Menu

Het verhaal van Hendriek Breukelaar-Verburg

Hendriek Verburg wordt in 1905 geboren in het Noord-Hollandse dorpje Noord-Scharwoude. Ze is de dochter van Peter Verburg, de eigenaar van de conservenfabriek in het dorp. Als haar vader op jonge leeftijd sterft in 1924 neemt zij samen met een andere vrouw, mevrouw Edel, het roer over. Dat twee vrouwen een dergelijk bedrijf runnen is voor die tijd vrij uniek, en het zorgt ervoor dat Hendriek al op jonge leeftijd weet hoe ze een organisatie moet leiden. Als haar zus Grieke in 1930 overlijdt, trouwt Hendriek met Grieke’s weduwe, Harry, zoals wel vaker gebeurt in die tijd. Zo komt Hendriek in Haarlem terecht.


Hendriek op vijftienjarige leeftijd. Erven H. Breukelaar-Verburg

Het huis van Hendriek

Gelijk na de inval voelt Hendriek al het onrecht van de situatie. In november 1940 komt ze daarom in actie. Ze begint met het verspreiden van de eerste exemplaren van Vrij Nederland. Als Vrij Nederland al in januari 1941 met arrestaties te maken krijgt zoeken enkelen van deze groep onderdak bij Hendriek. Met het hebben van onderduikers komt logischerwijs ook het regelen van distributie-kaarten: ‘wij waren bij de eersten, die ermee begonnen […] we kregen aanvragen uit het heele land binnen.’ Het huis van Hendriek staat al snel bekend als goede schuilplek en doorgangsplek. Gedurende de oorlog blijven er tientallen mensen kort overnachten, onder wie de latere minister-president Barend Biesheuvel. Cor van Stam, leider van het verzet in de Haarlemmermeer, omschrijft later: ‘In het huis op het Frans Halsplein ging het verzet in en uit. Alle Haarlemmers met wie ik in verbinding stond, kenden dat adres en kwamen er regelmatig.’ Het lijkt dus slechts een kwestie van tijd voordat Hendriek op de radar van de Duitsers komt.

Mijn geest was in verzet

In mei 1943, na al tweeënhalf jaar verzet, is het dan voor het eerst raak. Na de arrestatie van een voormalig onderduiker wordt het adres opgegeven en Hendriek gearresteerd. Ze moet mee naar het politiebureau in de binnenstad en geeft tijdens de lange verhoren niets prijs. Daarom wordt ze veertien dagen in hechtenis naar de gevangenis aan de Amstelveensche Weg in Amsterdam gestuurd. Daar komt ze terecht in erbarmelijke omstandigheden. ‘Ik kwam als zevende vrouw in een één-persoonscel. Het was er zoo propvol, dat er geen matrassen, beddegoed, lepels, handdoeken, kortom niets meer beschikbaar was. Mijn medegevangenen zaten al 7 a 8 maanden en waren uitgehongerd.’ De verhoren die ze daar ondervindt worden niet meer door ‘foute’ (collaborerende) Nederlandse agenten gedaan, maar door Duitsers. Hun technieken waren veel geraffineerder, maar Hendriek weet waar ze op moet letten. Zo weet ze dat er tijdens verhoren injecties gegeven worden om mensen sneller tot bekentenissen te dwingen. ‘Toen ze me dan ook tegen wil en dank drie morfine-injecties gaven – ik heb de ampullen zelf gezien – was mijn geest in verzet – ik stond schrap.’ Smakelijk lachend vertelt ze verder dat de morfine niet het gewenste effect hebben en alleen haar benen slap maken. ‘Een heele tegenvaller, geloof ik’.


Hendriek vlak na de bevrijding. Erven H. Breukelaar-Verburg

Uiteindelijk wordt Hendriek door haar familie vrijgekocht. Hendriek gaat onvermoeibaar door met haar verzetswerk. Door haar connecties en charmes komt Hendriek in contact met de SD op de Euterpestraat in Amsterdam. Zo raakt de groep van Hendriek op de hoogte van invallen voordat ze plaatsvinden. De SD probeert Hendriek nog tot dubbelagent te maken, maar helaas voor SD-agent Willemse heeft Hendriek hem ‘zeer rondweg van antwoord gediend!’ De laatste maanden van de oorlog blijft ze actief en weet ze door de voorkennis tot driemaal toe een arrestatie te ontlopen.

Na de oorlog

Na de oorlog is Hendriek als enige vrouw toegetreden tot de Districts-commissie van Advies voor het Militair Gezag. Ook wordt ze actief voor Nederlands Volksherstel en houdt ze zich dan samen met Cor van Stam bezig met de Stichting 1940-1945 in oprichting. Over haar rol in het verzet zegt ze achteraf: Het mooie was, dat je jezelf volkomen kon wegcijferen en dat het niet ging om eer, of bekendheid, of persoonlijk gewin – integendeel, dáár was nu wel heelemaal geen kwestie van! Maar al je capaciteiten konden gebruikt worden en er viel ook moreel zoveel te steunen. […] We hebben toch mogen bereiken dat velen niet naar Duitschland zijn gegaan en dat er heel wat voor hongersnood bewaard zijn gebleven.’


Hendriek bij een defile voor de koningin, ca. 1950. Erven H. Breukelaar-Verburg

Meer lezen over Hendriek Breukelaar-Verburg?

Mart van de Wiel, ‘Vrouwen in verzet, Verzetsvrouwen in de Tweede Wereldoorlog en het verhaal van de Haarlemse Hendriek Breukelaar-Verburg’ in Haerlem Jaarboek, 2021