Menu

Interview met Harry Borghouts, oud-CvdK

Harry Borghouts was Commissaris van de Koningin in Noord-Holland in 2002-2009. Hij was de eerste GroenLinks-politicus in deze functie. In zijn periode was hij nauw betrokken bij verschillende belangrijke bestuurlijke ontwikkelingen, zoals de veiligheidsagenda van de regio IJmond en de discussie over de Randstadprovincie. Zijn naam is ook verbonden met de geruchtmakende Icesave-affaire tijdens de bankencrisis. In het interview dat ik met hem voor het NHA had voor het Oral History-project deed hij onder meer een boekje open over de rol van toenmalig Minister van Financiën Wouter Bos in deze affaire. Hier volgen enkele fragmenten uit het interview.


Wat ziet u als uw belangrijkste wapenfeiten als CvdK?

‘Het woord ‘trots’ gebruik ik eigenlijk nooit, maar in dit geval wel: de restauratie van het provinciehuis (2007-2009). Dat was een geweldige klus. Hoogstnoodzakelijk ook. Maar die noodzaak zag alleen ík in het begin, plus de conservator van de provincie, Gerrit Bosch. Maar eerst moest ik natuurlijk het geld veroveren bij Gedeputeerde Staten. Uiteindelijk kwam het er: zestien miljoen. Het provinciehuis is heel erg mooi geworden. Ook van buiten is het in oude glorie hersteld. Naast de hoofdkap zitten nu weer twee zijkappen. Die waren gesloopt in de jaren dertig vanwege bouwvalligheid en nooit herbouwd.’
‘Verder hebben we een veiligheidsagenda gemaakt met de gemeenten Velsen, Beverwijk en Uitgeest, omdat in hun gemeentes delen van Tata Steel liggen (toen heette dit nog Corus). En dat was nodig ook. Tata had een uitstekende brandweer, maar die werkte uitsluitend binnen de grenzen van het bedrijf. En hoe goed de brandweer van Tata ook was, soms was er meer mankracht nodig. De gemeentelijke brandweerkorpsen op hun beurt waren wel op orde, maar niet sterk genoeg om rampen te bestrijden. Die verschillende korpsen heb ik bij elkaar gebracht in een overeenkomst, zodat ze elkaar over en weer konden bijstaan.’

Géén Randstadprovincie

Er wordt al jaren gesproken over het opheffen of samengaan van provincies. U heeft weleens verkondigd dat u nieuwe territoriale indelingen ziet ontstaan, gebaseerd op economische stromen. Een bestuurlijk gebied bestaande uit IJmuiden, Amsterdam, Amersfoort, Lelystad, dat in plaats zou komen van de provincies Noord-Holland, Utrecht en Flevoland. Dat is er niet gekomen, maar intussen is wel de Metropoolregio Amsterdam (MRA) opgetuigd. Hebben de provincies in hun huidige vorm nog bestaansrecht?

‘Ik denk het wel, maar ze moeten in mijn ogen wat groter worden. Het bestaan van die economische stromen was precies de reden dat ik pleitte voor een provincie van Noord-Holland, Utrecht en Flevoland ineen. Zuid-Holland, West-Brabant en Zeeland zouden een andere kunnen vormen.’
‘In die tijd was Ivo Opstelten burgemeester van Rotterdam. Hij verzette zich tegen mijn idee. Toen heb ik hem gevraagd: “Als je nu eens kijkt hoe de economische stroom loopt.” Hij zei: “Ja, we hebben heel weinig tot niks te maken met Amsterdam.” Want daar ging de discussie over: de provincie Randstad. Daar had hij voor gepleit. Ik zei: “Maar als je nu eens kijkt hoe de economische stroom in werkelijkheid loopt, hoe de samenhang in elkaar zit.” “Nou,” zei hij, “Rotterdam, Moerdijk, West-Brabant, Antwerpen. Dat is hoe de stroom loopt. Rotterdam heeft economisch weinig tot niets te maken met het Noorden.”’
‘Maar de provincie Noord-Holland/Utrecht/Flevoland is er niet gekomen. Er is wel een congres geweest over een eventuele provincie Randstad. Ik moest daar spreken. Van tevoren werd er gepeild hoe de zaal erover dacht. Twintig procent was voor mijn idee, de rest was voor de Randstadprovincie. Na mijn speech was veertig procent voor mijn idee.’


Paviljoen Welgelegen, het provinciehuis van de provincie Noord-Holland. Foto: Provincie Noord-Holland

‘Dankzij de Metropool Regio Amsterdam wordt er nu veel samengewerkt door de gemeenten in deze regio. Dat is een goede ontwikkeling, omdat Amsterdam echt het centrum van de regio is. Voeg daarbij de economische kracht, dan vind ik de MRA zeker levensvatbaar.’

Het betekent wel dat het provinciebestuur zijn macht moet delen. ‘Ja, maar ook Amsterdam kan niet alles zelf doen. Ook zij hebben andere overheden nodig. De aanwezigheid van veel expats bijvoorbeeld vraagt om landelijke gebieden voor de recreatie. Amsterdam alleen kan dat niet bieden. Er is altijd wel een mate van afhankelijkheid, zij het bij de een wat meer dan bij de ander. Ik merkte wel dat de provincie Zuid-Holland veel meer moeite had met de regio Rotterdam, dan de provincie Noord-Holland met Amsterdam.’

Kwaad daglicht

Gedurende uw ambtsperiode speelde de zogenaamde Icesave-affaire, die erop neerkwam dat de provincie geld had staan bij de onlinespaarbank Icesave, die onderdeel was van de IJslandse bank Landsbanki.

‘Zo noem ik het niet, ‘Icesave-affaire’, want wij hadden geen geld op de Icesave-bank. Degene die dat steeds heeft gezegd was minister van Financiën Wouter Bos (PvdA). Die wilde de provincie Noord-Holland in een kwaad daglicht stellen. Wij hadden enkele tientallen miljoenen in reserve, verdeeld over wel vijf banken. Landsbanki was er slechts één van en dat was al jaren zo. Maar toen ging Landsbanki failliet tijdens de financiële crisis.’

‘Vervolgens was de vraag: hoe krijgt de provincie Noord-Holland dat geld terug? Maar mét Noord-Holland vroegen heel veel anderen hun geld terug, ook het Rijk. De provincie Noord-Holland heeft toen heel snel gehandeld. Wij hebben gelijk met een advocaat beslag gelegd op bezittingen, zowel onroerend goed als geld, van Landsbanki. Een paar dagen later zou dat beslag geëxecuteerd worden. Daarmee zouden wij onze achtenzeventig miljoen terug hebben. Maar dat beviel het ministerie van Financiën, lees de heer Bos, niet.’

Waarom niet?

‘Dat is heel onduidelijk. Ik denk, omdat hij de regie wilde hebben over alles. Ik ben twee keer met mijn gedeputeerde naar het ministerie van Financiën gegaan, waar ik met Bos heb overlegd. We hadden zeker drie, vier varianten bedacht, waarbij dan het ministerie zou worden betrokken. Maar voordat we één alternatief hadden neergelegd, had hij al ‘nee’ gezegd. Hij wilde absoluut zelf de regie over alles hebben.’

‘Hij is een man die altijd de macht wil en zijn gelijk wil krijgen. Zo heb ik hem leren kennen. Maar goed, hij liet een Koninklijk besluit maken waarin het de provincie verboden werd om dat beslag te executeren. Het conceptbesluit werd ook getekend door de minister van Binnenlandse Zaken, Guusje ter Horst (PvdA). Vanuit Bos’ gedachte de macht te willen hebben en alles zelf te willen regelen, begreep ik dat en verwachtte ik het ook. Van de minister van Binnenlandse Zaken, die de Grondwet heeft na te leven, verwachtte ik dat niet.’

‘Ter Horst neem ik het eigenlijk nog kwalijker dan Bos. Maar het kwaad was al geschied. We zijn in beroep gegaan bij de Raad van State, een paar maanden later kwam de uitspraak. De Raad van State liet die twee ministers alle hoeken van de kamer zien. Wij kregen volstrekt gelijk. En terecht, want het was het vrije terrein van de provincie om dit te doen en het was niet het terrein van het Rijk. Uiteindelijk hebben we ons geld teruggekregen, met rente zelfs.’

In de beeldvorming ontstond het verhaal dat jullie een scheve schaats hebben gereden.

‘En dat hebben we niet kunnen rechttrekken. Dat kwam ook door Bos. Die heeft veertien dagen lang steeds maar gezegd, als een grammofoonplaat: “De provincie Noord-Holland dringt voor op de andere schuldeisers.” Hetgeen absoluut niet het geval was, want die andere schuldeisers zouden ook hun geld terugkrijgen. Bovendien, tien andere overheden, met name gemeenten, trokken met ons op. Die zaten in hetzelfde schuitje, vertrouwden ons, lieten het aan ons over. Maar Bos bleef zijn beschuldiging herhalen.’

‘Totdat de pers doorkreeg dat het helemaal niet zo was zoals Bos het presenteerde in de media. Hij heeft zelfs een keer ingebroken in een tv-interview dat ik gaf bij een nieuwsrubriek. Hij beweerde: “Wat Borghouts nu zegt, is niet zo.” Hij hield vol dat hij gelijk had. Daar is niet tegen te vechten. Hij was bovendien minister en wat moet dan zo'n provincie.’

‘Dat wij gelijk kregen van de Raad van State heeft toen helaas weinig aandacht gekregen. Die uitspraak kon hij niet tegenhouden, maar het beslag op onze tegoeden konden we niet meer uitvoeren. Daarom gingen we in overleg met de IJslandse regering en dat heeft zijn vruchten opgeleverd. Bedrag plus rente. Maar de beeldvorming is gebleven en is slecht voor ons. Maar dat is ook gecreëerd door Bos.’

Wat kun je daaraan doen als provincie?
‘Niets. Het nu vertellen.’

In een interview hebt u gezegd dat u naar aanleiding van de Landsbanki-affaire eigenlijk al eerder met het hele college had moeten aftreden.
‘Dat is juist. Dat heb ik ook gezegd in een interview met, ik meen, NRC. Tot dat inzicht kwam ik later. En dat is nu nog steeds mijn overtuiging.’

‘Waarom bent u toen niet afgetreden?
‘Omdat ik meer op de schuldvraag heb gelet dan op de verantwoordingsvraag. En die verantwoording is later sterker geworden.’

Harry Borghouts, Commissaris van de Koningin van 2002 tot 2009, werd in februari 2020 geïnterviewd door Wim de Wagt voor het Oral History-project met oud-bestuurders van Haarlem en Noord-Holland. De filmopname, gemaakt door Jos Fielmich, is op te vragen op de studiezaal van het NHA. Het artikel verschijnt in het magazine ‘Uitgelicht’ nr. 16 in juli 2021.

Foto's Harry Borghouts: Jos Fielmich.

Lees ook de andere interviews in deze reeks met Jos van Kemenade, oud-CvK  van Noord-Holland en Jaap Pop, oud-burgemeester van Haarlem!