‘Mensen zijn enorm veerkrachtig’ – Dat ontdekte Anne Reitsma toen ze voor het Noord-Hollands Archief de lege theaters in Noord-Holland in beeld bracht. Ze ging in gesprek met de theatermedewerkers, die tijdens de coronaperiode de deuren moesten sluiten. In de nieuwste editie van Uitgelicht kun je meer lezen over haar project ‘Pauze’. Wij interviewden haar om nog wat extra achtergrond te krijgen bij haar project.
Hoe ben je erbij gekomen om dit project te doen, wat is jouw band met theater?
Ik fotografeer veel in het theater dus in die zin is het theater me wel bekend. En ik werd gevraagd door het Noord-Hollands Archief of ik iets wilde doen met Noord-Holland in coronatijd. En toen dacht ik: in de theaters is corona op twee manieren te zien: de zalen zijn leeg, en een deel van de stoelen is afgeplakt of met hoezen bedekt om de anderhalve meter aan te geven. En dat is natuurlijk nog nooit gebeurd. Daarbij dacht ik ook aan de medewerkers van de theaters. Die zitten normaal in een enorme dynamiek en die worden daar nu uitgehaald. Wat doet dat met ze? En hoe gaan ze ermee om? Daar was ik nieuwsgierig naar. Dus toen heb ik besloten de theaters en de theatermedewerkers te fotograferen, en hen ook te interviewen. Daarbij vond ik het belangrijk om alle medewerkers, met verschillende functies, aan het woord te laten. En om niet alleen de grote bekende theaters in beeld te brengen, maar ook de kleine culturele instellingen.
De Kleine Komedie in Amsterdam (foto: Anne Reitsma)
Hoe heb je de foto’s van de lege zalen verbonden aan de portretten?
Ik heb de medewerkers met een speciale techniek gefotografeerd in de context van hun plek. Ik kan portretten maken van de mensen, maar juist de context is hier natuurlijk heel belangrijk, dus die wilde ik echt laten zien. Ik heb daarom een techniek gebruikt waarbij je panoramafoto’s krijgt. Dus de portretfoto’s bestaan uit meerdere foto’s, sommige uit wel 15 of 20 foto’s in elkaar gezet, waardoor je panorama’s krijgt. De medewerkers zijn daardoor dus goed in hun context en in de leegte te zien.
Bereikte je het effect dat je zocht?
Ja, het is gelukt – de mensen zijn te zien zoals ze zich op dat moment voelden, en je ziet ze in een omgeving die normaal vol is. Nu was die omgeving leeg, soms met opgestapelde stoelen of met rommel op de achtergrond. Een theater is normaal natuurlijk heel clean door de ogen van het publiek. Nu was dat niet het geval en dat is te zien. Dus ik denk dat de context mee fotograferen erg functioneel was.
De Kampanje in Den Helder (foto: Anne Reitsma)
Hoe werden de voorstellingen voor beperkt publiek door de artiesten ervaren?
Een artiest functioneert eigenlijk het beste als hij wuivend riet heeft. Dus wuivend riet – ik weet niet of je de term kent – dat werkt als volgt: als een artiest op het podium staat, dan reageert de voorste rij als eerste, en het heet wuivend riet, want dat gaat zo [ze maakt een golvende beweging] door de zaal heen, en dat komt ook weer terug. Dus het mooiste is als dat gebeurt. Maar daar heb je een volle zaal voor nodig. Want het publiek reageert ook op elkaar, dus als iemand heel hard lacht, gaat iemand anders ook lachen. Maar als je op afstand zit van elkaar, voel je je heel aanwezig in een zaal, veel meer dan als je tussen duizend man zit. En als mensen zich niet vrij voelen om te lachen of om er te zijn, dan werkt het eigenlijk niet zo goed. Dus voor de artiesten is dat heel moeilijk.
Hoe was het toen de theaters helemaal moesten sluiten?
Iedereen in de theaterwereld – of je nou horeca, schoonmaak, marketing of management doet – iedereen zit in een continue dynamiek. Maar op een gegeven moment viel het helemaal stil. En een theater heeft echt iets triests als het leeg is, want een theater hoort niet leeg te zijn. Eén interview maakte bijvoorbeeld grote indruk op mij: je moet je voorstellen dat je horecaman bent, je hele leven al, en je bent altijd, elke avond, weg van huis. Je zorgt ervoor dat de boel draait en dat het personeel het naar zijn zin heeft, en je bent dus continu ‘aan’ als horecamedewerker van zo’n theater. En deze man, Ad heet hij, moest gewoon letterlijk ‘uit’; hij zegt: ‘Er is gewoon niks te doen’. Dit zijn mensen die altijd in de reuring zitten en daar ineens uitgetrokken worden, en dat doet natuurlijk veel met ze. Dus dat wilde ik graag een podium geven en laten zien. En de titel ‘Pauze’ refereert aan de pauze in het theater zelf. Normaal hoort er een pauze te zijn in het theater, maar nu zijn de theaters zelf in pauze.
De toneelmeester van de Schouwburg in Amstelveen (foto: Anne Reitsma)
Hoe vond jij het om met de medewerkers te werken?
Normaal als ik in het theater ben om te fotograferen, dan ben ik altijd onder enthousiaste mensen, mensen die trots zijn op het theater en op wat ze die dag weer hebben neergezet. En dat was nu niet zo. Dus je voelt een bepaalde bescheidenheid naar de mensen toe, en medeleven. Ik voelde zelf ook de kilheid als ik rondliep in de lege theaters. En dat is natuurlijk als fotograaf goed om te voelen, want daardoor kun je het ook vastleggen. Ik heb het niet mooier geprobeerd te maken dan het was. Maar ik vond het gewoon verdrietig, dat dit nodig was. En dat er zo veel leed is ontstaan hierdoor. Zonder dat ik met het project op enige manier een oordeel heb willen vellen. Ik wilde het laten zien zoals het was. Want wat ik eigenlijk hoop te bereiken met het project is dat we het niet vergeten, hoe het was, en hoe verdrietig het was. Maar ook dat mensen enorm veerkrachtig zijn.
De horecacoördinator van theater de Kampanje in Den Helder (foto: Anne Reitsma)
Heb je nog een boodschap voor de theatermedewerkers?
Ja, ik ben de theaters en de medewerkers heel erg dankbaar dat ze open zijn geweest door hun verhaal te vertellen aan mij, en dat ze op de foto wilden. Want het is niet zo makkelijk om gefotografeerd en geïnterviewd te worden als je je niet zo fijn voelt. En mensen hebben toch meegedaan, en ik er ben trots op dat dat gelukt is. Dus ik vind dat heel bijzonder en daar ben ik ook echt dankbaar voor.
Kijk hier naar een compilatie van de interviews met de gefotografeerde medewerkers.