Menu

Uw zoekacties: Waarderpolder onder Haarlem

3795 Waarderpolder onder Haarlem

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Geschiedenis van de polder
3795 Waarderpolder onder Haarlem
Inleiding
1.
Geschiedenis van de polder
Als stichtingsjaar van de Waarderpolder stelt J.A. van den Hoek 1562, in verband met een akte betreffende de bouw van een molen in dit gebied. Wat de geschiedenis na dit jaar aangaat, is het artikel van J.W.B. Beijk zeer lezenswaard.
Het eerste reglement dateert van 1845, in welk jaar een algemeen reglement tot het beheer van de Waarder-, Veer-, Zuider-, Romolen- en Poelpolder door het hoogheemraadschap werd vastgesteld. Hoewel al deze polders hetzelfde bestuurshoofd moesten delen in de persoon van de burgemeester der gemeente Haarlemmerliede, kan toch gesteld worden, dat hiermee de vijf polders als aparte openbare lichamen zijn ontstaan. Elke polder had namelijk een afzonderlijk bestuur, dat bestond uit drie poldermeesters, gekozen door en uit de ingelanden, met de burgemeester als president. In de taakuitoefening was er geen samenwerking tussen de polders. Wel had men dezelfde secretaris-penningmeester, wat o.a. tot gevolg had, dat de notulen van de bestuursvergaderingen van de bovengenoemde polders van 1856 tot en met 1860 in één register zijn ingeschreven. Trouwens, ook na 1860, toen de eerste verkiezingen voor de Waarderpolder, ingevolge het bijzonder reglement van 1859 plaats vonden, blijkt de secretaris-penningmeester dit ambt soms ook voor een andere polder te bekleden, wat enkele verdwaalde archiefstukken opleverde. Sinds 1860 bestond het bestuur uit drie leden, waarvan er één voorzitter was. De zittingsduur was 3 jaar, en elk jaar trad er een lid af, die direct weer herkiesbaar was. Er moesten dus jaarlijks verkiezingen worden gehouden. Ook de secretaris-penningmeester werd voor 3 jaar benoemd. De procedure is vastgelegd in het algemeen waterschapsreglement van Noord-Holland.
Behalve een secretaris-penningmeester behoorde de molenaar, later machinist, tot het vaste personeel, terwijl een enkele maal ook sprake is van een bode en een opzichter.
De Waarderpolder was verantwoording verschuldigd aan Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, maar bovendien aan het hoogheemraadschap van Rijnland, waarvan de polder deel uitmaakte. De rekeningen, begrotingen en kohieren moesten tot 1951 worden goedgekeurd door Rijnland, waarna een afschrift van de rekening naar G.S. moest worden gestuurd.
Met ingang echter van 1 januari 1951 hield elke bemoeienis van Rijnland met de Waarderpolder op, maar dit toezicht werd met ingang van 1 januari 1959 hersteld; de goedkeuring der keuren of politieverordeningen bleef echter ook na 1 januari 1959 aan G.S. voorbehouden. Het toezicht van Rijnland betreft behalve de financiën o.a. ook de polderkaden en de lozing op Rijnlands boezem.
Het toezicht van G.S., dat uitgaat boven dat van Rijnland, komt in de eerste plaats tot uiting in het Algemeen Waterschapsreglement, en verder in de Toezichtverordening, de Dijkverordening en de Bodemverlagingsverordening.
Een van de taken van het bestuur was, behalve bemaling, onderhoud van de waterstaatswerken en toezicht op de onderhoudsplicht van de ingelanden, het beheer over de wegen. Deze laatste taak kon de polder op den duur niet meer aan en tenslotte moest men dit overlaten aan de gemeente Haarlem, waarbij ook het eigendom werd overgedragen. De aanleg van een industriegebied maakte opspuiting noodzakelijk, zodat de Waarderpolder merendeels technisch ontpolderd raakte, waardoor de betekenis van de polder als openbaar lichaam steeds kleiner werd. Uiteindelijk werd de Waarderpolder ook juridisch opgeheven en wel met ingang van 1 januari 1979. Het technisch nog niet ontpolderde gedeelte maakt thans deel uit van het nieuw gevormde waterschap Groot-Haarlemmermeer. Dit alles gebeurde bij beschikking van Provinciale Staten van Noord-Holland op 30 oktober 1978. Verder zijn alle taken overgenomen door de gemeente Haarlem, waarvoor de Waarderpolder thans ook als recreatiegebied betekenis heeft gekregen.
De polder had een oppervlakte van ruim 196 ha., bijna geheel belast. De exacte grenzen zijn beschreven in het bijzonder reglement. Tot 1913 werd middels een windmolen bemalen, waarna werd overgeschakeld op elektrische energie, wat tot grote moeilijkheden in de Tweede Wereldoorlog leidde. De jaren '40-'45 waren toch al zwaar voor de Waarderpolder, vooral toen op last van de bezetter de polder geïnundeerd werd.
Vele belangrijke gegevens over de polder zijn te vinden in de legger van de afwatering en in het boek van mr. G. de Vries Az..
Voor een goed begrip van het fenomeen polder als instituut wil ik verwijzen naar mr. Schilthuis, terwijl de Waarderpolder landschappelijk aan bod komt in het artikel van Dumont en Baart de la Faille.
2. Inventarisatie door J.A.G. Bekker in 1979
3. Inventarisatie door R. Kramer in 2002
4. Bijlagen
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1845-1979
Omvang in meters:
2,10
Periode documenten:
(1787) 1845-1979
Openbaarheid:
openbaar
Raadpleegmogelijkheid:
Gebruiksinformatie:
Inventaris inv. nrs. 1-180. In de Atlas van het Noord-Hollands Archief zijn geplaatst: inv. nr. 84 (=51-1167A en 51-1167B), inv. nr. 109, uit inv. nr. 110 bouwtekening achtkanten schepradmolen, met waterverf gekleurde pentekening, 1862 (=BT 1595). Lijsten van functionarissen, 1845-1978, en kaarten en tekeningen met verwijzing naar de inventarisnummers in in de inventaris.
Gemeente:
Hoogheemraadschap van Rijnland, district Noord