Menu

Links

‘Er zijn geen andere archiefinstellingen met zo’n uitgebreide bibliotheek als de onze. Wel willen we van de verschillende onderdelen van de collectie meer één geheel maken. En meer naar buiten brengen wat er zo bijzonder is aan ons boekenbezit.’

Aan het woord is Hannah Goedbloed, sinds januari 2021 conservator Oude Boekerij en Bijzondere Collecties. Al in 2019 trad zij in dienst van het NHA, toen nog als bibliothecaris. Voor die tijd werkte zij bij de Koninklijke Bibliotheek en NDB Biblion. De tentoonstelling ‘Een open boek’, die van september tot november 2021 in de commandeurszaal te bezichtigen was, werd mede door haar samengesteld.

Wat trok haar zo aan in de boekencollectie van het NHA? ‘De variatie,’ antwoordt ze onmiddellijk. ‘Ik heb middeleeuwse geschiedenis gestudeerd en een master boekwetenschap oude drukken uit de zestiende en zeventiende eeuw gedaan. Het leuke van onze collectie is dat alles erin terugkomt: oude drukken, kunstenaarsboeken, bibliofiele uitgaven, kinderboeken, pop-upboeken, middeleeuwse handschriften. En dat alles in één bibliotheek! De Koninklijke Bibliotheek is enorm groot, daar werken veel specialisten op hun eigen terrein, maar hier in Haarlem kan ik mij echt met álles bezighouden.’

‘De Oude Boekerij en Bijzondere Collecties zijn in beginsel gesloten collecties. We verwerven nog wel oude drukken en bijzondere boeken, maar alleen wanneer die te maken hebben met Haarlem of de andere bij het NHA aangesloten gemeenten, of met de Provincie Noord-Holland. Wanneer er hiaten in de collectie zitten, proberen we die aan te vullen. Soms komt er in het antiquarische circuit of op veilingen nog wel iets beschikbaar.’

Heeft ze misschien een wensenlijstje? Breeduit lachend: ‘O ja, middeleeuwse handschriften die in Haarlemse ateliers in de veertiende en vijftiende eeuw zijn gemaakt. Sommige bevinden zich al in erfgoedinstellingen, die zullen niet gauw deze kant op komen. Maar het zou kunnen dat er via veilingen nog iets gebeurt. En we krijgen gelukkig ook nog steeds schenkingen.’

Costeriana

Wat is er volgens haar uniek aan de NHA-collectie? ‘Met name de verzameling die naar aanleiding van L.J. Coster, de zogenaamde uitvinder van de boekdrukkunst, is opgebouwd in de negentiende eeuw, de Costeriana. Toen zijn er blokboeken (boeken uit de middeleeuwen gedrukt met behulp van houten printblokken; wdw) aangeschaft die vrijwel uniek zijn. Van de printblokken zijn elders nog wel meer afdrukken bekend, maar het is niet altijd duidelijk of ze van precies dezelfde blokken afkomstig waren. Deze verzameling is gelinkt aan Haarlem en zeer bijzonder vanwege de historische achtergrond.’

Hannah noemt vervolgens de Johannieter-bibliotheek. ‘Een groot deel daarvan hebben wij in ons bezit, omdat de Janskerk onderdeel was van de Commanderij van Sint Jan. Het bijzondere is natuurlijk dat deze verzameling nu op dezelfde plek – de Janskerk – wordt bewaard. Veel van de boeken zijn via de oorspronkelijke aanschafregisters en bezitterskenmerken in het boek terug te herleiden, zodat we weten: dit boek heeft ooit in de bibliotheek van de Johannieters gestaan. Elders in Nederland zijn niet zulke grote collecties die gerelateerd zijn aan de Johannieters.’

Pop-upboeken

Pratend over het bijzondere karakter van de collectie noemt ze ook de pop-upboeken, waarschijnlijk de grootste verzameling in een openbare instelling in West-Europa, zegt ze. ‘Die boeken beslaan de periode vanaf het einde van de negentiende eeuw tot nu. Ook deze verzameling komt van de stadsbibliotheek, die ooit is gestopt met het aanschaffen van nieuwe exemplaren. Nu verwerven we alleen nog als er een relatie is met Haarlem of een andere aangesloten gemeente.’

‘Pop-upboeken zijn van oudsher meer ter vermaak, dan ter lering,’ legt ze uit. ‘Meer om te laten beleven, dan een middel om te lezen en kennis te vergaren. De makers zijn eigenlijk kunstenaars, die zich afvragen: wat kan ik eigenlijk nog meer met een boek doen? Het zijn een soort kunstboeken. De vroegste voorbeelden waren uitsluitend voor kinderen bedoeld. Maar daarvóór, in de achttiende eeuw, hadden deze boeken een wetenschappelijke inslag. Met beweegbare onderdelen laten ze bijvoorbeeld zien hoe het planetenstelsel in elkaar zit. Vrij eenvoudig nog, maar voor die tijd wel bijzonder.’

Braaf

Dit voorjaar zijn de pop-up boeken samen met de historische kinderboeken verhuisd uit de openbare bibliotheek aan het Doelenplein naar het depot aan de Kleine Houtweg. Bij de kinderboeken gaat het om ongeveer 3000 exemplaren. Hannah: ‘Alles wat de stadsbibliotheek aan bijzondere kinderboeken had, is uiteindelijk terechtgekomen in de kinderboekencollectie. Daarbij gaat het vooral om achttiende- en negentiende-eeuwse exemplaren. De verzameling is opgebouwd uit verschillende schenkingen, onder anderen van de gemeentearchivaris C.J Gonnet (1842-1926). Een deel is geschonken door uitgevers uit Haarlem of daarbuiten.’

De kinderboekencollectie omvat veel divers materiaal, zegt Hannah: ‘Veel schoolboekjes, die trouwens op ons nogal braaf overkomen. Catechismusboeken, geografische werken, atlasjes en meer. Voor Nederland een unieke collectie. We zijn met een aantal andere erfgoedinstellingen aangesloten bij het centraal kinderboekenbestand, zodat onderzoekers gemakkelijker kunnen vinden wat ze zoeken. Er komen wel mensen bij ons langs om kinderboeken te bestuderen, maar feitelijk moet deze collectie nog ontsloten worden. Aanvragen zijn nu nog lastig af te handelen. Het verloopt nog via het systeem van de Bibliotheek Zuid-Kennemerland. De ontsluiting is nog “onder constructie”. Er zitten overigens ook Chinese kinderboeken bij en uitgaven die in het Arabisch geschreven zijn, maar die zijn nog nooit ontsloten, omdat het aan de know how en talenkennis ontbrak om dit te doen.’

Monsteronderneming

Hannah noemt de digitalisering van de collectie dé uitdaging voor de toekomst. Het NHA streeft naar de volledige digitale ontsluiting van de boekencollectie, waarbij het aloude bibliotheeksysteem in zijn geheel in het archiefsysteem is geïntegreerd. Een monsteronderneming. ‘Veelal kan dit geautomatiseerd gebeuren, maar een deel van de boeken moet handmatig worden ingevoerd, met name kwetsbare boeken zoals oud drukwerk en pop-upboeken. Sommige collectiestukken zijn zelfs helemaal nog niet beschreven. De kennis om dit te doen is er wel, maar het kost gewoon veel tijd. Het oude bibliotheeksysteem moet daarbij aansluiten op het nieuwe systeem. We willen het wel in een keer goed doen. Het gaat niet alleen om het overnemen van de titel en de auteursnaam. In boeken werden ook aantekeningen gemaakt, die onderzoekers veel kunnen leren over de eigenaar en de gebruiker van het boek. Deze moeten ook worden overgenomen.’

Ze noemt als voorbeeld de Biblia Pauperum, een armenbijbel uit 1460-1470, die ook op de tentoonstelling te zien was. ‘Dit blokboek is in 1981 aangekocht. Toen we het voor de tentoonstelling wilden laten fotograferen en uit zijn passe-partout haalden, bleken op de achterkant gegevens te staan, die ons nieuwe informatie gaven. Nu kijken we veel meer naar dit soort details. Het liefst zou ik ieder boek compleet willen beschrijven, inclusief de banden. Maar dit staat nog in de kinderschoenen.’

WorldCat

‘We zijn ook bezig,’ gaat ze enthousiast verder, ‘met de aansluiting van ons archiefsysteem op WorldCat (een online catalogus waar 72.000 bibliotheken uit de hele wereld bij zijn aangesloten; wdw). Via WorldCat worden online-bezoekers direct doorgelinkt naar het NHA. Dit platform is daarom veel interessanter voor ons dan Delpher. Intussen hebben we de eerste export van gedigitaliseerde titels gedaan. Nu gaan we kijken of het daar goed terechtkomt, hoe erop gereageerd wordt, of bepaalde zaken nog beter moeten, wat we er eigenlijk mee willen. We gaan bekijken welk uniek boekenmateriaal we nog meer hebben om te laten fotograferen en digitaliseren. Met digitalisering ben je nooit klaar, maar het streven is om zoveel mogelijk gedaan te krijgen.’

Spanning

‘Een ander punt is om onze collectie nog meer onder de aandacht te brengen. Concreet betekent dit: meer tentoonstellingen als ‘Een open boek’, meer op de website aanwezig zijn. In Haarlem en omgeving meer bekendheid creëren, bijvoorbeeld door artikelen te schrijven in plaatselijke kranten en tijdschriften,’ filosofeert Hannah. ‘De boekencollectie van het NHA heeft ook museale waarde, we zijn in de eerste plaats een erfgoedinstelling. Enerzijds moet de collectie vanwege de kwetsbaarheid goed worden geconserveerd, maar de boeken moeten ook kunnen worden ingezien op de studiezaal. Dit voelt als een tegenstelling, maar we moeten het zo zien te krijgen dat de stukken worden bewaard én door iedere bezoeker kunnen worden bekeken. Digitalisering kan hieraan bijdragen. Aan de University of St. Andrews in Schotland wordt geëxperimenteerd met het in 3D tonen van gedigitaliseerde objecten. Dat kunnen ook boeken zijn.’

Dit interview door Wim de Wagt was ook te lezen in ons magazine Uitgelicht van december 2021.