Aan de Kruisstraat 8-10, tussen het Haarlemse station en het centrum in, is vandaag de dag een Albert Heijn-filiaal gevestigd. Maar ruim 150 jaar geleden werd dit pand in gebruik genomen als hotel. En niet zomaar een hotel – het was het luxueuze ‘Grand Hotel Funckler’.
De fameuze status van Grand Hotel Funckler is voornamelijk terug te zien in het gastenboek dat bewaard is gebleven. Dat staat namelijk vol met handtekeningen en opmerkingen van personen met veel aanzien, zoals koninklijke hoogheden, ministers, gezanten, baronnen en baronessen, generaals en officieren van over de hele wereld.
Beroemde gasten in Haarlem
De allereerste handtekening in het gastenboek dateert van 27 juli 1898 en is afkomstig van M. (monsieur) en Mme (madame) de Maindreville. Zij kwamen helemaal uit Frankrijk - Chateau d’Aramont bij Compiègne - per auto (‘en automobile’). Verder bezoeken in dat jaar onder andere ‘prince’ Marcel Czartorysk van Oostenrijk, prinses Von Wied (prinses der Nederlanden), Général Larchay uit Frankrijk, Eduoard Otlet uit België (politicus & ondernemer), een baron uit Duitsland en een Sulthan uit Irak het hotel.
Een bijzondere koninklijke gast uit eigen land was Prins Hendrik, echtgenoot van H.M. Koningin Wilhelmina. Niet alleen in 1906, maar ook in 1925 schreef hij zijn handtekening in het gastenboek van Grand Hotel Funckler. Een andere gast die tot slot niet ongenoemd mag blijven is Hendrik Colijn, de minister van Oorlog (van 1911 tot 1913). Hij brengt op 25 september 1912 een bezoek aan een de infanterie-kazerne aan de Koudenhorn (het huidige politiebureau) én doet aansluitend Grand Hotel Funckler aan.
Buitenlandse hoogheden
Maar ook buitenlandse hoogheden weten zoals gezegd het Haarlemse hotel te vinden. In Haarlem’s Dagblad van 2 mei 1910 vermeldt de rubriek ‘Stadsnieuws’: ‘Laten we beginnen met het te constateeren, dat Haarlem en de Haarlemmers den zeldzamen gast waardig hebben ontvangen!’ Het betreft niemand minder dan de voormalige president van Amerika, Theodore Roosevelt, die samen met zijn vrouw en twee kinderen de lunch gebruikt in het hotel. Roosevelt was van 1901 tot 1909 president.
In 1931 bezoekt nog een beroemde Amerikaan het hotel, namelijk filmmaker Cecile B. Demille. Zijn voorouders waren van Nederlandse afkomst en voerden in 1658 met het schip 'De vergulde bever' van Amsterdam naar het huidige New York. De oorspronkelijke familienaam was Mil (molen) en dat verklaart dan ook zijn humoristische ondertekening in het gastenboek: ‘From Haarlem in 1609 returned 1931.’
In 1901 is de koningin van Italië, koningin Margaretha van Savoye, te gast. Hoewel ze kunstenaars en schrijvers ondersteunde, verschillende culturele organisaties opzette en veel aan liefdadigheid deed, werd ze vooral bekend door de pizza Margherita die naar haar is vernoemd.
Un sejour agréable
Behalve hun handtekeningen schreven veel gasten ook hun positieve ervaring in het gastenboek of zelfs in later opgestuurde brieven, postkaarten of losse kaartjes. Zo schreef Wilhaus Philips in 1921: ‘souvenir d'un sejour agreáble’ (een aangenaam verblijf om niet te vergeten), schreef in 1933 een gast (naam onleesbaar) ‘Aimable et confortable hospitalité à l'hotel funkler’(vriendelijke en comfortabele gastvrijheid in hotel Funkler) en een gast in 1936 (naam onleesbaar) ‘A most charming hotel’ (een zeer charmant hotel).
De neergang van het ‘Grand hotel’
Vanaf 1953 gaat het echter bergafwaarts met Hotel Funckler. In de lokale kranten verschijnen met enige regelmaat berichten dat de kans groot is dat het hotel mogelijk binnen afzienbare tijd verdwijnt uit Haarlem. Er worden onderhandelingen gevoerd met N.V. Slavenburgs Bank die in 1954 eindigen in een civiele procedure tussen N.V. Funckler en N.V Slavenburgs Bank, omdat de heer Jacobi (de eigenaar) het niet eens is met een overeenkomst over de verkoop van het pand, die mondeling zou zijn bereikt. In 1956 gaat de Haarlemse gemeenteraad akkoord met aankoop van het hotel om de bestemming van het pand met het oog op het aanzien van de Kruisstraat in de hand te houden, maar uiteindelijk houdt Gedeputeerde Staten de aankoop tegen. In maart 1957 wordt het pand verkocht en ingericht als hoofdkantoor en verkooporganisatie van de grammofoonplatenmaatschappij Artone.