Menu

Uw zoekacties: Nederlandse Zeevisgroothandel Vereniging te IJmuiden

1531 Nederlandse Zeevisgroothandel Vereniging te IJmuiden

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Na de opening van het Noordzeekanaal in 1876 en de daardoor ontstane zeehaven was IJmuiden als vissersplaats sterk in opkomst. Dat ging niet zonder slag of stoot. Door onderlinge rivaliteit ontstonden verschillende particuliere visafslagen. De vele schepen die in IJmuiden hun toevlucht zochten bij slecht weer of om hun lading te lossen, vormden tenslotte een grote belemmering voor de overige scheepvaart. De aanleg van de Vissershaven waarmee in 1890 begonnen was, zorgde in 1896 voor een hele verbetering. Ook werd het Staatsvissershavenbedrijf gesticht. Na een lange onderlinge strijd tussen particuliere en de door het Rijk gestichte visafslag werd tenslotte de overwinning behaald door de laatstgenoemde omdat het Rijk een besluit uitvaardigde, dat alle aangevoerde vis moest worden verhandeld via de Rijksvisafslag. Om de krachten te bundelen tegen, wat als monopoliepositie van het Rijk werd gezien, werd in 1908 de IJmuider Vishandelvereniging (IJVV) gesticht. Er bleken gegronde redenen te bestaan om tot oprichting van de vereniging over te gaan. Voor de handelaren waren er dikwijls onbevredigende afwikkelingen van de inkoopreclames, welke, indien ze volgens de voorzitter op gepaste wijze onder de aandacht van de autoriteiten zouden worden gebracht, ongetwijfeld spoedig tot het verleden zouden behoren. Ook was een heet hangijzer het voornemen van het rijk om te gaan tornen aan de toen geldende koopmanskorting van 3%. Men wilde deze met 1% verminderen. De oprichting van de vereniging en ook het besluit van de kooplieden om zich enige dagen van de aankoop van vis te onthouden, hebben niet kunnen verhinderen, dat de koopmanskorting ingaande 1 mei 1908 werd verlaagd van 3 naar 2%.
Een andere belangrijke taak was het oprichten van de NV Expeditie voor de IJmuider Vishandelvereniging, die als aanspreekpunt diende bij de spoorwegen, waarmee contracten waren gesloten voor het vervoer van vis en visproducten naar binnen- en buitenland. Gedurende een reeks van jaren slaagde men er in een groupageregeling in het leven te houden, die aan elke handelaar of elk verenigingslid de gelegenheid bood, om ook kleinere partijen samen met die van collega's in een groupagewagon te verzenden. In het 'Visstation' werden deze partijen verzameld en in de gereedstaande wagons geladen. Indien de handelaren konden bewijzen dat ze tijdens een bepaalde periode al hun vis per spoor hadden vervoerd, werd door de spoorwegen op de totale verzonden hoeveelheid achteraf een reductie verleend. Door de inschakeling van deze organisatie werd ook voorkomen, dat de handelaren inzicht kregen in de verkoopprijzen die door hun collega's gehanteerd werden. Dit systeem heeft stand gehouden tot het eind van de jaren dertig, toen steeds meer handelaren over eigen vrachtauto's gingen beschikken. Ook heeft men een aantal jaren beschikt over een eigen binnenvaartschip. Voor verzendingen naar Londen maakte men gebruik van veerdiensten in Rotterdam en Hoek van Holland. Toen men op de laatste route gebruik ging maken van de 'roll on-roll off'-schepen bleek, dat via het luchtverversingssysteem de geuren van het vrachtdek ook in de passagiersruimten waarneembaar waren. Na talloze proefnemingen met luchtdichte verpakkingen moest de bediening van de Engelse markt tenslotte worden opgeheven.
Het ontstaan van een actieve vakbeweging aan het begin van de 20e eeuw zorgde voor onrust. Al spoedig ontstonden arbeidsconflicten. Zo was er in 1911 en 1912 een staking omdat de opvarenden van de vissersschepen weigerden langer zelf voor hun voeding aan boord te moeten zorgen, wat door de reders tot dusver steeds was geweigerd. Uiteindelijk moesten de laatsten toegeven. Dit soort acties had uiteraard grote invloed op de gang van zaken in het vishandelbedrijf.
De Eerste Wereldoorlog gaf heel andere problemen. Enerzijds kwamen bijna 900 vissers op zee om het leven door het oorlogsgevaar van beschietingen en mijnontploffingen, anderzijds werd de handel beperkt door het optreden van de strijdende partijen Groot-Brittannië en Duitsland. Door de schaarste werden de prijzen echter wel opgejaagd vooral gedurende de jaren 1915 en 1916. De eerste jaren na de oorlog viel de export naar Duitsland bijna volkomen weg. Door de zwakke valuta was het nauwelijks meer mogelijk om zaken te doen. Bovendien kwamen Duitse trawlers in IJmuiden hun lading lossen, waar men een veelvoud ontving van de opbrengsten die in Duitse havens behaald konden worden. Dit werd door de vishandelaren met lede ogen aangezien, omdat het grotere aanbod van vis uiteraard invloed had op de prijzen. In 1925 was het aantal leden gegroeid van 95 naar 225. Bijna de helft van de aangevoerde vis bleef toen in Nederland.
De crisisjaren werden gekenmerkt door importrestricties, hogere invoerrechten in de omliggende landen, langdurige stakingen en lagere opbrengsten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren veel vissersschepen naar Engeland uitgeweken en van de schepen, welke in Nederland bleven, werd een groot deel gevorderd als hulpvaartuig ten behoeve van de Duitse zeemacht. Slechts enkele schepen - met een Duitse 'Vertrauensmann' aan boord - mochten 's avonds en 's nachts de kustvisserij uitoefenen. Dat had grote gevolgen voor de vishandel, waarvan de Joodse leden al snel hun bedrijf moesten opgeven. De aanvoer viel bijna in zijn geheel weg. Men trachtte hierin te voorzien door vis uit Denemarken naar IJmuiden te laten komen, maar door het gebrek aan brandstoffen en autobanden werd het wegvervoer bijna onmogelijk. De IJmuider Vishandelvereniging moest op last van de bezetter liquideren. Opgericht werd toen de Plaatselijke afdeling IJmuiden van de Vakgroep Groothandel in Vis. In 1944 mocht alleen nog vanuit Delfzijl de kustvisserij worden uitgeoefend, waaraan door enkele schepen uit IJmuiden werd deelgenomen. Een deel van de aangevoerde vis moest bovendien nog aan de Duitse Wehrmacht worden geleverd. Gedurende lange tijd was het vishalgebied verboden terrein voor de verenigingsleden en de telefoonaansluiting van het verenigingskantoor werd geruime tijd verbroken.
Na de bevrijding werd de eerste vis voor de Nederlandse markt aangevoerd in Hansweert en verder doorgevoerd. In IJmuiden werd de eerste trawler in juli 1945 verwelkomd. Grote hoeveelheden werden de eerste jaren aangevoerd. Teneinde de bevolking zo snel mogelijk van vis te voorzien werd mede door de regering een organisatie opgericht met de naam Verenigde Vishandelaren IJmuiden; VVIJ, die gezamenlijk de in- en verkoop van vis regelde. Vis werd als zeer belangrijk beschouwd voor de volksgezondheid. In 1952 werd de Plaatselijke Vakgroep Groothandel in Vis, afdeling IJmuiden, weer IJmuider Vishandelvereniging. Vanaf 1954 zette het verval van de IJmuider trawlervloot in, waardoor het werkterrein deels werd verlegd door in- en verkoop in andere aanvoerplaatsen. Door toename van het aantal leden buiten IJmuiden werd in datzelfde jaar de naam gewijzigd in: Nederlandse Zeevisgroothandel Vereniging. Bij de viering van het 40-jarig bestaan in 1958 bedroeg het aantal leden 140. Toen in 1962 het lossen van schepen op zaterdag werd beëindigd, verdween veel handel naar plaatsen als bijvoorbeeld Urk. Ook de quotering van de vangsten had grote gevolgen, mede door het verdwijnen van een groot aantal schepen. Ook het aantal groothandelaren verminderde zienderogen. In 2008 zouden er nog ca. 40 over zijn. De contacten met de overheid in Den Haag zouden steeds belangrijker geworden. De vereniging werd in steeds meer organisaties op velerlei gebied vertegenwoordigd.
De vereniging vierde in 1968 haar 60-jarig bestaan. Reeds in de jaren zestig werd gesproken over een andere organisatie van het Staatsvissershavenbedrijf. In 1989 zou het bedrijf tenslotte worden gesplitst en verder gaan als Hollandse Visveiling voor de in- en verkoop van vis en als Zeehaven IJmuiden, die de facilitaire diensten biedt.
Meer informatie over de Nederlandse Zeevisgroothandel Vereniging is te vinden in het boek "Stapelmarkt voor Vis Nederlandse Zeevisgroothandel Vereniging 1908 - 2008" van Dick Schaap en Margreet de Jonge, aanwezig in de bibliotheek van het Noord-Hollands Archief.
Inventaris
4. Aanvulling op de inventaris, 1931-1953
1531 Nederlandse Zeevisgroothandel Vereniging te IJmuiden
Inventaris
4.
Aanvulling op de inventaris, 1931-1953
NB:
Door de archiefvormer werd voor stukken betreffende dezelfde onderwerpen en betrekking hebbend op dezelfde periode, een scheiding aangebracht tussen stukken die als belangrijk werden geacht en stukken welke van secundair belang werden beschouwd. Deze aanvulling bevat de stukken van de laatste categorie. Onderlinge verwijzingen zijn aangebracht.
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1908-1986
Omvang in meters:
5,55
Periode documenten:
1908-1986 (1995)
Openbaarheid:
openbaar
Raadpleegmogelijkheid:
Gebruiksinformatie:
Inventaris inv.nrs. 1-239. Een gedeelte van het archief is niet geïnventariseerd.
Gemeente:
Velsen