Menu

Uw zoekacties: Oud-Katholiek Bisdom Haarlem

225 Oud-Katholiek Bisdom Haarlem

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Geschiedenis en organisatie * 
1.1. Algemeen
Als reactie op de geleidelijk ontstane misbruiken in de R.-K. kerk ontstonden er in de 16e eeuw hervormingsbewegingen, waarvan de belangrijkste onder leiding stonden van Maarten Luther en Johannes Calvijn.
De R.-K. kerk kwam als tegenreactie met een kerkelijke reorganisatie in 1559. Het bisdom Utrecht werd tot aartsbisdom verheven, terwijl er vijf nieuwe bisdommen kwamen: Groningen, Leeuwarden, Deventer, Haarlem en Middelburg. Ondanks deze reorganisatie en andere tegenmaatregelen, zoals de invoering van de Inquisitie, gelukte het Philips II niet het protestantisme, in het bijzonder het calvinisme, tegen te houden. Geleidelijk kreeg het calvinisme de overhand. De rollen waren nu omgedraaid; op hun beurt werden de katholieken in steeds heviger mate vervolgd. Vanaf 1580 werd het opdragen van de R.-K. missen in verscheidene gewesten, met als eerste in Utrecht, verboden.
Desondanks probeerde de katholieke kerk zich van de toegebrachte slagen te herstellen. Een belangrijke aanzet vormde in 1583 de benoeming door de Utrechtse kapittels van Sasbold Vosmeer tot vicaris-generaal van het aartsbisdom. In 1592 volgde zijn benoeming door de paus tot apostolisch vicaris, een benoeming, die het hem mogelijk maakte zelfstandig zonder ruggespraak met Rome beslissingen te nemen in situaties, waarin volgens het kerkelijk recht toestemming van de paus vereist was. Vosmeer had voortdurend te kampen met tegenwerking van geleidelijk ook in Nederland optredende Jezuïeten, sterk pausgezinde katholieke geestelijken. Ondanks verzet van deze Jezuïeten werd hij in 1602 toch door de paus tot aartsbisschop van Utrecht benoemd, echter onder de titel van aartsbisschop van Philippi. Hij werd gewijd op de titel van een vernietigd bisdom.
Hij werd bisschop in partibus infidelium, een instituut, dat ook in de middeleeuwen algemeen werd toegepast om de talrijke wijbisschoppen aan titels te helpen. Aan de wijding tot aartsbisschop van Philippi als zodanig waren geen jurisdictie of bestuursbevoegdheden verbonden; die ontleende hij aan zijn delegatie door de Heilige Stoel. *  Ook zijn opvolgers kregen zo'n Latijnse titel, waarschijnlijk mede om de protestantse overheden op een dwaalspoor te brengen. Hij overleed in ballingschap in Keulen in 1614. Zijn opvolgers waren Philippus Rovenius, 1614-1651, die strijd had te voeren tegen de Jezuïeten en tegen de burgerlijke overheid, hoewel de verdraagzaamheid jegens de katholieken in deze periode geleidelijk toenam, Jacobus de la Torre, 1651-1661, Johannes Baptiste van Neercassel, 1661-1686, en Petrus Codde, 1688-1710.
1.1.1. Het Utrechtse schisma
225 Oud-Katholiek Bisdom Haarlem
Inleiding
1. Geschiedenis en organisatie1
1.1. Algemeen
1.1.1.
Het Utrechtse schisma
Codde kwam in moeilijkheden, omdat hij weigerde het "Formulier van Alexander VII" te ondertekenen. In dat geschrift werden vijf stellingen veroordeeld, die volgens de roomsgezinden in de katholieke kerk waren ontleend aan het boek "Augustinus, of de leer van Augustinus over de gezondheid, ziekte en genezing van de menselijke natuur" van Cornelius Jansenius (1585-1638), bisschop van Yperen. In de ogen van de roomsgezinden waren die stellingen ketters. ledere geestelijke, die bij zijn wijding weigerde het "Formulier" te ondertekenen, werd beschouwd als Jansenist. De veroordeling van het genoemde, in 1640 verschenen boek, door paus Alexander VII in 1665 was ingegeven door de Jezuïeten. Een van hun doeleinden was het uitschakelen van het klooster Port-Royal in Frankrijk, waar het boek van Jansenius werd verdedigd.
Codde werd in 1702 buiten spel gezet door de benoeming tot apostolisch vicaris van Theodorus de Cock door de Jezuïetisch gezinde paus Clemens XI. De Staten van Holland verboden de katholieken de in hun ogen onrechtmatig benoemde De Cock te erkennen en verlangden van Rome de daar tegen zijn wil vastgehouden Codde te laten terugkeren op straffe van verbanning van de Jezuïeten en gevangenneming van De Cock. Codde mocht in 1703 Rome verlaten voor de terugreis. De kapittels van Utrecht en Haarlem bleven Codde trouw en weigerden De Cock te erkennen. Zo ontstond een scheuring (schisma) in de R-K. gemeenschap in de republiek. Veel geestelijken gingen achter de roomse partij staan, waaronder later ook het kapittel van Haarlem. Van de 300.000 katholieken met zo'n 340 geestelijken bleven er uiteindelijk maar enkele duizenden achter de partij van de aartsbisschop staan. Pastoorsvacatures werden zo spoedig mogelijk door pausgezinde geestelijken bezet, terwijl ook de Jezuïeten een krachtige greep op het volk hadden gekregen. Na de dood van Codde in 1710 was er geen bisschop meer om bijvoorbeeld wijdingen te verrichten.
Vanuit ongeveer eenzelfde achtergrond als waaruit de veroordeling van het boek "Augustinus" voortkwam, moet worden gezien de veroordeling van het boek "Reflexions morales sur le Nouveau Testament" van Pasquier Quesnel (1634-1719), verschenen in 1687. Over dat boek handelde de bul "Unigenitus" uit 1713. Het Jansenisme wordt daarin op de meest vernietigende manier gevonnist. De katholieke kerk in Frankrijk raakte in grote beroering. Een groot aantal bisschoppen en andere geestelijken, kloosters, theologische faculteiten en anderen weigerden de bul te accepteren. De Franse regering stelde zich echter achter de bul, die in 1730 zelfs tot wet werd verheven. Tegenstanders werden met de strengste middelen vervolgd en velen vluchtten naar Nederland en vestigden zich op Schonauwen en Rijswijk in de buurt van Utrecht. Quesnel was hen in 1704 al voorgegaan naar Amsterdam.
De Utrechtse kerk intussen had nog steeds geen opvolger voor Codde en moest steeds voor wijdingen de hulp van buitenlandse bisschoppen inroepen. De belangrijkste daarvan was Dominicus Maria Varlet, bisschop van Babylonie, een Franse geestelijke, die de bul niet had willen onderschrijven. Van 1720 tot aan zijn dood in 1742 woonde hij in Nederland.
1.1.2. Verkiezing van een aartsbisschop
1.1.3. De kerk in de verdrukking
1.1.4. Het Vaticaans Concilie en zijn gevolgen
1.1.5. Organisatie
1.2. Bisdom Haarlem
1.3. Bisschopskas, provisorskas en overige fondsen
1.4. Het Hollands college of seminarie "Pulcheria" te Leuven
2. Archiefvorming
3. Verantwoording van de inventarisatie
4. Richtlijnen voor het gebruik
5. Literatuur
6. Bijlage 1: lijst van (aarts)bisschoppen
7. Bijlage 2: lijst van vernietigde stukken
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1561-1967
Omvang in meters:
12,50
Periode documenten:
(1514) 1561-1967 (1981)
Openbaarheid:
gedeeltelijk openbaar
Opheffing openbaarheidsbeperking:
toestemming archiefvormer
Raadpleegmogelijkheid:
Haarlem, Jansstraat, raadpleging mogelijk na transport
Gebruiksinformatie:
Inventaris inv.nrs. 1-600. Bij de volgende inv.nrs. zijn beperkende bepalingen ten aanzien van de openbaarheid gesteld. Inv.nrs. 123, 262, 548 openbaar vanaf 2026, inv.nrs. 417, 423 vanaf 2028, inv.nr. 120 vanaf 2031, inv.nr. 76 vanaf 2032. Inv.nrs. 156, 295-296, 367-368, 398, 436, 560, 563-564, 566-567 zijn vanwege slechte materiële staat niet raadpleegbaar. Lijst van (aarts)bisschoppen, 1559-1967, in de inventaris.