Menu

Uw zoekacties: Familie Beels te Haarlem

3233 Familie Beels te Haarlem

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Herkomst en inventarisatie
2. Inhoud
3233 Familie Beels te Haarlem
Inleiding
2.
Inhoud
De papieren die samen het familiearchief Beels vormen zijn in twee hoofdgroepen te verdelen. De eerste groep is genealogisch van aard; de tweede groep bevat persoonlijke en zakelijke stukken. Beide zijn afkomstig van mr. Marten Adriaan Beels, heer van Heemstede (1790-1859) en betreffen hemzelf en zijn voorgeslacht.
De lust tot het verzamelen van gegevens over de familiegeschiedenis is waarschijnlijk afkomstig van de familie Van der Hagen. Ds. Johannes van der Hagen (1667-1739) stelde tussen 1711 en 1713 genealogieën op van 31 families, die in de kwartierstaten van hem en zijn vrouw Clare Elisabeth van Wassenaar (1677-1705) voorkwamen. Deze verzameling zou ik de eerste serie bestaande uit 6 deeltjes genealogieën en 1 deeltje indices willen noemen van het zogenaamde Album van der Hagen, dat berust in de collecties van het Centraal Bureau voor Genealogie te 's-Gravenhage en afkomstig is uit het legaat van Beresteijn. Ds. Petrus van der Hagen (1697-?) zoon van de voorgaande, zette de traditie voort en stelde een tweede serie genealogieën op van families waaruit zijn echtgenote Anna Catharina van Roijen (1701-1760) stamde. Deze serie bevat eveneens 6 deeltjes genealogieën en 1 deeltje indices doch wordt aangevuld met 1 deeltje familiewapens.
De derde serie uit het Album van der Hagen is vervaardigd door mr. Jan van Ghesel (1731-1770) wiens echtgenote was Jacoba Petronella Tiewele (1735-1783), een kleindochter respectievelijk nicht van de genoemde genealogen Van der Hagen. Van Ghesel kopiëerde in 1760 enkele geslachtsregisters van de eerste serie en voegde daaraan toe genealogieën van de families Tiewelen, Everaart en Van Middelem waaruit zijn vrouw van vaderszijde stamde. Tenslotte werd de serie door hem gecompleteerd met enkele genealogieën van aan het geslacht Van Ghesel verwante families. Deze serie beslaat 5 deeltjes zonder indices. Wellicht aangestoken door zijn zwager ds. Johannes van der Hagen begon ook Christiaan Tiewelen (1662-1734) getrouwd met Adriana Susanna van der Hagen (1667-1727) genealogische gegevens over zijn eigen familie te verzamelen en te systematiseren. De inventarisnummers 12-29 leggen daarvan getuigenis af.
De groep Van der Hagen die we in het archief Beels aantreffen, is door hem en gedeeltelijk door zijn zoon Jacob Tiewelen (1697-1761) die met zijn nicht Johanna Elisabeth van der Hagen (1699-1736) was gehuwd en die ook al genealogisch bezig is geweest, gekopiëerd van de door ds. Johannes van der Hagen in de eerste serie neergelegde gegevens. Uit het voorgaande zou ik de conclusie willen trekken dat er een nauwe relatie bestaat tussen het Album Van der Hagen enerzijds en de genealogische gegevens uit het archief Beels anderzijds. Voor de groep Van der Hagen zullen de originele gegevens gezocht moeten worden in het Album Van der Hagen, eerste serie terwijl voor de groep Tiewelen het archief Beels de bron zal zijn.
De tweede groep bevat de soort archivalia die men in elk familie-archief aantreft, zij het dat de personalia de realia verre overtreffen. De kern wordt gevormd door stukken afkomstig van leden van het geslacht Beels en hun echtgenotes. Opvallend talrijk is het aantal stukken gekomen van de familie Tiewelen. De historische en genealogische belangstelling van die familie zullen daarbij wel een belangrijke rol hebben gespeeld.
De archivalia die betrekking hebben op de in 1816 door mr. Marten Adriaan Beels van zijn voogd gekochte heerlijkheid Heemstede zijn door de familie gescheiden van het particuliere familiearchief en in 1910 geschonken aan de gemeente Heemstede. Van dit archief is in 1911 een inventaris verschenen van de hand van P.N. van Doorninck.
Speciale aandacht vraagt de groep archivalia afkomstig van mr. Gerrit Willem van Oosten de Bruijn. Aangezien mr. Leonard Beels en zijn echtgenote Johanna Jacoba van Oosten de Bruijn al in 1793 nog tijdens het leven van mr. Gerrit Willem van Oosten de Bruijn en diens echtgenote Maria Croon waren overleden, deelde hun enig kind Marten Adriaan Beels gelijk op met zijn tantes Geertruida Elisabeth en Maria Cornelia van Oosten de Bruijn in de erfenis van Oosten de Bruijn-Croon. Die papieren nu die betrekking hebben op hetgeen Marten Adriaan Beels van zijn grootouders erfde, zoals testamenten, boedelscheidingen en andere rechtstitels zijn in 1801 bij de boedelscheiding in het archief Beels terechtgekomen. Met name is dit het geval met papieren betreffende de familie Van Oosten en die betreffende de nalatenschap van mr. Anthonius Matthaeus.
Belangrijker dan de familiepapieren van Van Oosten de Bruijn zijn de handschriften die hij heeft nagelaten. Mr. Gerrit Willem van Oosten de Bruijn was één van die zeer rijke particulieren uit de achttiende eeuw die het zich konden permitteren hun aandacht en werk uitsluitend te richten op het particulier beoefenen van de wetenschap. Van Oosten de Bruijn heeft zich op allerlei wetenschappelijke terreinen bewogen maar het meest bekend en van belang is hij toch geweest als geschiedschrijver van de stad Haarlem.
Zijn zeer uitgebreide bibliotheek met daaraan toegevoegd "alle de schriften van den zelven, zaaken van studie en geleerdheid aangaande zo als ook de paketten brieven met geleerde lieden gewisseld" was hij van zins na te laten aan zijn schoonzoon mr. Leonard Beels, getuige zijn testament van 11 november 1790 (inv.nr. 4 en 6 p. 21 en 22); Beels zou de boeken die hij meende niet nodig te hebben mogen verkopen zonder echter "onder den naam of als een pars bibliothecae van hem heer testateur". Door het overlijden van het echtpaar Beels-van Oosten de Bruijn verviel dit legaat, vererfde de bibliotheek c.a. in 1797 aan Maria Croon. Zij op haar beurt legateerde bij codicil van 3 november 1798 (inv.nr. 6 p. 52 verso en 53 recto) bibliotheek en papieren aan haar kleinzoon Marten Adriaan Beels onder dezelfde voorwaarden als in het eerder genoemde testament van haar en haar man. Inderdaad is bij de boedelscheiding in 1801 Marten Adriaan Beels eigenaar geworden van de bibliotheek en het archief van zijn grootvader. Getuige inv.nr. (HS GA 102 c) leende Beels aan belangstellenden wel eens boeken en handschriften uit.
Na de dood van Mr. Marten Adriaan Beels in 1859 besloten zijn erfgenamen de bibliotheek te verkopen. In Haarlem werd op 23 tot 28 april 1860 door Frederik Muller uit Amsterdam t.o.v. notaris C.G. de Booy geveild: "De fraaije bibliotheek van wijlen den Heer Mr. G.W. van Oosten de Bruijn in 1765 en later Historieschrijver van Haarlem". (N.N.A. inv.nr. 61 akte nr. 951) Zo werd toch eigenlijk tegen de wens van Van Oosten de Bruyn in diens naam gebruikt.
Het gemeentearchief kocht een aantal nummers ter aanvulling van de bibliotheek alsmede enkele archivalia, zoals het fundatieboek van het klooster der Bagijnen en een register van resoluties van de Krijgsraad van Haarlem, welke in de desbetreffende archieven zijn teruggebracht (Versl. 1860 p. 14 en 15). Ook de stadsbibliotheek kocht op de veiling. Behalve boeken moeten dat zijn geweest een aantal handschriften van Van Oosten de Bruijn, immers de catalogusnummers 1864, 1879 en 1880 treffen we aan in de catalogus van de handschriftenverzameling van de stadsbibliotheek onder de nrs. 187 B 44, 187 D 23, 24 en 25 (versl. 1860 p. 55).
In het jaar 1882 gaven de erfgenamen van L.M. Beels aan de gemeente t.b.v. het gemeentearchief terug een groot aantal stukken betreffende P. Langendijk en mr. G.W. van Oosten de Bruijn, door hen voor hun werk als stadshistorieschrijvers gebruikt en niet meer teruggegeven. Tot deze groep behoren de handschriften nrs. 45 en 102.
Tenslotte werd in 1895 door H.H. Beels en mevr. A.H. Beels-van Loon deels teruggegeven deels geschonken een groot aantal archivalia betreffende Haarlem met daaraan toegevoegd het manuscript van Van Oosten de Bruijn's De stad Haarlem en haar geschiedenis en een reisdagboek (HS GA 51, 52 en 96).
Onopgelost blijft de vraag hoe de stadsbibliotheek in het bezit is gekomen van een aantal handschriften van Van Oosten de Bruijn zoals de catalogus van zijn bibliotheek (HS 187 E 5) stukken betreffende Adriaan Spinniker (HS 197 A 34) aantekeningen over Romeinse en Byzantijnse keizers (HS 187 A 36) en stukken betreffende het gebeurde in 1672 (HS 187 A 67).
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1613-1970
Omvang in meters:
4,90
Periode documenten:
1613-1970 (1983)
Openbaarheid:
openbaar
Raadpleegmogelijkheid:
Gebruiksinformatie:
Inventaris inv. nrs. 1-525. Inv. nr. 180 ontbreekt. Inv. nrs. 181-182 zijn in de bibliotheek van het Noord-Hollands Archief geplaatst, zie toegangsnummer 3000 nrs. 12806 en 12796. Genealogie van de familie Beels in band 32.3.
Gemeente:
Haarlem