Op de 773ste verjaardag van Haarlem verschijnt de nieuwste uitgave van ‘Uitgelicht’. Senior- conserveringsadviseur Frederike Leffelaar legt in een artikel uit op wat voor perkament het stadsrecht is geschreven.
Geheimen onder de huid
Door Frederike Leffelaar
Historische documenten dragen op allerlei manieren informatie met zich mee. De tekst is een bron voor historici, het materiaal en de verschijningsvorm zijn interessant voor restauratoren en cultuurhistorici. En sinds kort is het mogelijk de geheimen van het DNA van het document te ontsluiten, waardoor biologen en archeologen hun onderzoeksterrein kunnen vergroten.
Het Stadsrecht van Haarlem is een iconisch document. Het markeert het moment dat Haarlem in 1245 stadsrechten kreeg en het legt de rechten en plichten van de Haarlemmers vast. Daarnaast geeft het perkament visuele informatie over het fabricageproces en de bewaargeschiedenis en nu zijn ook de geheimen onder de huid blootgelegd.
De oude montage van het Stadsrecht voldeed niet meer. Het charter is te groot voor de spieramen en kruit over de rand.
Dierenhuid
Het Stadsrecht van Haarlemse bestaat uit twee delen perkament. Het grote vel is 68 centimeter hoog en 58 centimeter breed, ongeveer de maximum grootte die uit een dierenhuid gemaakt kon worden. Het tweede deel is aanzienlijk kleiner: 20 bij 35 centimeter. Beide vellen hebben een afhangend groen zegel. Waarschijnlijk was het tweede stuk nodig omdat de tekst te lang bleek te zijn voor het eerste. Visueel bewijs bevestigt deze theorie. Het grote stuk is mooi dun, wit van kleur en glad afgewerkt. Het tweede deel is minder van kwaliteit en aan de boven- en onderzijde van het perkament zijn kleine gaatjes te zien waarmee de schrijver hulplijnen kon trekken. Deze gaatjes staan haaks op de schrijfrichting van het kleine vel en tonen aan dat dit stuk perkament voor een ander doeleinde bedoeld was. De perkamentmaker had waarschijnlijk op dat moment geen beter stuk liggen.
Eén vraag bleek moeilijk onomstotelijk te beantwoorden: van welke dieren zijn de huiden gemaakt? Tot nu toe was de enige manier om dit te bepalen het bestuderen van de restanten van de haarinplant van het dier in het perkament. Door de ouderdom en slijtage was die echter niet goed meer zichtbaar. We gingen ervanuit dat voor het grote vel perkament de huid van een geit werd gebruikt en voor het kleine de huid van een kalf.
Verborgen bronnen
Recent hebben onderzoekers van de University of York een methode ontwikkeld om het DNA, de eiwitten en de bacteriën uit het perkament te isoleren. Biomoleculair archeoloog Matthew Collins deed onderzoek naar de veestapel van de Vikingen in Engeland en realiseerde zich dat er archieven vol liggen met dierenhuiden met een bekende herkomst en datering. Een enorme potentiële bron voor onderzoekers. Om een indruk te geven: voor de vijfendertig in het jaar 1450 op perkament gedrukte Gutenberg-bijbels is een kudde van zesduizend kalveren geslacht. Verborgen in deze huiden zit informatie over de veestapel, dierenziektes en het gebruik van de stukken.
Collins ontwikkelde met biochemicus Sarah Fiddyment een niet-invasieve methode om monsters te nemen van het materiaal. Door de huid te ‘gummen’ komen perkamentvezels los die in het gumsel achterblijven. Uit deze vezels worden de eiwitten geïsoleerd. En zo kan ook aangetoond worden van welk dier het perkament gemaakt is.
Het Noord-Hollands Archief heeft aan dit onderzoek dit meegewerkt. Van 45 verschillende stukken perkament werden monsters genomen: manuscriptkaarten, bijbels, charters en ook de twee vellen met het Stadsrecht. Van onze monsters bleken de meeste manuscriptkaarten van kalfsvel te zijn. Het oudste document, een charter uit de Abdij van Egmond, van schapenhuid en ook de twee vellen Stadsrecht werden bemonsterd. Zo kon ook de laatste vraag over het Stadsrecht worden beantwoord: het grote stuk perkament is een kalfsvel, het kleine stuk is van schapenhuid gemaakt.
De nieuwe stroken van Japans papier worden ingesmeerd met lijm.
De nieuwe stroken van Japans papier zijn met stijfsel aan het Stadsrecht bevestigd. Ze worden gedroogd onder de stroken vilt en het gewicht van zandzakjes.
De nieuwe stroken worden om het honingraatkarton gespannen.