Menu

Het verhaal van Annick van Hardeveld

Annick (Germaine Mathilde) van Hardeveld wordt in 1923 geboren in Amsterdam. Ze is het eerste kind van haar vader Jan van Hardeveld en haar Franse moeder Germaine Bertin. Een paar jaar later wordt nog een jongetje geboren: Yann Emile. Als de oorlog in mei 1940 uitbreekt is Annick zestien jaar en net begonnen aan de opleiding tot verpleegster bij het Rode Kruis.


Annick in juni 1943

Het Rode Kruis

In 1942 krijgt Annick haar diploma en is het zover: ze kan aan de slag als verpleegster. Annick gaat werken in het Whilhelmina Gasthuis, een ziekenhuis waar ook politieke gevangenen worden vastgehouden. Omdat Annick verpleegster is heeft ze een legitimatie van het Rode Kruis. Met dit bewijs mag Annick de straat op, ook als voor anderen de avondklok geldt. Iets wat heel handig is voor haar latere verzetswerk.

Het echte werk

Waarschijnlijk begint Annick in 1943 met haar verzetswerk. Ze werkt als koerierster voor de verzetsgroep C-Max III onder leiding van Ton Schilling. Als koerierster heeft Annick verschillende taken: ze vervoert bonkaarten en valse papieren, maar ook wapens en soms zelfs onderduikers. Met bonkaarten kunnen mensen eten kopen en dus zijn deze kaarten erg gewild, zeker voor mensen die onderduikers in huis hebben. Er moeten dan immers nog meer monden gevuld worden. Ton Schilling vertelt na de oorlog over de wilskracht van Annick: ze ‘moest erbij zijn’, ze moest helpen. Hoewel ze nog erg jong is als ze zich aanmeldt bij de verzetsgroep van Schilling, weet Schilling dat als hij haar niet aanneemt, ze zich bij een andere groep zal aanmelden. Vanaf 1943 gaat Annick aan de slag als koerierster, in een groep van andere vrouwen die hetzelfde werk doen. Koeriersters zijn een belangrijke spil in de oorlog: naast de bovengenoemde werkzaamheden zorgen koeriersters voor de onderlinge communicatie tussen andere verzetsleden.


Een van de koeriersters op de wacht in het raam, ca. 1944. Foto privécollectie A. van Hardeveld

De winter van 1944-1945 is extreem koud en bovendien zijn er nauwelijks brandstoffen. Amsterdam wordt geplaagd door kou en honger. Foto’s van verzetsgroep ‘de Ondergedoken Camera’ laten zien hoe er eindeloze rijen voor voedseldistributiekantoren staan, en hoe magere kinderen over straat zwerven op zoek naar eten. Toch groeit in de eerste maanden van 1945 hoop in Amsterdam. Via de radio hoort Annick dat het zuiden van Nederland al bevrijd is, en dat de geallieerden steeds meer terrein winnen. Zou de bevrijding er dan nu echt aankomen?

Laatste koerierster

In de eerste meidagen van 1945 gonst het gerucht in Amsterdam: Adolf Hitler heeft in zijn eigen bunker zelfmoord gepleegd. De veroorzaker van de gruwelijke oorlog is dood, nu kan die oorlog toch niet langer voortduren? In de avond van 4 op 5 mei viert Annick feest. Met een Nederlandse vlag om haar schouders geslagen drinkt ze met haar medeverzetsleden op de aanstaande bevrijding. Maar er is nog één obstakel, want hoewel de oorlog zo goed als voorbij is, zijn er nog altijd veel gewapende Duitse soldaten aanwezig. En sommigen daarvan zullen zichzelf niet snel overgeven. C-Max III heeft de plannen al klaar liggen voor als dit niet gebeurt. Als de laatste Duitsers zich niet overgeven, moeten de verzetsleden met geweld de Duitse Kommandantur aanvallen. Als haar ouders en broertje slapen, in de nacht van 4 mei, vertrekt Annick naar het Vossius Gymnasium in Amsterdam-Zuid. Hier krijgt ze instructies van Ton: Annick moet mede-verzetsleden in Amsterdam-Noord inlichten over hun plan en oproepen zich te verzamelen in de school. Een riskante taak, maar dat houdt Annick niet tegen. Ooit zei ze tegen haar commandant: “Ik wil het echte werk doen, door weer en wind.”

Ist sie tod?

Annick gaat op haar herenfiets met houten wielen op weg naar Amsterdam-Noord. Ze draagt haar verpleegsterskostuum en heeft haar Rode-Kruis-legitimatie bij zich, zodat ze een excuus heeft als ze wordt aangehouden. Opgewekt over de aanstaande bevrijding fietst Annick in het holst van de nacht naar het station. Maar vlak voor het station, op het Hekelveld, wordt Annick uit het niets in haar rug geschoten vanuit een overvalwagen. Het is de ordepolitie, de zogenaamde Grüne Polizei. Met machinegeweren lossen ze zo’n 10 à 15 schoten op Annick. “Een jonge vrouw, haar gelaat al onder het bloed”, schrijft ooggetuige Jacobus Buijs in zijn dagboek, “ligt op ‘t trottoir en bij het licht van de schijnwerpers van een patrouille-auto staan drie Grüne Polizei beambten hun pistolen snel te herladen. Er wordt nog even gevraagd ‘Ist sie tod?’ en één beambte belicht met z’n zaklantaarn het lijk, schopt er even tegenaan en antwoordt: ‘Ja’, dan stappen ze op de auto en rijden weg.”

Na de oorlog

Annick overlijdt op 21-jarige leeftijd in de vroege ochtend van 5 mei. Daarmee is ze vermoedelijk de laatste verzetswerker die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland om het leven komt. Terwijl een uur later de overgave een feit is en Nederland de bevrijding viert, zijn haar familie en vrienden in diepe rouw. Ze zal met militaire eer door haar intens verdrietige verzetscollega’s worden begraven. Op een foto die na de uitvaart van Annick is gemaakt staan de mede-koeriersters van Annick bij elkaar. Hun gezichten staan triest en in het midden prijkt een gat waar Annick had moeten staan. Maar Annick is niet vergeten: een groep fietskoeriers houdt jaarlijks een alleycat – een wedstrijd voor fietskoeriers – die met als finish het monument voor Annick op het Hekelveld. Na de race is de gedenksteen van Annick gevuld met rode rozen.


De begrafenisstoet van Annick. Foto privécollectie A. van Hardeveld

Meer lezen over Annick van Hardeveld?

Hardeveld, Yann en Annick van, Annick van Hardeveld 1923-1945. Een persoonlijke familiegeschiedenis (Eindhoven 2013)

Huygens Instituut, Hardeveld, Annick Germaine Mathilde van (1923-1945)