Menu

Het verhaal van Trijntje van Keulen

Trijntje (Truus) van Keulen groeit op in de Jordaan. De overvolle arbeidersbuurt is een links bolwerk waar de communisten veel aanhangers hebben. Dit geldt ook voor de familie van Truus, die sterk antifascistisch is. Omdat de communisten ideologisch gezien de grote vijand zijn van de fascisten, vormen ze een gemakkelijk doelwit voor de nazi’s als Nederland in mei 1940 wordt bezet. Veel communisten gaan vrijwel meteen in het verzet.

Zo ook de zestienjarige Truus van Keulen. Via haar zwager Jan Klein begint ze met werk voor de illegale Communistische Partij Nederland (CPN). Truus helpt hen door in de Jordaan krantjes en biljetten te verspreiden en pamfletten aan te plakken die oproepen om in verzet te komen tegen de Duitse bezetters en hun Nederlandse collaborateurs. Naarmate de oorlog vordert groeit het verzet en haar aandeel daarin. Het duurt niet lang of Truus verricht ook koerierswerk. Als meisje wordt ze niet snel verdacht.


Portretfoto Trijntje (Truus) van Keulen (van kleur voorzien door Jakob Lagerweij).

Schuilnamen

Omdat ze bekend is met ‘de illegaliteit’ spreekt ze in 1943 Johan Bosman aan in de ijssalon waar ze werkt. Per ongeluk laat hij een hoeveelheid bonnen zien, waarop zij zegt: ‘Hé, die heb ik ook nodig!’ Johan voelt zich betrapt, maar vraagt wel of Truus hem wil helpen met zijn werk in het huisvesten van onderduikers. Onder verschillende schuilnamen (Maruschka/Jopie/Elly) doet Truus van alles voor de illegaliteit. Zo vervoert ze illegale papieren, bonnen en geld voor onderduikers, maar helpt ook mee bij liquidaties en overvallen.

Schietpartij

Meer verzetsactiviteiten ontplooien betekent ook meer kans dat je gepakt wordt, of erger. Zo komt Truus op een gegeven moment in het café van Kees Arkenbout op de Nieuwendijk. Dit café dient ook als schuiladres voor verzetslieden. Hier treft Truus een dronken, hoge officier van de Kriegsmarine. Als ze ziet dat zijn pistool open en bloot in zijn colbertjasje hangt, besluit ze het te stelen. De eerste poging mislukt – haar compagnon vindt het te link. Bij de tweede poging heeft de officier het door en slaat haar hard in het gezicht terwijl ze het pistool in haar vingers heeft. Omdat het café een schuilplaats is van het verzet, ontaardt de schermutseling in een schietpartij. De officier overleeft het niet. Truus ontkomt ternauwernood aan de dood.

Wrok

Truus haalt uiteindelijk het einde van de oorlog en komt als verzetsvrouw die haar sporen heeft verdiend bij de Politieke Opsporingsdienst. Deze dienst moet na de bevrijding alle collaborateurs oppakken en gevangenzetten. Helaas wordt deze dienst snel bemand door mensen die pas tegen het einde van de oorlog bij het verzet kwamen en die hun wrok over vijf jaar oorlog willen botvieren op de gevangenen door hen te vernederen. Truus verlaat daarom deze dienst weer snel.


Het oppakken van collaborateurs. Truus staat erbij in haar zwarte rok.

Diepe sporen

Vijf jaar verzetswerk laat bij velen diepe sporen achter. Overal worden rustoorden en herstellingskampen ingericht waar verzetslieden mogen aansterken. Truus gaat in augustus 1945 samen met 202 anderen naar een Herstellingskamp in Denemarken, samen met onder anderen Truus Oversteegen. Als pas in 1981 de verzetsherdenkingskruizen worden uitgereikt, krijgt Truus als een van de relatief weinige vrouwen deze onderscheiding. Op 94-jarige leeftijd sterft Truus in 2018 in Amstelveen.

Foto's: Privécollectie J. Bosman.