797 Wit, W.C. en K. de, ingenieurs te Amsterdam, Collectie van
797
Wit, W.C. en K. de, ingenieurs te Amsterdam, Collectie van
Inleiding
1. Ingenieursbureau W.C. en K. de Wit
797 Wit, W.C. en K. de, ingenieurs te Amsterdam, Collectie van
Inleiding
1.
Ingenieursbureau W.C. en K. de Wit
laatste wijziging 29-08-2017
Klaas (1818-1893) en Willem Christiaan de Wit (1820-1884) werden beiden geboren te Alkmaar. Hun vader, Dirk de Wit, was boekhouder. In 1832 verhuisde het gezin naar Amsterdam. Van Klaas is bekend dat hij als ingenieur in Glasgow heeft gewerkt. Engeland was destijds koploper als het om stoomtechniek ging en hij zal daar zeker veel ervaring hebben opgedaan.
Omstreeks 1870 begonnen de twee broers een ingenieursbureau aan de Prins Hendrikkade in Amsterdam. Het eerste poldergemaal dat onder hun leiding werd gebouwd was dat van de Crobsche Uiterwaarden in Gelderland, voltooid in 1870. Daarna stroomden de opdrachten binnen. Alleen al in 1871 maakte het bureau W.C. en K. de Wit plannen voor vijf stoomgemalen in Noord-Holland en wel in de polders Het Grootslag (een), de Schagerkogge (een) en de Wieringerwaard (drie). Tot en met 1917 was het bedrijf betrokken bij de plaatsing van maar liefst 129 gemalen, voor het overgrote deel in de provincies Noord- en Zuid-Holland. De gebroeders De Wit accepteerden echter ook opdrachten in het buitenland. In 1880 werd bijvoorbeeld de bouw een stoomvijzelgemaal met een capaciteit van 150 kubieke meter water per minuut verzorgd te Com-el-Bous in Egypte.
Waterschappen konden met een gerust hart de bouw van een gemaal van het vooronderzoek tot en met de controle achteraf aan het bureau W.C. en K. de Wit overlaten. Dat berekende de benodigde capaciteit, adviseerde over de installaties, maakte de technische tekeningen, stelde een begroting op, legde contact met leveranciers en zorgde voor opzichters om de bouw van het gemaal en de plaatsing van de machinerie in het oog te houden. Het bureau bracht als vergoeding een percentage van de totale bouwkosten in rekening.
Nadat de gebroeders De Wit waren overleden, ging het bureau onder hun naam gewoon door. Het ging met zijn tijd mee en maakte moeiteloos de overstap van stoom- naar elektrische bemaling, die in de jaren twintig snel aan populariteit won. Een van de meest tot de verbeelding sprekende projecten uit die tijd was zonder twijfel de bouw van vier elektrische gemalen in de Schermerpolder. Deze grote Noord-Hollandse droogmakerij bleef als laatste vasthouden aan bemaling door maar liefst vijftig windmolens. Na het aflopen van de Eerste Wereldoorlog in 1918 besefte het polderbestuur dat een krachtiger en meer bedrijfszekere molenmaker langzaam maar zeker uit. In 1920 zette het bureau W.C. en K. de Wit de beste optie uit de bus. De polder ging met het bureau verder en dat begeleidde de herinrichting van de waterhuishouding van de polder in combinatie met de bouw van vier elektrische gemalen van A tot Z. De gemalen werden in 1928 in gebruik genomen en pas zeventig jaar later, in 1998, vervangen. Een van die vier, de Wilhelmina, is nu als museumgemaal ingericht.
De gebroeders De Wit en hun medewerkers waren niet alleen betrouwbare partners als het om poldertechniek ging, maar hadden ook gevoel voor esthetiek. Aan het uiterlijk van de gemalen werd steeds grote aandacht besteed. Dat resulteerde in gebouwen met een verzorgde en herkenbare architectuur. In het in 1989 door het Provinciaal Bestuur van Noord-Holland uitgebrachte onderzoeksrapport over waterstaatkundige monumenten worden de ontwerpen van het bureau W.C. en K. de Wit dan ook geroemd: "Het opmerkelijke is de coherente, sobere, maar goed doordachte vorm waarin de gemalen werden uitgevoerd. Als zodanig zijn 'De Wit gemalen' herkenbaar door een logische inrichting van de verschillende ruimtes, een bepaalde lengte en breedte verhouding, een strakke en evenwichtige geleding van de gevels die paarsgewijs (resp. voor- en achtergevel, linker- en rechterzijgevel) identiek zijn en een flauwe dakhelling."
Alweer moeten de gemalen in de Schermer speciaal worden genoemd. Met het grote overstek van de daken en de nadruk op horizontale lijnen is de architectuur van de grote gemalen Emma, Wilhelmina en Juliana duidelijk beïnvloed door het werk van de beroemde Amerikaanse architect Frank Lloyd Wright.
Het is momenteel niet precies bekend wanneer het bureau W.C. en K. de Wit werd opgeheven. In ieder geval was het in 1968 nog actief. Dat het uitgebreide archief van technische tekeningen waarde had, beseften de medewerkers ten slotte goed. In de jaren vijftig van de vorige eeuw wezen zij in een circulaire de waterschappen erop dat het bureau van zeer veel gemalen tekeningen in huis had. Dat maakte het mogelijk vlot en zonder nieuwe metingen adviezen uit te brengen over verbouwingen en modernisering van de installatie.
laatste wijziging 18-05-2023
3.406 beschreven archiefstukken
2.953 gedigitaliseerd
totaal 2.953 bestanden
Plaatsingslijst
laatste wijziging 18-05-2023
3.406 beschreven archiefstukken
2.953 gedigitaliseerd
totaal 2.953 bestanden
Afbeeldingen
laatste wijziging 18-05-2023
3.406 beschreven archiefstukken
2.953 gedigitaliseerd
totaal 2.953 bestanden
Kenmerken
Datering:
1867-1966
Omvang in meters:
21,00
Periode documenten:
1867-1966
Openbaarheid:
openbaar
Raadpleegmogelijkheid:
Haarlem, raadpleging alleen op afspraak
Gebruiksinformatie:
Plaatsingslijst in band 797 nrs. 1-61. De collectie bestaat vrijwel geheel uit technische tekeningen, voornamelijk van poldergemalen, en is te raadplegen op de Beeldbank Noord-Hollands Archief onder Collecties (in de Beeldbank) en dan >Collectie W.C. & K. de Wit, ingenieurs Amsterdam.
Gemeente:
Provincie Noord-Holland
laatste wijziging 18-05-2023
3.406 beschreven archiefstukken
2.953 gedigitaliseerd
totaal 2.953 bestanden