Menu

Uw zoekacties: Schutterij te Haarlem

3045 Schutterij te Haarlem

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Schuttersgilden, zoals zij oorspronkelijk heetten, ontstonden in de 13de eeuw, in de Noordelijke Nederlanden later. De eerste vermelding van schutters in Haarlem is van 1374. Ordonnanties, zogenaamde schuttersbrieven, volgden later, in Haarlem op 10 mei 1402, toen het aantal schutters werd bepaald op 120 man. Hun wapen was de voetboog, hun patroonheilige, zoals overal, Sint Joris. Zoals ook in andere grotere steden, kwam er een speciale afdeling voor de jonge schutters, deze werd in Haarlem in 1448 opgericht. Betrekkelijk laat, in 1468 wordt de schutterij op de handboog vermeld, hun schutspatroon was Sint Sebastiaan.
De schutterijen hadden als taken de verdediging van de stad, het helpen handhaven van de openbare orde in de stad en het namens de stad voldoen aan de verplichting tot 'heervaart', dat wil zeggen het voldoen aan de verplichting de graaf op verzoek een aantal manschappen ter beschikking te stellen in geval van oorlog. Ook liepen zij mee in processies en vergezelden zij het stadsbestuur. Dit gebeurde bijvoorbeeld 1478, toen op de Schepelingenberg bij Heemskerk de nieuwe landsheer werd ingehuldigd. De schutterijen vormden ook gemeenschappen met religieuze verplichtingen, in de Grote of Sint Bavokerk waren de altaren van Sint Joris, Sint Sebastiaan en later ook Sint Adriaan altaren van de schuttersgilden.
De schutters oefenden in de schuttersdoelen, met als jaarlijks hoogtepunt het schieten van de papegaai. De oude schuts van St. Joris hadden hun doelen in de uiterste zuidwesthoek van de stad, de jonge schuts kochten in 1512 een tot doelen in te richten pand aan de Gasthuisstraat.
In 1519 werden de jonge schuts omgezet in de Klovenierschutters van Sint Adriaan. Zij verruilden hun voetboog hiermee voor een moderner wapen, een soort geweer, buks of kolf genoemd. In 1561 vond een nieuwe reorganisatie van de schutterij plaats. De handboogschutterij werd opgeheven. De Kloveniers kregen een geheel op stadskosten gebouwde doelen op de hoek van de Gasthuisstraat en Luitesteeg. De bouw vond plaats in de jaren 1561-1563. Hier is tegenwoordig de Stadsbibliotheek gevestigd. Zoals ook in andere Hollandse steden, werd in Haarlem in 1580 de schutterij grondig gereorganiseerd. Het middeleeuwse schuttersgilde werd een moderne burgerwacht, georganiseerd naar stadswijken in vendels, die met een bepaalde kleur werden aangeduid en per vendel door een officierskorps werden geleid. De vendels waren verenigd in twee afdelingen, die de oude benamingen behielden en de doelen van de oude schuttersgilden gebruikten, dus de St. Jorisdoelen en de Kloveniersdoelen. Ook de Sint Jorisdoelen werden vernieuwd, in dit geval op een andere locatie en wel in de jaren 1591-1593 aan de Grote Houtstraat, waar thans het Proveniershof is.
Tot 1612 was iedere afdeling verdeeld in twee vendels, op hun beurt ieder opgebouwd uit vier korporaalschappen. Later werd het aantal vendels drie, met eerst vier, later drie korporaalschappen. Tussen 1657-1660 kwamen er vier vendels per afdeling, in beide afdelingen het oranje, witte, blauwe en gecouleurde of bonte vendel genaamd. Er kwamen nieuwe inkomsten, zoals het poortgeld, dat betaald moest worden door diegenen die na sluiting van de poort de stad in wilden. Ook kreeg men het contribuantgeld van mensen die vrijgesteld waren van hun verplichting tot schuttersdienst, bijvoorbeeld Doopsgezinden en joden. De voornaamste taak was het bewaken van de stad, schutters liepen 's nachts wacht en kwamen, overigens niet altijd, in actie bij oproeren. Buiten de stad werd de schutterij beperkt ingeschakeld bij militaire expedities. De roerige perioden van de Republiek, 1672, 1750, 1787 lieten ook bij de schutterij sporen na, soms wat grotere democratisering. In 1795 werd de schutterij opgeheven en vervangen door de gewapende burgerwacht.
Deze inventaris is slechts een voorlopige. Hoewel enkele beschrijvingen van de oorspronkelijke inventaris enigszins gecorrigeerd zijn, zijn er nog veel zaken die uiteindelijk gecorrigeerd moeten worden. Een serie bleek onjuist gedateerd, en had eigenlijk in het archief van de schutterij na 1795 geplaatst horen te worden, om praktische redenen is hier voorlopig van afgezien, maar er wordt in de inventaris van de schutterij na 1795 wel naar deze serie verwezen. (inv.nrs. 44-7 t/m 12) In het verleden heeft vermenging met het stadsarchief plaatsgevonden, in het kader van de herinventarisatie van het stadsarchief moet de definitieve plaatsing van een aantal stukken nog nader bepaald worden. Duidelijk is wel dat vrijwel alle stukken die zich thans nog in het stadsarchief bevinden uiteindelijk inderdaad in het archief van de schutterij geplaatst zullen worden. Er zijn ook enkele stukken die absoluut niet in het archief thuishoren voorlopig nog in de inventaris opgenomen.
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1402-1795
Omvang in meters:
4,40
Periode documenten:
1402-1795
Openbaarheid:
openbaar
Raadpleegmogelijkheid:
Gebruiksinformatie:
Inventaris in band 17.5 inv. nrs. 1-60. Inv. nrs. 9, 15 en 17 zijn opgenomen in het archief van het Stadsbestuur van Haarlem, 1245-1572, toegangsnummer 1573: inv. nr. 9 zie inv. nr. 629, inv. nr. 15 zie inv. nr. 484, inv. nr. 17 zie inv. nr. 951. Inv. nrs. 20, 51, 52, 53 zijn opgenomen in het archief van het Stadsbestuur van Haarlem, 1573-1813, toegangsnummer 3993: inv. nr. 20 zie inv. nr. 5148, inv. nr. 51 zie inv. nr. 5172, inv. nr. 52 zie inv. nr. 5181, inv. nr. 53 zie inv. nr. 5173.
Gemeente:
Haarlem
Gevonden archiefstukken
Uw zoekterm komt voor in de titel en/of de kenmerken van deze archieftoegang.