Zo vroeg mogelijk zo veel mogelijk herrie maken en uitslapers plagen: dat is Luilak, een eeuwenoude traditie die je in grote delen van Noord-Holland terugziet.
Kinderen die onchristelijk vroeg iedere vindbare deurbel indrukken of met rammelende blikjes door de straat fietsen – de zaterdag voor Pinksteren loop je in Noord-Holland het risico dat je een stuk vroeger wakker wordt dan je van plan was. Als je zoekt in het archief stuit je al snel op allerlei wonderlijke tradities rond Luilak, zoals deze feestdag heet. Wat waar is van die verhalen en wat niet, is niet eenvoudig te duiden, maar fascinerend zijn de verhalen hoe dan ook.
Lawaai makende jongen in de Grote Houtstraat
Hollandse traditie
Over één ding bestaat geen twijfel: wie van uitslapen houdt, is met Luilak de pineut. Daarna wordt het al snel schimmiger. Zo wordt Luilak volgens Wikipedia gevierd tussen Texel en Delft. Een Hollandse traditie dus, zou je zeggen. Maar volgens een artikel uit 1938 in het Haarlem’s Dagblad was het evengoed een bekende traditie in het Overijsselse Genemuiden.
Florafeest
Ook over de herkomst doen verschillende verhalen de ronde. Luilak zou verwijzen naar Piet Lak, een Amsterdamse nachtwacht van het Stadhuis op de Dam die in 1672 in slaap zou zijn gesukkeld. We zouden het feest ook te danken kunnen hebben aan het Germaanse gebruik om de winter te verdrijven en de bloemengodin Flora te eren. Toen het christendom overheersend werd, is het heidense Florafeest omgedoopt tot het christelijke pinksterfeest. De verwijzing naar de godin Flora zag je terug in de Pinksterblom of Pinksterbruid, de traditie om een jong meisje met bloemen te sieren en rond te dragen.
Kinderen nabij de Grote Houtbrug/Raamsingel keren huiswaarts met de op de Luilak-bloemenmarkt gekochte planten en bloemen, 1960
Brandnetels
Tegenover de fleurige, vrolijke bloemenfeesten stond het ruige Luilak. Volgens de Nieuwe Haarlemsche Courant uit 1932 kwamen jongeren honderden jaren geleden al op de vrijdag voor Pinksteren bij elkaar om brandnetels te plukken. Wie de volgende dag als laatste opstond, kreeg een kroon van brandnetels op zijn hoofd. Volgens het artikel werden de deuren van de slapers daarna dichtgebonden met wilgentakken en viezigheden. Vervolgens werden de bewoners met veel lawaai gewekt en gedwongen om door het raam naar buiten te klimmen.
Natuurlijk liep de baldadigheid al snel uit de hand. In Amsterdam werden de stadspoorten eeuwen geleden op de zaterdag voor Pinksteren al gesloten om de raddraaiers buiten de deur te houden. In de Zaanstreek stond al in de jaren dertig de brandweer paraat om brandjes te blussen en ook recenter werd er bij Luilak veel vandalisme gepleegd.
Grote drukte op de Luilak-bloemenmarkt op de Raamsingel, 1949
Potjesmarkt
Gelukkig kent Luilak ook vriendelijkere elementen. Luilakbollen bijvoorbeeld – warme broodjes met stroop. En in Haarlem wordt Luilak voorafgegaan door de ‘potjesmarkt’, een nachtelijke bloemenmarkt van vrijdag op zaterdag. Dit jaar werd voor het voortbestaan van de markt gevreesd. Maar in Haarlem’s Dagblad werd in de jaren dertig van de vorige eeuw ook al met enige weemoed geschreven dat de Luilakviering ’heelemaal in onbruik geraakt is’. Toch trokken decennia later nog steeds kinderen door de straten om mensen uit hun bed te trommelen en uitslapers te plagen. Dat biedt goede hoop voor de bloemenmarkt.
Luilakmarkt, 1954
Dit artikel is verschenen in het magazine Uitgelicht nr.18 / juni 2022
Er zijn in de onze beeldbank van Fotopersbureau De Boer nog veel meer beelden te vinden over de luilak-traditie. Neem hier een kijkje!