Vanaf 1849 tot 1919 zijn bevolkingsregisters aangelegd. Hierin werd per adres genoteerd wie de hoofdbewoner was, wie er bij de hoofdbewoner woonden, en werden mutaties naar, in en uit de gemeente genoteerd. Deze registers zijn, hoewel behorend tot het archief van de gemeente, apart beschreven en op te vragen. Van alle registers zijn microfiches gemaakt, deze zijn te raadplegen op de studiezaal. Tussen 1919 en 1937 zijn gezinskaarten aangelegd, een losbladige voortzetting van de bevolkingsregister, met dezelfde systematiek en dezelfde indeling van de gegevens. Deze gezinskaarten bevinden zich in ladenbakken in het depot. Informatie hieruit kan door de studiezaalmedewerkers gegeven worden.
De registers van de burgerlijke stand (geboorte-, trouw- en overlijdensregisters) zijn, hoewel behorend tot het archief van de gemeente, apart beschreven en op te vragen. Van alle registers zijn microfiches gemaakt, deze zijn te raadplegen op de studiezaal
Straatnamen in de gemeente kwamen voor 1925 officiel niet voor. De gemeente was verdeeld in wijken en elk huis had een nummer binnen de wijk. In 1925 verandert dit, er worden aan straten officële straatnamen toegekend. Voor het dossier over de straatnaamgeving zie: Gemeente IV, inv. nr. 425
Zie ook inv. nr. 928