Het kan zijn dat de bezoeker een nieuw gezicht opmerkt bij de tentoonstelling ‘Vrouwen in verzet’. 28 jaar geleden zag ik haar zelf voor het laatst, mijn overgrootmoeder Luciana Bokma-Rescia (1902-1995). De Italiaanse vrouw van mijn Nederlandse overgrootvader Jan Bokma. Hij had een groot intellect, zij was ‘gewoon’ de huisvrouw, werd me later verteld. Maar klopt dit beeld wel?
Luciana Bokma-Rescia
In juni 2020 ontmoet ik journaliste Daniela Tasca tijdens een podcastcursus. Ze is schrijfster van onder andere 1001 Italianen. Al snel ontdek ik tot mijn verbazing dat mijn overgrootouders in haar boek genoemd worden. Daniela reageert uitbundig op mijn bericht, zij blijkt al twee jaar op zoek naar nazaten van Luciana, ’tot nu toe de enige bekende Italiaanse vrouw in het Nederlandse verzet,’ haar ‘verzetsheldin’. Heldin? Zat mijn overgrootmoeder, de huisvrouw, echt in het verzet, zoals Daniela beweert?
Onze ontmoeting zet het onderzoek van Daniela opnieuw in beweging, nu samen met mij. Want mijn oma Luisa, een van de twee dochters van Luciana, leeft nog. We spreken met zijn drieën af. Onze kennismaking verandert al snel in een zes uur durend archiefonderzoek. De fotoboeken van Luciana ken ik van vroeger, maar eerder was me niets bijzonders opgevallen.
Achter wat onschuldige vakantiekiekjes ontdekken we nu waardevolle archiefstukken. Het merkwaardigste dat we tegenkomen is een brief van historicus en voormalig NIOD-directeur Loe de Jong, verscholen in een multomap, waarin duidelijk wordt dat het echtpaar Bokma een spil was in het verzet. Dat bewijzen de brieven van mensen die de oorlog (mede dankzij hen) hebben overleefd.
Zoektocht
Het vervolg van de zoektocht naar Luciana’s verleden gaat niet zonder slag of stoot. Er leven nog maar een handvol mensen die haar persoonlijk hebben gekend. Het brengt ons naar de vrouwen in mijn familie: naast mijn oma ook mijn moeder Marieke, en de partner van mijn overleden oudtante Saskia. Zoals dat gaat met herinneringen, vervagen ze. Hoewel mondelinge overlevering een belangrijk aspect is van ons onderzoek, kunnen Daniela en ik niet alles voor waarheid aannemen. Het is en blijft bovendien perceptie. Door de interviews ontstaat wel een steeds completer beeld van Luciana. Ze was een huisvrouw, maar wél een met een sigaret achter het fornuis en een stevig karakter.
We bezoeken ook het NIOD, waar we nog een dossier over mijn overgrootvader vinden. Daarin lezen we onder meer dat mijn overgrootouders ‘honderden mensen’ het leven hebben gered voor en tijdens de oorlog door het opnemen van onderduikers en door het vervalsen (en vervoeren) van paspoorten. Dit maakt op ons een diepe indruk.
Daniela Tasca bij het NIOD met het dossier van Jan Bokma
Vervalsing
De mooiste vondst tijdens het onderzoek is voor mij een VHS-tape bij mijn oma, die afkomstig blijkt uit het archief van Migrantentelevisie. Eind jaren tachtig is Luciana geïnterviewd over haar leven als Italiaanse in Amsterdam. Al snel gaat het toch over de oorlog: het is de enige keer dat ze zelf vertelt over haar rol in het verzet. Luciana en Jan faciliteerden de vervalsing van persoonsbewijzen in hun woning op de Prinsengracht en Luciana vervoerde deze met gevaar voor eigen leven richting Parijs.
Het verzetsverhaal van Luciana komt langzaam maar zeker boven water. Maar waarom is dat verhaal zo lang verborgen gebleven? Binnen onze familie en daarbuiten?
Aanrecht
Tekenend voor hoe de geschiedschrijving in Nederland is omgegaan met de verhalen van verzetsvrouwen is een alinea uit de biografie (Paul de Groot, staatsvijand nr. 1, 1996) van de communistische partijleider Paul de Groot. Mijn overgrootvader wordt hierin opgevoerd als bron, hij was nauw betrokken bij de communistische partij, en ook Luciana wordt aangehaald. Ze heeft alleen geen naam, maar is ‘de vrouw van Jan Bokma’, die ‘wat uit de keuken mompelt’.
Luciana wordt steevast getypeerd als een vrouw die achter het aanrecht stond. Maar dat is eigenlijk helemaal niet zo vreemd. Veel verzetsvrouwen werden na de oorlog teruggejaagd in het huisvrouwenbestaan. De generaties die volgen zien deze vrouwen vooral in de moederrol en de identiteit van dappere verzetsheldin verdwijnt naar de achtergrond.
Erkenning
Luciana verdient erkenning voor haar verzetsverleden. Dankzij de aandacht van het NHA kunnen we dit realiseren. Als kers op de taart is haar portret onlangs toegevoegd aan de tentoonstelling ‘Vrouwen in verzet’.
Nu kan ik regelmatig bij mijn overgrootmoeder Luciana ‘op visite’ bij het NHA, dat ongeveer in mijn achtertuin ligt. Luciana staart me dan wat dromerig aan, vanaf het plafond van de Heemsteedse Kapel in de Janskerk. Als ik de kapeldeur achter me dichttrek, weet ik dat ze in goed gezelschap verkeert tussen al die andere verzetsheldinnen – in dat rijtje hoort ze nu ‘officieel’ thuis.
Dit artikel is verschenen in Uitgelicht juli 2023, nr. 20.
Tekst: Noémi Prent / beeld: Noord-Hollands Archief, familiearchief Bokma