overheid mocht pas steun verlenen bij volstrekte onvermijdelijkheid.
Sedert 1858 voerde het Algemeen Burgerlijk Armbestuur in Haarlemmerliede en Spaarnwoude de Armenwet uit. Dit armbestuur bestond uit de burgemeester en zes armbestuurders, die door de gemeenteraad werden gekozen. De zes bestuurders moesten de drie gedeelten van de gemeente, te weten Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Houtrijk en Polanen, en Zuid-Schalkwijk c.a. vertegenwoordigen. In 1880, na de drooglegging van het IJ, werd het armbestuur met twee leden uit de Houtrakpolder uitgebreid.
De inkomsten van het armbestuur bestonden uit subsidies van gemeentewege en opbrengsten uit eigen bezittingen (land, huizen en effecten). Het raadhuis aan de Liede was tot 1905 in het bezit van het Burgerlijk Armbestuur. *  Grote opbrengsten leverde in Haarlemmerliede c.a. de zogenaamde 'stierenhouderij' op. Het armbestuur had enige 'bullen' of stieren in bezit, de veeboeren in de gemeente konden hun koeien tegen betaling door de 'armenstier' laten dekken. Met de financiële opbrengst vulde men de armenkas aan. *  Ook collecten met de zogenaamde bossen, liefdegiften en legaten zorgden voor een regelmatige aanvulling van de armenkas.
3. Van Armenwet tot Bijstandswet
4. Het legaat Broekhuijsen
5. Het Plaatselijk Crisis-Comité
6. Het archief
7. Bijlagen
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1649-1965
Omvang in meters:
6,80
Periode documenten:
1649-1965 (1990)
Openbaarheid:
gedeeltelijk openbaar
Opheffing openbaarheidsbeperking:
toestemming gemeentearchivaris
Raadpleegmogelijkheid:
Gebruiksinformatie:
Inventaris inv.nrs. 1-346. Lijsten van armmeesters te Haarlemmerliede en Noord-Schalkwijk, ca. 1677-1814, armmeesters te Spaarnwoude, ca. 1767-1854, armmeesters te Zuid-Schalkwijk c.a., 1792-1863, leden, voorzitters en secretarissen-penningmeesters van het Algemeen Burgerlijk Armbestuur/de Burgerlijke Instelling van Maatschappelijke Zorg te Haarlemmerliede en Spaarnwoude, 1864-1967, en leden van het Plaatselijk Crisiscomité te Haarlemmerliede en Spaarnwoude, ca. 1932, in de inventaris paragrafen 7.1-7.7. Index op persoonsnamen in de gehele inventaris in de inventaris paragraaf 7.8. Stukken jonger dan 75 jaar zijn niet openbaar. Bij de volgende inv.nrs. zijn beperkende bepalingen ten aanzien van de openbaarheid gesteld. Inv.nr. 214 openbaar vanaf 2025, inv.nrs. 215, 271 vanaf 2026, inv.nrs. 120, 216, 254 vanaf 2027, inv.nrs. 101, 232b, 237, 257 vanaf 2028, inv.nrs. 104, 218, 240, 279, 326 vanaf 2029, inv.nr. 219 vanaf 2030, inv.nrs. 78, 128, 136, 220, 309 vanaf 2031, inv.nrs. 221, 244, 328 vanaf 2032, inv.nrs. 222, 256, 327 vanaf 2033, inv.nrs. 79, 105, 144, 223, 235, 255 vanaf 2034, inv.nr. 224 vanaf 2035, inv.nrs. 80, 112-113, 119, 225, 322a, 324 vanaf 2036, inv.nrs. 110, 114, 226, 258, 317 vanaf 2037, inv.nrs. 227, 259, 281, 308, 315 vanaf 2038, inv.nrs. 81, 107, 228, 233, 238, 325 vanaf 2039, inv.nrs. 122, 129, 229, 239, 307 vanaf 2040, inv.nrs. 109, 111, 145, 230, 241, 260, 313, 284-290 vanaf 2041, inv.nrs. 102, 137, 280, 282c vanaf 2042, inv.nrs. 234, 246, 282 vanaf 2043, inv.nr. 106 vanaf 2044, inv.nr. 277 vanaf 2045, inv.nr. 115 vanaf 2047 en inv.nr. 335 vanaf 2066.
Gemeente:
Haarlemmerliede en Spaarnwoude