1155 Brouwersgilde te Haarlem
1155
Brouwersgilde te Haarlem
Inleiding
Het brouwersgilde behoorde tot de oudste van Haarlem en is vermoedelijk reeds in de 14de eeuw opgericht. Over de oudste keuren en geschiedenis, zie: Jacques van Loenen, De Haarlemse brouwindustrie vóór 1600, hfdst. VII.
In de Grote Kerk hadden de brouwers een eigen kapel, aan de Zuidzijde, met een altaar, gewijd aan de H. Maarten. Het gilde onderhield ook het St. Maartens- of Brouwershofje in de Tuchthuisstraat.
Bestond het Bestuur van het gilde volgens de keur van 1501 nog uit zes vinders, in de ‘Keuren en Ordonnantiën van brouwerie hooftneringe der stadt Haerlem’ van 1592 is dit getal verminderd tot vier. Deze keur is hernieuwd op 11 juli 1644, aangevuld op 8 januari 1650 en nogmaals op 9 december 1738 en veranderd op 12 november 1746. Een nieuwe keur verscheen op 10 maart 1749 (Keuren & Ordonnantiën II 98), waarin het bestuur gesteld werd op een deken en twee vinders; tenslotte volgde op 4 juni 1784 nog een ampliatie (aanvulling) (K&O II 222).
De knechts uit de brouwerijen, azijnmakerijen en branderijen hadden sedert 24 december 1748 (K&O II 401) een bos ten behoeve van zieken en begrafenissen, waarin ook de waterhalers en kuipers werden opgenomen. De ordonnantie op deze bos is op 3 april 1749 aangevuld en veranderd (K&O II 403) en nogmaals op 6 september 1757 (K&O II 68). Omdat door het teruglopen van het aantal brouwerijen het aantal leden te gering was geworden, werd de bos op 17 maart 1761 (K&O II 109) open gesteld voor 100 personen. In de ‘Ordre en Reglement op de Bos van de Knechts van de respective Brouwerijen, Azijnmakerijen en Branderijen’, vastgesteld op 2 april 1773 (K&O II 353) werd dit getal uitgebreid tot alle ambachtslieden beneden de 40 jaar. Dit reglement werd nog aangevuld op 8 oktober 1817. (zie: Timmer, blz. 38 vlg. en 52).
In het Frans Hals Museum bevindt zich de zilveren beker van het gilde (Cat. Voorw. nr. 183) alsmede een waterloodje (Cat. Voorw. nr. 1140).
Het archief is op 14 maart 1805 overgeleverd aan de Commissarissen van Neringen en Handteringen (zie: Ambachtsgilden inv.nr. 400). Toen bevond zich het grootste deel van het archief nog in een ijzeren geldkist in de brouwerskapel in de Grote of Sint Bavokerk. Alleen recentere stukken, zoals onder meer resolutieboeken vanaf 1762, een kasboek vanaf 1750 en ordonnanties van 1644, 1738, 1747 werden in de gildekamer aangetroffen.
laatste wijziging 22-04-2020
319 beschreven archiefstukken
19 gedigitaliseerd
totaal 2.146 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 22-04-2020
319 beschreven archiefstukken
19 gedigitaliseerd
totaal 2.146 bestanden
Kenmerken
Datering:
1472-1805
Omvang in meters:
3,65
Periode documenten:
1472-1805 (1810)
Openbaarheid:
openbaar
Raadpleegmogelijkheid:
Haarlem, Jansstraat, raadpleging mogelijk binnen 30 minuten
Gebruiksinformatie:
Inventaris inv. nrs. 1-163. De bij inv. nr. 130 horende kaarten zijn in de Kennemer Atlas van het Noord-Hollands Archief geplaatst: nrs. 51001194_01 en 51001194_02. Inv. nr. 28 ontbreekt. Inv. nrs. 86, 88, 93, 117, 121, 131 zijn vervallen en opgenomen in het archief van het Stadsbestuur van Haarlem, 1573-1813, toegangsnummer 3993 inv. nrs. 3799 (86), 4014-4016 (88), 4086 (93), 4041 (117), 4071-4073 (121), 6375 (131). Inv. nr. 158 is vanwege slechte materiële staat niet raadpleegbaar. Er zijn transcripties beschikbaar van inv. nrs. 130 en 158.
Gemeente:
Haarlem
laatste wijziging 22-04-2020
319 beschreven archiefstukken
19 gedigitaliseerd
totaal 2.146 bestanden