Menu

3405 Christelijke Oratorium Vereniging (COV) IJmuiden
Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Rond 1900 ontstond uit een zangklas van de christelijke lagere school, later de Comitéschool genoemd, de voorloper van het koor. Het koor leidde aanvankelijk een wisselvallig bestaan en werd na de heer H. Bijkerk (de hoofdonderwijzer van de school) achtereenvolgens geleid door de heren Plantinga, N.H. Andriessen (1845-1913, vader van de musici Willem en Hendrik Andriessen en de beeldhouwer Mari Andriessen) en Reitsma. Men fungeerde ook enige tijd als kerkkoor in de pas gebouwde Nieuwe Kerk aan de Kanaalstraat. De animo verflauwde echter en tenslotte hield de vereniging op te bestaan. In oktober 1915 werd door 25 leden de vereniging weer opgericht onder de naam Christelijk Gemengd Koor Looft den Heer. Deze heroprichting had een bijzondere reden; men wilde namelijk iets doen voor de op het fort gelegerde militairen. IJmuiden was klein en had weinig of geen vertier. Men begon nu met een betaalde dirigent en vanaf dat moment ging het met het koor steeds beter. Achtereenvolgens traden als dirigent op: Piet de Nobel (1915-1921), Piet Hespe (1921-1924), Jan de Nobel (1924-1933) en Stephen Jansen (1933-1942).
Nadat reeds in 1916 onder Piet de Nobel de eerste uitvoering gegeven was, ten bate van de slachtoffers van de watersnoodramp in Noord-Holland werd onder zijn opvolger Piet Hespe de grondslag gelegd voor het meer serieuze werk. De eerste 20 jaar werkte het koor hard aan de kwaliteit. Het nam met succes deel aan meer dan 40 concoursen. "Verschenen deze geduchte IJmuidenaren dan zongen ze de mededingende koren er vierkant uit", aldus de IJmuider Courant van 12 april 1951.
Onder Stephen Jansen legde het koor zich toe op het zingen van oratoriumrepertoire. In 1937 werd het eerste oratorium uitgevoerd: Die Schöpfung van J. Haydn. In 1938 werd het de Samson van G.F. Handel, in 1939 De zeven kruiswoorden van J. Haydn en in maart 1940 de Messiah van G.F. Handel.
Door de oorlogsomstandigheden (evacuatie van de leden en de weigering van het koor om tot de Kulturkammer toe te treden) werd het koor in 1942 tijdelijk opgeheven. In 1945 bleek er niets meer over te zijn; piano, muziek en archief bleken te zijn verdwenen, de leden waren overal verspreid.
In 1946 werd door 29 leden een eerste vergadering gehouden in het gebouw van het Leger des Heils, waarin besloten werd opnieuw te beginnen met repeteren, aanvankelijk onder leiding van P.J. Potgieser. Geld en bezittingen had men niet, maar toch slaagde men er in om in 1947 een uitvoering te geven van Die Schöpfung van J. Haydn. In 1948 werd dirigent Willem Wiesehahn benoemd, in 1989 opgevolgd door Marcel Joosen, welke op zijn beurt zijn plaats in 2004 zou afstaan aan Piet Hulsbos.
In de jaren 50 van de 20ste eeuw werd er van diverse kanten bij het koor op aangedrongen de Mattheüs Passion van J.S. Bach uit te voeren. De eerste uitvoering vond onder leiding van Willem Wiesehahn plaats in 1957. Inmiddels voerde het koor dit werk meer dan 100 maal uit. Naast de Mattheüs Passion werd jaarlijks een najaarsconcert gegeven, waarbij vrijwel alle grote oratoriumwerken successievelijk gezongen werden. Ook vond er een kerstconcert plaats en vele jaren leverde men een bijdrage aan de kerstnachtdiensten in de Nieuwe Kerk. De ontwikkelingen in het koor werden gemarkeerd door twee naamsveranderingen: begin 1956 werd het van het Christelijk Gemengd Koor Looft den Heer, de Christelijke Oratorium Vereniging Looft den Heer en in 1971 Christelijke Oratorium Vereniging IJmuiden.
Het koor heeft ook onderafdelingen gekend: in 1922 werd een kinderkoor opgericht dat onder leiding van J.E. Falk regelmatig uitvoeringen gaf. Vanwege de grote belangstelling werd het kinderkoor nog eens gesplitst en kwam er een apart meisjeskoor bij. In 1927 werd bovendien een toneelafdeling opgericht, dat jaarlijks een uitvoering gaf. Na verloop van tijd verflauwde de belangstelling echter weer.
Voor de repetities van het koor werd vele jaren gebruik gemaakt van het Gebouw voor Christelijke Belangen, een leegstaand winkelpand van M.J. van Praag, een lokaal van de Ds. H.W. Creutzbergschool, de Doopsgezinde Kerk en de Mevr. Van Tuyllkleuterschool, de meeste in Oud-IJmuiden. Toen in 1952 het Cultureel Gebouw aan het Moerbergplantsoen gereed kwam, verhuisde men hierheen. In 1965 vertrok men naar De Rank aan de Koningin Wilhelminakade.
Aanvankelijk werden de afspraken met de solisten door de dirigent rechtstreeks gemaakt. Later werden de zangers door agentschappen vertegenwoordigd, die zich voor hun diensten fors lieten betalen. Provisies van 12 1/2 % boven de toch al elk jaar stijgende vergoedingen aan de solisten waren gebruikelijk. Dit maakte het op den duur noodzakelijk, dat door de verschillende overheden subsidies moesten worden verstrekt wat, door de onzekerheid over de hoogte ervan, het werk van de penningmeester aanzienlijk bemoeilijkte. Financiële ondersteuning door particulieren en bedrijven zouden later volgen.
De meeste uitvoeringen werden in de Nieuwe Kerk te IJmuiden gegeven, maar ook van andere kerkgebouwen werd gebruik gemaakt. Enkele jubileumuitvoeringen vonden plaats in de Stadsschouwburg Velsen te IJmuiden, maar de akoestiek hiervan bleek minder geschikt voor koorzang. * 
Hoewel in 2015 nog het 100-jarig bestaan van de vereniging werd gevierd, werden omstreeks deze tijd al bedenkingen gehoord over de toekomst van de vereniging, die vrijwel in zijn geheel uit ouderen bestond. Ondanks alle pogingen van het bestuur om nieuwe leden te werven werd het aantal steeds kleiner. Toen bovendien de dirigent in 2018 aankondigde dat hij eind 2019 zijn laatste concert met de COV IJmuiden zou geven, werd dat door sommige leden aangegrepen om dan ook mee te bedanken. Voor de concerten van de laatste jaren moest toch al steeds meer een beroep worden gedaan op projectzangers, die de laatste zes weken voor de uitvoering kwamen mee repeteren. Na de laatste uitvoering in november 2019 bleven er nog 40 leden over. Tien jaar geleden waren het er nog 80 tot 100, in 1975 waren er 140.
Ouderen krijgen vaak gehoorproblemen, dirigent en collega-zangers kunnen niet goed meer worden verstaan, het stemgeluid wordt minder, waardoor de kwaliteit welke wordt geboden minder wordt, het waren vaak genoemde redenen om te bedanken als lid.
Het belangrijkste concert was vanaf 1957 de jaarlijkse uitvoering van de Mattheus Passion van J.S. Bach, waaraan door een orkest werd meegewerkt, dat de laatste jaren alleen al € 11.000 kostte, daarnaast vroegen de solisten nog eens € 600-€ 1000 voor hun optreden. Bovendien liepen de subsidies van de overheid terug, de bijdragen van sponsors eveneens, adverteerders lieten het afweten het aantal bezoekers werd minder, de contributie kon niet verder worden verhoogd, terwijl de dirigent wel moest worden betaald.
Een extra handicap vormde het opbouwen in het kerkgebouw van het voor de uitvoering van de concerten benodigde podium, geschikt voor 100 personen. Bovendien moesten aan aantal kerkbanken worden verplaatst om ruimte te scheppen voor het orkest. Het geheel vereiste nogal wat mankracht die bij de ouderen steeds minder werd. Hiervoor voldoende mensen te vinden werd steeds moeilijker.
Na overweging van de mogelijkheden werd tenslotte in de eerste helft van 2019 het besluit genomen de vereniging op te heffen, als redenen werden aangevoerd de voortgaande secularisatie, waardoor er zich minder mensen aangetrokken voelden om lid te worden; en om dezelfde reden liep de belangstelling van de bezoekers terug. De overgebleven leden konden onmogelijk én een goede dirigent betalen én de kosten van een concert opbrengen.
Na het laatste concert werd in december 2020, tijdens een bijeenkomst in de Theeschenkerij in Velserbeek, nog eens teruggekeken op de afgelopen periode en afscheid van elkaar genomen.
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1946-2020
Omvang in meters:
4,70
Periode documenten:
(1921) 1946-2020 (2021)
Openbaarheid:
gedeeltelijk openbaar
Opheffing openbaarheidsbeperking:
toestemming gemeentearchivaris
Raadpleegmogelijkheid:
Gebruiksinformatie:
Inventaris inv.nrs. 1-320. Stukken jonger dan 50 jaar zijn niet openbaar.
Gemeente:
Velsen