Menu

Uw zoekacties: Nederlands-Hervormde Gemeente te Haarlem

1319 Nederlands-Hervormde Gemeente te Haarlem

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
De Nederlands Hervormde Gemeente Haarlem-Centrum is ontstaan in 1578. De gemeente is als zodanig tijdens de kerkhervormingen van koning Willem I opgenomen binnen de Nederlandse Hervormde Kerk. Naast de Grote of St. Bavokerk in het centrum bestond deze gemeente ook uit een aantal wijkgemeenten, binnen en buiten het centrum van Haarlem. Deels kwamen de wijken overeen met de wijkindeling van de burgerlijke gemeente van Haarlem. Met een apart kerkgebouw, eventuele bijgebouwen en verenigingen vormden deze wijkgemeenten een eigen kerkgemeenschap binnen de Nederlands Hervormde Gemeente Haarlem.
Tot 1951 vielen de wijkgemeenten bestuurlijk onder de Algemene Kerkenraad. De Algemene Kerkenraad was een overkoepelend orgaan welke de gehele Nederlands Hervormde Gemeente Haarlem bestuurde. De wijkgemeenten zelf hadden wel enige invloed via wijkbesturen, maar de besluitvorming rustte uiteindelijk bij de Algemene Kerkenraad. Deze situatie veranderde in 1951 als gevolg van de invoering van de nieuwe kerkorde van 1951. Toen kregen de meeste wijken een eigen wijkkerkenraad. Deze kregen de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de eigen wijkgemeente en daarmee meer bevoegdheden en verantwoordelijkheden dan de voormalige wijkbesturen.
De Algemene Kerkenraad bleef als overkoepelend orgaan wel bestaan; de naam veranderde in Centrale Kerkenraad. In deze nieuwe Centrale Kerkenraad waren de wijken nog wel vertegenwoordigd. Iedere wijkkerkenraad stuurde een diaken en een ouderling als afgevaardigde naar de Centrale Kerkenraad. De ouderlingen vergaderden daarnaast ook apart van de Centrale Kerkenraad en vormden hiermee het College van Ouderlingen. Ook de predikanten waren aanwezig bij de vergaderingen van de Centrale Kerkenraad, maar ook zij belegden hiernaast hun eigen vergaderingen in het zogenaamde Ministerie van Predikanten.
De Kerkvoogdij droeg de verantwoordelijkheid voor de bezittingen van de gehele gemeente. Met de reorganisatie van 1951 veranderde er voor de Kerkvoogdij niets. Zij behield de verantwoordelijkheid voor alle kerkelijke bezittingen, inclusief de bezittingen die onder de verschillende wijkgemeenten vielen. De betrokkenheid van de Kerkvoogdij is om die reden erg groot geweest binnen de verschillende wijken. Zowel bij projecten zoals de bouw van nieuwe gebouwen en restauraties als bij aan- en verkoop van roerend en onroerend goed speelde de Kerkvoogdij een belangrijke rol. Hoewel de meeste kerkgebouwen dateren uit de periode voor 1900, zijn er ook in de 20e eeuw nog enkele gebouwen bij gebouwd, zoals de Oosterkerk, de Noorderkerk en de Ontmoetingskerk en een wijkgebouw aan de Molenaerstraat. Een project van zeer grote omvang was de restauratie van de Grote of St. Bavokerk in de jaren '80.
Deze inventaris beschrijft het archief van de Nederlands Hervormde Gemeente Haarlem-Centrum, in hoofdzaak over de periode 1900-2000. Voor het oud-archief van de Kerkvoogdij fungeerde 1899 als cesuur. Dit archief, van kerkmeesters en kerkvoogden, is beschreven in een aparte inventaris (toegangsnummer 1561). Een kleine aanvulling op het archief van de Kerkvoogdij, over de jaren 1816-1948, is beschreven in een plaatsingslijst (nr. 100448). Het oud-archief van de Kerkenraad, 1578-1935, is eveneens beschreven in een aparte inventaris (toegangsnummer 1551). Het archief van de Diaconie van de Nederlands Hervormde Gemeente Haarlem is niet opgenomen in deze inventaris, maar in een afzonderlijke inventaris beschreven (toegangsnummer 1340). De bouwtekeningen van de Grote of St. Bavokerk en andere Nederlands Hervormde kerken zijn beschreven in een plaatsingslijst.
Bij het samenstellen van de inventaris is onderscheid gemaakt tussen de verschillende archiefvormers en hun verantwoordelijkheden. Overlegorganen zoals het Ministerie van Predikanten, het College van Ouderlingen en de Centrale Kerkenraadscommissie van het Pastoraal Verband vergaderden apart, maar hadden tevens zitting in de Centrale Kerkenraad. Om deze reden is er voor gekozen de archieven van deze overlegorganen direct onder het archief van de Centrale Kerkenraad te plaatsen. De wijkgemeenten zijn zelfstandige archiefvormers geweest. De archieven hiervan zijn opgenomen in de rubrieken 2 t/m 6. De Kerkvoogdij speelde een belangrijke rol op het gebied van financiële aangelegenheden en beheer van de kerkelijke bezittingen. De archiefbescheiden betreffende het beheer van bezittingen zijn geordend per kerkgebouw. In het geval van de Grote of St. Bavokerk en de Nieuwe Kerk is, gezien de omvang van de projecten, een nadere onderverdeling toegepast. De overige zelfstandige archiefvormers, het College van Notabelen en het College van Collectanten, volgen na de Kerkvoogdij.
Tot slot is er een aantal gedeponeerde archieven opgenomen in de inventaris. Deze archiefvormers vervulden een aparte functie binnen de kerkelijke gemeente of een specifieke wijkgemeente, maar vielen niet onder het directe gezag van een kerkenraad of de Kerkvoogdij.
Het archiefschema is, met uitzondering van de hiervoor genoemde afwijkingen, vormgegeven op basis van de 'Concept richtlijnen voor kerkelijk archiefbeheer', uitgegeven in 2010 door de Commissie tot registratie van protestantse kerkelijke en semikerkelijke archieven.
Het archief is geselecteerd, geordend en voor het grootste deel beschreven door de archivaris van de Nederlands Hervormde Gemeente Haarlem, de heer J.J. Zonjee, die in 2010 is overleden. Door Archiefbureau Ruerd de Vries is onder begeleiding van het Noord-Hollands Archief een toegang gemaakt op het archief. Hierbij is dankbaar gebruik gemaakt van de ordening en beschrijvingen van de heer Zonjee.
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1900-2000
Omvang in meters:
21,75
Periode documenten:
(1810) 1900-2000 (2004)
Openbaarheid:
gedeeltelijk openbaar
Opheffing openbaarheidsbeperking:
toestemming archiefvormer
Raadpleegmogelijkheid:
Gebruiksinformatie:
Inventaris inv.nrs. 1-813. Bij een aantal inv.nrs. zijn beperkende bepalingen ten aanzien van de openbaarheid gesteld. Inv.nr. 96 openbaar vanaf 2025, inv.nrs. 59, 95, 181, 183, 279, 289 vanaf 2026, inv.nrs. 65, 73, 213, 215, 280 vanaf 2027, inv.nrs. 82, 93 vanaf 2031. Collectie van bouwtekeningen van de Grote of Sint Bavokerk en andere kerkgebouwen van de Nederlands-Hervormde Gemeente te Haarlem, (1893) 1910-1942, zie toegangsnummer 1010. Zie ook archieven van de Kerkenraad van de Nederlands-Hervormde Gemeente te Haarlem, 1578-1935, toegangsnummer 1551, Kerkvoogdij van de Nederlands-Hervormde Gemeente te Haarlem, 1309-1899 (1948), toegangsnummer 1561, en Diaconie Nederlands-Hervormde Gemeente te Haarlem, 1636-2004, toegangsnummer 1340.
Gemeente:
Haarlem
Gevonden archiefstukken
Uw zoekterm komt voor in de titel en/of de kenmerken van deze archieftoegang.