Menu

Zo gebruik je de Pre-ingesttool

De Pre-ingesttool is vooraf ingesteld en beschikbaar via de browser: http://localhost:9000. Let op: hiervoor moet eerst het opstartbestand geïnstalleerd zijn. Tip: maak via de browser een snelkoppeling. Alternatief om de Pre-ingesttool te benaderen is via Docker Desktop.

 

Open de Docker Desktop:

  1. Klik ‘Container’ tabblad
  2. Zoek de ‘preingest-frontend’ container. Bij deze klik op ‘Actions’ (drie opgestapelde bolletjes). Via pop-up scherm kies ‘Open with browser’.

Hoofdpagina

De hoofdpagina van de Pre-ingesttool toont een overzicht van alle collecties. De collecties worden uit de map ‘/preingest/collecties’ opgehaald.



Totale verwerkingstatus van een collectie wordt afgebeeld d.m.v. onderstaande afbeeldingen:

Geselecteerde stap(pen) is/zijn voltooid zonder bevindingen.
Er is een stap bezig met verwerken.
Geselecteerde stap(pen) is/zijn voltooid met bevindingen.
Geselecteerde stap(pen) is/zijn mislukt. Er is één of meerdere stappen mislukt.

Stappen voor een collectie

Stappen van de Pre-ingesttool worden getoond door een collectie te kiezen/klikken op de hoofdpagina.

De stappen zijn verdeeld onder de menu opties:

  • Preparaties: voorbereidingen treffen t.b.v. onderstaande acties
  • Verificiaties: controle en validatie handelingen voor een collectie
  • Mutaties: bewerkingsmogelijkheden voor een collectie
  • Collectie inhoud: weergave overzicht van de collectie
  • Conversie (ToPX naar MDTO): omzetting van een ToPX collectie naar een MDTO collectie. Mapping is gedaan volgens overzicht van Nationaal Archief: Mapping van TMLO/TMR naar MDTO | Nationaal Archief.
  • e-Depot: acties naar e-Depot (alleen Preservica met AWS S3 Bucket)
  • Rapportage: alle resultaten verzamelen, samenvoegen en opslaan als Excel bestand.

Op de pagina Stappen Pre-ingesttool staan alle beschikbare stappen binnen de Pre-ingesttool beschreven.

Een stap verwerken

Het is mogelijk om een stap afzonderlijk of meerdere stappen tegelijk te starten.

  • Kies een stap (of meerdere stappen) door een aanvink box te checken.
  • Start knop is beschikbaar. Klik op de start knop.

Bij enkele stappen is het vereist dat bepaalde stappen eerst worden uitgevoerd. Bij het aanvinken van zo’n stap wordt deze ook automatisch meegenomen.

Verwerkingsresultaat van een stap

Na een verwerking van een stap worden de bevindingen opgslagen in een JSON formaat. Naast de aanvink box bij een stap is een optie om deze te openen. Met behulp van ‘Download’ link is het bestand op te halen.

Een stap heeft de volgende status:

Voltooid zonder bevindingen.
Bezig met verwerken van het process.
Stap staat in de wachtrij.
Voltooid met bevindingen.
Stap is mislukt. Dit is in de meeste gevallen een applicatie fout. Bijvoorbeeld: geen communicatie met onderliggende service of een uitzondering door de applicatie opgevangen.

Deze status afbeeldingen worden ook toegepast in de hoofdpagina.

Instellingen

Bij het verwerken van een collectie via de Pre-ingesttool zijn bij bepaalde stappen configuratie instellingen nodig. De knop voor de instellingen is te herkennen aan: . Bij het klikken van deze knop wordt een pop-up getoond.

Controlegetal
Een aanlevering controleren via een checksum, geef hierbij de gewenste algoritme.

Voorbewerking (ToPX/MDTO)
Geef hier de XSLT stylesheet aan waarmee de metadata bestanden worden getransformeerd.

Eigen XSLT stylesheet bestanden aanvullen is mogelijk. Voeg deze toe in ‘preingest/prewash’. Geeft het bestand een .xslt extensie.

Constuctie (OPEX)
Geeft aan of het gewenst wanneer bij het construeren van OPEX record (ToPX) of archiefstuk (MDTO) niveau samen worden gevoegd met bestandsniveau.

Nabewerking (OPEX)
Geef hier de XSLT stylesheet aan waarmee de OPEX bestanden worden getransformeerd.

Eigen XSLT stylesheet bestanden aanvullen is mogelijk. Voeg deze toe in ‘preingest/prewash’. Geeft het bestand een .xsl extensie.

Metadata indexeren
Geef hier aan of het gewenst is dat bij de eerste foutmelding de stapverwerking wordt gestopt.

Verder is er een mogelijkheid om overige XML bestanden te indexeren (buiten ToPX/MDTO). Geef hier dan de root element namen van XML. Meerdere is mogelijk, gescheiden d.m.v. een punt-komma.