Menu

Links

De ijsberg zichtbaar maken | Slavernij in Haarlemse notarisakten

Handgeschreven teksten die door de computer herkend zijn, kunnen nu supersnel doorzocht worden in speciale zoekmachines. Op deze manier kun je bijvoorbeeld ontdekken hoe in Nederland werd omgegaan met slavernij. Wie had er aandelen in plantages? Hoe werd er omgegaan met mensen die tot slavernij werden gedwongen?

Handgeschreven bronnen zijn vaak heel interessant, maar ook moeilijk leesbaar. Met het project ‘De ijsberg zichtbaar maken’ leren computers om deze handschriften te lezen. Het Noord-Hollands Archief en het Nationaal Archief stellen hiervoor gescande archiefstukken van Haarlemse notarissen en de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) beschikbaar. De tekstbestanden die de computer na het lezen van de archiefstukken heeft gemaakt, de transcripties, zijn voor iedereen te downloaden. We nemen de proef op de som.

Slavernij in de Nederlandse woonkamers

Milo van der Pol van het Nationaal Archief reconstrueerde met behulp van transcripties een verijdelde slavenopstand in Indonesië. Is er ook dichter bij huis iets te vinden over slavernij? Wat werd er in de negentiende eeuw in woonkamers en kantoren in de Republiek en het vroege Koninkrijk der Nederlanden over slavernij gezegd? Hier is al veel over geschreven. Maar zou er door de nieuwe transcripties betrekkelijk snel iets over te vinden zijn in de Haarlemse notarisakten?

Vrij verklaard

Wie de notarisakten doorzoekt op het woord ‘slavinne’, stuit onder meer op het verhaal van Frederica Wilhelmina Michelse, die werd geboren op een plantage in Suriname. In 1802 werd zij als slavin door het echtpaar Roux meegenomen naar Holland. Dertien jaar later stapt de weduwe van Roux met Frederica naar een notaris. Frederica is namelijk van plan om terug te keren naar Suriname en de weduwe verklaart daarom zwart-op-wit dat Frederica helemaal vrij is. Uit een andere bron blijkt dat dit plan slaagde en dat haar vrijheid in Suriname erkend werd.

Scans van de Haarlemse notarisakte waarin Henriette Wilhelmina Bedloo verklaart dat Frederica Wilhelmina Michelse geheel vrij naar Suriname mag reizen.
Scans van de Haarlemse notarisakte waarin Henriette Wilhelmina Bedloo verklaart dat Frederica Wilhelmina Michelse geheel vrij naar Suriname mag reizen. 

In 1826 meldde een andere weduwe zich bij een Haarlemse notaris. Catharina Theodora Dull wilde vastleggen wat er met haar nalatenschap moest gebeuren. Ze noemt onder meer een zekere Marianne: ‘geboren in de Colonie Berbice, uit de malatte slavin Kittij (...) welk lot ik mij aantrekke’. Marianne kreeg eenmalig duizend gulden. Dit kun je vergelijken met de waarde van 10.752 euro vandaag.

Deze twee voorbeelden waren met een paar muisklikken te vinden. Onderzoek dat eerst maanden kon duren, hoeft nu dus maar een paar seconden te kosten. Je moet alleen nog wel experimenteren met verschillende zoektermen.

Zelfgemaakte zoekmachines

De transcripties zijn ook te doorzoeken met twee zelfgemaakte zoekmachines. Bob Coret is de initiatiefnemer van de site ‘Open Archieven’, een zoekmachine waarmee je de eerder genoemde bronnen van het Nationaal Archief en die van het NHA kunt doorzoeken (openarch.nl/htr/).

Gerhard de Kok, universitair docent aan de Universiteit Leiden, bouwde een zoekmachine voor de archieven van onder meer de VOC en de West-Indische Compagnie (WIC). Ook bouwde hij een zoekmachine om het oud notarieel archief (periode 1570-1840) en het nieuw notarieel archief (1840-1925) van het NHA te doorzoeken.

Daarnaast is nog een zoekmachine in de maak, als onderdeel van ‘De ijsberg zichtbaar maken’. Deze website wordt in de zomer van 2021 gelanceerd.

Spellingsvarianten

De transcripties van de computer zijn niet altijd letterlijk te gebruiken. ‘Berbice’ bijvoorbeeld werd door de computer gelezen als ‘Berbrie’. Zo zijn er wel vaker woordjes die niet helemaal kloppen. Gelukkig kun je vanaf de zoekmachine van Open Archieven in één keer doorklikken naar de scan van de akte, om zelf het handschrift te lezen.

Een zoekterm als ‘slavin’ levert in Open Archieven maar twee resultaten op, terwijl de zoekmachine van Gerhard de Kok er veel meer geeft. Dat komt omdat je bij de laatste zoekmachine de gevoeligheid voor spellingsvarianten kan instellen. De standaardstand is ‘middel’. Wie op ‘slavin’ zoekt, krijgt dan ook zoekresultaten als ‘slaven’, ‘slavinnen’, ‘slaaven’ en het Franse ‘slavins’. Er zitten namelijk ook Franse, Duitse en Engelse akten tussen.

Plantages

Een veelvoorkomende frase in de transcripties is ‘...met een aandeel in dezelfde gebouwen, gereedschappen, slaven, slavinnen, vee en zoo voorts’. Dit wijst meestal op aandelen in een plantage. Sommige Haarlemmers bezaten de helft van een plantage, bij anderen gaat het om een honderdste of minder. De weduwe Roux, die Frederica volledig vrij verklaarde, was ondertussen ook mede-eigenaar van twee plantages.

Wie op zoek is naar de locatie van een bepaalde plantage , wordt vaak al een beetje op weg geholpen. De koffieplantage Bergerac wordt omschreven als ‘gelegen in de kolonie van Suriname, aan de rivier Commewijne ter linkerhand in het opvaren, tussen de plantagen Broedersgift en Breukelerwaard’. Bijna alsof je een reisgids leest.

Voor locaties is ook de digitale plantagekaart van Suriname sinds kort te raadplegen, gemaakt door journalisten van KRO-NCRV’s Pointer. Op de kaart is de informatie van SurinamePlantages.com gekoppeld aan een kaart. Je ziet de locatie en de eigenaren van de plantage, maar ook de namen die de tot slaaf gemaakte mensen daar kregen toen de slavernij in 1863 werd afgeschaft. Vervolgens kun je ook zien op welke plantages die namen nog meer voorkwamen en of ze nu nog in Nederland voorkomen.

Uitsnede van de kaart van Suriname waarop alle plantages goed te zien zijn, met daarop uitgelicht de plantage Bergerac. Bron: Nationaal Archief (De grote versie van de kaart is hier te downloaden).

‘De edele negerslaaf’

In de nalatenschappen die de Haarlemse notarissen beschreven, staan ook verschillende boektitels over slavernij. Een boek dat in verschillende Haarlemse boekenkasten werd gespot, is De edele negerslaaf van St. Domingo. Saint-Domingue is de naam die Haïti had voordat hier in 1791 de Haïtiaanse revolutie begon. Deze slavenopstand vormt de basis van de roman, waar nog een recensie uit 1834 van te vinden is.

In het boek wordt de plantage-eigenaar door de leider van de slavenopstand (een ‘onmenschelijk zwart monster’) bij zijn gezin weggerukt, terwijl de hoofdpersoon - de ‘edele negerslaaf’ Adonis - nergens gelukkiger van wordt dan het herenigen van zijn meester met zijn vrouw en kinderen. Als Adonis ten slotte de plantagehouder gered heeft, verbiedt die Adonis om hem nog langer ‘meester’ te noemen.

De vrijgelaten Negerslaaf, een ander boekje dat in een boedelinventaris genoemd wordt, heeft een soortgelijke strekking. Hier wil de ‘negerknecht’ van een scheepskapitein niet alleen zijn meester dienen, maar nog beter: hij wil spontaan christen worden. “Waarlijk deze Neger beschaamt menigen onzer, die door den H[eilige] Doop in het Christendom zijn ingelijfd”, aldus een recensent in 1819.

Paviljoen Welgelegen

Geven deze transcripties echt antwoord op alle vragen? Nee, niet alles is naar boven gekomen. De provincie Noord-Holland heeft onlangs laten uitzoeken in hoeverre het luxueuze provinciehuis, Paviljoen Welgelegen in Haarlem, is gefinancierd met opbrengsten uit de slavernij. Het paviljoen is gebouwd in opdracht van de Amsterdamse bankier Henry Hope, die in de Republiek een van de grootste geldschieters van plantages was.

Uit het onderzoek bleek dat het praktisch onmogelijk is dat Henry Hope aan Welgelegen geen geld heeft besteed dat was verdiend aan slavernij, al zal het aandeel in de bouwsom ook niet heel groot zijn geweest.

Waren er misschien in de notarisakten ook negotiaties, zoals leningen vroeger genoemd werden, te vinden? De zoektocht leverde een hele serie staatsleningen van Hope & Co op, maar geen negotiatie van Hope voor een plantage. Wie weet vindt iemand anders die nog. Dat zou zomaar kunnen, want zoeken in de notarisakten was nog nooit zo eenvoudig.