Menu

De Brouwersvaart en -kolk in beeld

Onze conservator Alexander de Bruin schreef voor de rubriek ‘Pareltje uit het Noord-Hollands Archief’ van stadsglossy HRLM over de Brouwersvaart en de Brouwerskolk.

Wie kent ze niet: de Bouwersvaart en de lommerrijk gelegen Brouwerskolk. Wat weinigen weten is dat de vaart oorspronkelijk de Rampenvaart heette, vernoemd naar de vooraanstaande Haarlemse familie Ramp, die aan het einde van de vaart veel grond (het tegenwoordige Ramplaankwartier) en een buitenplaats bezat, het verdwenen Huis Rollande. Al helemaal onbekend is dat er twee brouwerskolken zijn geweest.

Van de Oude en de Nieuwe Brouwerskolk en de Brouwersvaart

Voor het brouwen van bier hadden de Haarlemse bierbrouwers zuiver water nodig. Traditioneel betrokken zij dit uit een kolk in de omgeving van de Houtvaart, ongeveer waar tegenwoordig het zwembad De Houtvaart is gelegen, de zogenaamde Oude Kolk.


De Oude Brouwerskolk, anoniem, tekening, ca. 1800.

Dit heldere water werd vervolgens van de Houtvaart via de Rampenvaart naar Haarlem getransporteerd in zogenaamde waterschuiten. Aan het eind van de 16de eeuw en in de 17de eeuw vestigden zich steeds meer textielblekerijen aan de omringende weilanden, ook vanwege het zuivere water. Zij gebruikten echter grote hoeveelheden loog voor het bleekproces, waardoor het water steeds ernstiger werd vervuild en dus niet meer goed bruikbaar was voor de brouwers. Dit leidde tot conflicten waarin het stadsbestuur gelastte dat de blekers het veld moesten ruimen.

Het brouwersgilde was in de tussentijd in de gelegenheid gekomen om aan het eind van de Rampenvaart een flink stuk grond te kopen die eigendom was van een van de brouwers, Cornelis Garbrandsz Borst, en liet hier in 1646 de Nieuwe Brouwerskolk graven, tegenwoordig bekend als de Brouwerskolk. Van toen af aan heette de vaart de Brouwersvaart, omdat de vaart en de direct daaraan grenzende percelen eigendom waren van het gilde.

De zo goed als onbekende, unieke en zeldzame manuscriptkaart van Frederik Nautz uit 1816 geeft ons een bijzonder accuraat beeld van de Brouwersvaart en de beide kolken.


Kaart van de Brouwersvaart, met de kolken, en de daaraan gelegen gronden, manuscriptkaart, Ferdinand Joseph Nautz, 1816. Klik hier om de kaart te bekijken in de Beeldbank.

De grond, vaart en kolken waren eigendom geworden van de stad Haarlem, nadat de gilden waren opgeheven aan het eind van de 18de eeuw.

Bedrijfsuitje

De vaart en kolken stonden vanaf eind van de 18de eeuw onder toezicht van de Haarlemse corporatie van neringen, ambachten en bedrijven, rechtsvoorganger van de Kamer van Koophandel. Eenmaal per jaar gingen de directeuren, vergezeld door hun vrouwen, voor de ‘visscherij’ naar de kolk, als een soort van bedrijfsuitje in het kader van hun toezichtstaak. Niet dat zij zelf gingen vissen, want dat werd gedaan door vissers met vangnetten. Een zo’n uitje zien we op de prachtige maar bovenal vermakelijke en anekdotische tekening van Wybrand Hendriks uit 1821.


Jaarlijksche visscherij aan de Brouwers-Kolk te Overveen, tekening, Wybrand Hendriks, 1821.

We zien de heren directeuren en hun vrouwen onder paraplu’s op een regenachtige dag bij de kolk toekijken hoe vissers met hun netten door het water waden.

Romantiek

In de loop van de 18de en 19de eeuw oefenden de Nieuwe Brouwerskolk en omgeving een grote aantrekkingskracht uit op recreanten en wandelaars. De aantrekkingskracht hield verband met de nieuwe, romantische natuurbeleving, die toen in de mode was in de beeldende kunst en literatuur. De tientallen prenten en tekeningen in de Beeldcollecties van het Noord-Hollands Archief, te zien via de website, zijn hiervan nog de stille getuigen.


Gezigt aan de Nieuwe Brouwers-kolk te Overveen, ingekleurde gravure, Augustijn Claterbos, ca. 1800.


De Nieuwe Brouwerskolk, ingekleurde gravure, Franciscus Andreas Milatz, 1806.


Gezigt by Overveen boven Haarlem, ets aquatint, Pieter van der Meulen, ca. 1820

Wie in de Beeldbank zoekt op de trefwoorden Brouwersvaart en Brouwerskolk krijgt 300 treffers met afbeeldingen van die locaties vanaf de 17de eeuw tot de 20ste eeuw.

Dit artikel verscheen eerder in de stadsglossy HRLM, maart-aprilnummer 2023.