Menu

Uw zoekacties: Heilig Kerstmisgilde te Haarlem

3921 Heilig Kerstmisgilde te Haarlem

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Doelstelling
2. Oprichting
3. Maaltijden
4. Bestuur
5. Leden
6. De kapellen
3921 Heilig Kerstmisgilde te Haarlem
Inleiding
6.
De kapellen
Het Kerstgilde had een eigen kapel in de Grote- of Sint Bavokerk. In 1413 schonk de gildebroeder Willem van Schoten hiervoor een altaar met aankleding. In dezelfde schenkingsakte droeg hij ook de grafkelder onder de kapel aan het gilde over. Hierin konden gildeleden tegen betaling te ruste worden gelegd.
Willem van Schoten fundeerde ook de lezing van drie missen per week op dit altaar, te lezen op elke zondag, woensdag en vrijdag. Als kapelaan stelde hij zijn zoon priester Jan van Schoten aan. Na diens dood was het aan het gildebestuur om een geschikte kapelaan aan te stellen. Tot aan de reformatie heeft het gilde een eigen kapelaan gehad. De laatste kapelaan, die sinds de overgang van de Grote Kerk in protestantse handen in 1578 geen mis meer op het kerstaltaar had kunnen lezen, stierf in 1607.
Nog net vóór de reformatie, in 1557, liet burgemeester en gildelid Pieter van Adrichem van Dorp, eigenaar van stoel 39, bij de vergroting van de Grote Kerk de kerstkapel herbouwen in Renaissancestijl. Hierbij werd het altaar verplaatst. Vermoedelijk in verband met deze verplaatsing werd ook de steen die de grafkelder dekte verlegd. Na de dood en bijzetting van genoemde Pieter van Adrichem van Dorp in de grafkelder, werd zijn familiewapen in de deksteen uitgehouwen.
Tijdens de Beeldenstorm in 1566 werd het altaar geplunderd en vermoedelijk geheel verwoest. Toen de kerk in 1578 voorgoed in protestantse handen overging, ging de kapel voor het gilde verloren. Ook mocht de rooms-katholieke godsdienst niet langer openlijk worden uitgeoefend. Dit betekende niet het einde van het katholicisme in Haarlem. Er werden schuilkerken opgericht, staties geheten. De leden van het Kerstgilde kwamen voor de Heilig Mis bijeen in de schuilkerk Sint Bernardus, ook genaamd 'Begijnhof' op de Bakenessergracht. Na de opheffing van het verbod op de openbare uitoefening van de rooms-katholieke eredienst vonden de gildeleden onderdak in de in 1843 gereed gekomen Sint Jozefkerk in de Jansstraat.
Na tweeënhalve eeuw kreeg het gilde weer de beschikking over een eigen kapel. Bij de bouw van de Kathedrale Basiliek (Nieuwe Sint Bavokerk) aan de Leidsevaart in 1897 werd namelijk één van de kapellen gereserveerd voor het Kerstgilde. In 1924 werd door de leden geld bijeengebracht voor een altaar, dat op 22 juni 1929 door de bisschop van Haarlem werd ingewijd. Het altaar was ontworpen door de beeldhouwer Mari Andriessen en het raam door Han Bijvoet. Ook later werden door individuele leden nog middelen tot verfraaiing van de kapel geschonken.
7. De grafkelder
8. Overige bezittingen
9. Archiefzorg
10. Verantwoording van de inventarisatie
11. Geraadpleegde literatuur
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1371-2009
Omvang in meters:
3,60
Periode documenten:
1371-2009
Openbaarheid:
openbaar
Raadpleegmogelijkheid:
Gebruiksinformatie:
Inventaris inv.nrs. 1-365. Inv.nr. 212 is vanwege slechte materiële staat niet raadpleegbaar. Inv.nr. 287 is pas openbaar vanaf 2057. De inventaris bevat een regestenlijst van inv.nr. 21 (cartularium over de periode 1377-1595, met voorin legger van de bezittingen, aangelegd 1564 en vervolgd tot en met 1595). Nadere toegang op inv.nr. 173 (stukken van de familie Gael betreffende hun relatie met het gilde, 1627-1875) in de inventaris. Bijzonder aan het archief is het zgn. 'Ruyghe Boeck' (inv.nr. 85), een register van rekeningen, met aantekeningen van allerlei aard, dat is ingebonden in kalfsvel met de haren er nog aan. De oudste inschrijving stamt uit 1371 en hiermee is dit register het oudst bewaard gebleven exemplaar in Haarlem. In de studiezaal zijn de scans van inv.nrs. 33-36, 88 raadpleegbaar in plaats van de originelen. Inv.nr. 85 is ook in fotokopie te raadplegen, zie archiefbibliotheek nr. 44/000274 M.
Gemeente:
Haarlem