1316 Stichting Club- en Buurthuizen Haarlem en omstreken te Haarlem
1316
Stichting Club- en Buurthuizen Haarlem en omstreken te Haarlem
Inleiding
De Stichting Club- en Buurthuizen Haarlem e.o. is opgericht in 1946. Bij de jubileumvieringen, echter, werd uitgegaan van de datum van de opening van het eerste buurthuis, die plaatsvond in 1947.
Het doel van de Stichting was het 'in volkrijke buurten oprichten van club- en buurthuizen, waar ouderen en jongeren tezamen kunnen komen om onder deskundig toezicht in prettige, huiselijke sfeer levensblijheid en levensmoed te vinden in cultureel verantwoorde werkzaamheid'. Vooral de opvang en het nuttig bezig houden van de vele jongeren die, zo vlak na de Tweede Wereldoorlog, doelloos over straat zwierven, voorzag in een behoefte. Zo wilde de Stichting 'een bijdrage leveren voor een gezonde samenleving'.
Het doel van de Stichting was het 'in volkrijke buurten oprichten van club- en buurthuizen, waar ouderen en jongeren tezamen kunnen komen om onder deskundig toezicht in prettige, huiselijke sfeer levensblijheid en levensmoed te vinden in cultureel verantwoorde werkzaamheid'. Vooral de opvang en het nuttig bezig houden van de vele jongeren die, zo vlak na de Tweede Wereldoorlog, doelloos over straat zwierven, voorzag in een behoefte. Zo wilde de Stichting 'een bijdrage leveren voor een gezonde samenleving'.
Met subsidie van Volksherstel en de Gemeente Haarlem, welke laatste een jaarlijks bedrag van fl. 5000,- toezegde, kon de Stichting een pand huren aan de Kampersingel 70, gelegen in de stadswijk Het Rozenprieel, die bekend stond als 'achterstandswijk'. Hoewel het gebouw door geldgebrek nog nauwelijks was ingericht, vond op 17 november 1947 de feestelijke opening plaats van dit eerste Haarlemse buurthuis. Een inzamelingsactie door scholieren moest het nog ontbrekende geld opbrengen.
De buurthuisleiding, 'staf' genoemd, wist circa 250 kinderen in de leeftijd van 3-16 jaar enthousiast te maken voor de wekelijkse clubactiviteiten. De kinderen werden niet alleen nuttig bezig gehouden maar, waar nodig, ook opgevoed. Zodra de inrichting het toestond, gingen ook clubs voor volwassenen van start. Ook hier lag, geheel in de tijdsgeest, het accent meer op nut dan op vermaak. Huisvrouwen moesten 'huishoudelijke voorlichting' krijgen en naailes.
De leden van de Stichting werden onderverdeeld in contribuanten en donateurs. Donateurs moesten zich verbinden om jaarlijks ten minste fl.25,- te betalen, het bedrag voor de contribuanten werd per jaar vastgesteld tijdens de ledenvergadering. Deze ledenvergadering, Algemene Vergadering genoemd, werd jaarlijks belegd. Op deze vergadering werden ook de nieuwe bestuursleden gekozen. Het bestuur van de Stichting moest bestaan uit ten minste drie leden. Een maximum aantal werd niet vastgesteld, maar in de statuten worden een dertigtal namen genoemd als bestuursleden van het eerste uur. Jaarlijks moest een vierde gedeelte van de bestuursleden aftreden. Zij waren terstond herkiesbaar. Het bestuur koos uit zijn midden een voorzitter, secretaris en penningmeester. De voorzitter was tevens lid van het Dagelijks Bestuur, dat ook uit ten minste drie leden moest bestaan.
Het bestuur van de Stichting hield zich niet bezig met het eigenlijke buurthuiswerk. Hiervoor werden beroepskrachten en vrijwilligers aangetrokken, de 'staf' genoemd. Aan het hoofd van de staf stond de buurthuisleider, die 'directeur' genoemd werd. Het aantal jeugdleiders was afhankelijk van de behoefte en financiële mogelijkheden. Ook werd een conciërge in dienst genomen voor het onderhoud van en toezicht in het Buurthuis.
In 1948 kon een tweede buurthuis worden geopend, ditmaal in de Lange Margarethastraat. Op de lange duur bleek het echter financieel niet haalbaar om twee buurthuizen te blijven beheren. In 1956 werd het buurthuis in de Lange Margarethastraat daarom overgedragen aan de Stichting Ankerwerk, die eveneens werkzaam was op het terrein van de club- en buurthuizen.
Het clubjaar liep van september tot en met augustus, het verslagjaar van januari tot en met december. In 1955/56 werd het verslagjaar gelijkgetrokken met het clubjaar, in 1964/65 werd dit weer ongedaan gemaakt. De clubactiviteiten vonden plaats van oktober-mei. In de zomervakantie werden kampen voor kinderen, gezinnen en bejaarden georganiseerd.
Gedurende zijn hele bestaan werd de Stichting geplaagd door geldzorgen. Als aanvulling op de gemeentesubsidie verkreeg de Stichting gelden via de contributie van de leden en giften. Ook werden incidenteel geldinzamelingsacties gehouden.
De financiële toestand bleef zorgelijk. Bovendien bleek de stichting niet voldoende mee te kunnen gaan in de verandering van inzichten in het maatschappelijk werk van de zestiger jaren. Daar kwam bij dat zowel de ligging als de bouwkundige toestand van het buurthuis te wensen overliet. Begin 1972 zag het bestuur in dat het werk in de huidige vorm, wegens de teruglopende belangstelling, geen zin meer had en besloot daarom tot opheffing van de Stichting per 1 juni 1972. De taken konden worden overgenomen door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn, die ook genegen was de 'opbouwwerker' in dienst te nemen. De liquiditeiten en activa van de Stichting werden overgenomen door de Gemeente Haarlem.
Het archief is in 1981 door de directeur van de Dienst Sport- en Jeugdzaken overgedragen aan het toenmalige Gemeentearchief Haarlem, het huidige Noord-Hollands Archief. Bij de overdracht bevond het archief zich in zeer chaotische staat en was gedeeltelijk verstrengeld geraakt met de archieven van het Hartewens Festival en van de Haarlemse Raad voor Jeugd en Jongeren, die gelijktijdig werden overgedragen.
laatste wijziging 24-04-2020
60 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 24-04-2020
60 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1946-1972
Omvang in meters:
0,90
Periode documenten:
(1945) 1946-1972
Openbaarheid:
openbaar
Raadpleegmogelijkheid:
Haarlem, Jansstraat, raadpleging mogelijk binnen 30 minuten
Gebruiksinformatie:
Inventaris in band 29.21 inv. nrs. 1-60.
Gemeente:
Haarlem
Categorie:
laatste wijziging 24-04-2020
60 beschreven archiefstukken