Menu

Geschiedenis van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Spaarnwoude is, net als Heemstede, Haarlem en Schoten, gelegen op een lange, van zuid naar noord lopende strandwal die ongeveer 7000 jaar geleden is gevormd. In de loop van de tiende en elfde eeuw zijn de uitgestrekte bossen op deze strandwal gerooid om meer landbouwgrond te krijgen. Vanaf de elfde eeuw zijn de bewoners ook begonnen met het ontginnen van de uitgestrekte veenvlakte ten oosten van de strandwal. In 1288 wordt Spaarnwoude genoemd als een zelfstandige parochie met Sint Gertrudis als patrones. Tot de parochie behoorden ook het Hofambacht, Houtrijk en Polanen (het tegenwoordige Halfweg) en het gehucht Haarlemmerliede gelegen aan de Liede, die het Spieringmeer verbond met de Mooie Nel en het Spaarne. Liede is een synoniem van Lede of Leid, dat waterloop betekent.

Open verbinding

Als gevolg van de ontginningen begon het maaiveld te dalen, zodat het land steeds drassiger werd. Dit betekende enerzijds dat de bewoners het verbouwen van graan moesten opgeven en overschakelen op veeteelt, en anderzijds dat de landerijen en weidegronden het gevaar liepen overstroomd te worden door het water van het Wijkermeer en het IJ, die via de Zuiderzee in open verbinding stonden met de Noordzee. Vandaar dat al in de twaalfde eeuw tussen Spaarndam en Amsterdam een dijk werd aangelegd. Tijdens de Sint Elisabethsvloed van 1421 werd de dijk zo zwaar beschadigd dat herstel geen zin had. Daarom werd besloten een nieuwe en zwaardere dijk op te werpen verder landinwaarts, de huidige Hoge Spaarndammerdijk. Sindsdien is sprake van een Spaarnwoude Binnen en Buiten en een Hofambacht Binnen en Buiten de dijk.

Treurig beeld

Toen in 1514 in verband met een nieuw in te voeren belasting aan de Spaarnwouders werd gevraagd hoe hun dorp ervoor stond, verklaarden zij onder ede dat hun dorp slechts 63 huizen telde waarvan er 13 onbewoonbaar waren en dat zij zich voornamelijk bezighielden met de veeteelt, de visserij en het onderhouden van de dijken. De Hofambachters schetsten een nog treuriger beeld. Zij verdienden hun brood voornamelijk met het bouwen van eenden- en vogelkooien en hun dorpje telde slechts 16 woninkjes. De Haarlemmerlieders verklaarden desgevraagd dat hun dorp uit 28 woningen bestond en dat hun belangrijkste bronnen van inkomsten waren: het houden van koeien, het vissen en het vangen van watervogels.

Schuilkerkje

In tegenstelling tot elders kreeg de hervormingsbeweging weinig aanhang. De meeste Spaarnwouders bleven katholiek. Hun Gertrudiskerk moesten zij echter afstaan aan de gereformeerden. Die maakten er overigens nauwelijks gebruik van, omdat zij liever kerkten in het overwegend gereformeerde Spaarndam, dat deels bij Spaarnwoude hoorde. De katholieken kregen een schuilkerkje aan de Liede, op de plek van de huidige Sint Jacobuskerk. In 1837 werd deze kerk gebouwd, nadat pogingen om de Gertrudiskerk terug te krijgen op niets waren uitgelopen. In 1844 werd de lange torenspits van de oude Gertrudiskerk afgebroken; vandaar de bijnaam de ‘Stompe Toren’. In 1880 werd de kerk voor de hervormde eredienst gesloten.

Route Haarlem-Amsterdam

De Gouden Eeuw is geruisloos aan Spaarnwoude (en Haarlemmerliede) voorbijgegaan, hoewel het dorp wel lag aan de oude doorgaande weg van Amsterdam naar Haarlem, de twee belangrijkste steden van Holland. Vanuit Haarlem had de reiziger vanouds twee mogelijkheden om naar Amsterdam te gaan. De meest gebruikte route was de Oude Haarlemmerweg van de Spaarnwouderpoort in Haarlem tot het Penningsveer bij de Liede en vandaar naar Amsterdam via de Kerkweg en de Hoge Spaarndammerdijk. Een alternatieve route was per schip via het Spaarne en het IJ. Ooit was er nog een derde mogelijkheid, namelijk via Nieuwerkerk en de Herenweg tussen het Spieringmeer en het Haarlemmermeer. In de zestiende eeuw verdwenen echter zowel de Herenweg als Nieuwerkerk in de golven als gevolg van de uitbreiding van het Haarlemmermeer.

Trekvaart

De aanleg van de trekvaart in 1631 tussen Amsterdam en Haarlem betekende een enorme verbetering voor het reizigersvervoer tussen beide steden. De bijna twintig kilometer lange trekvaart liep dwars door de 725 hectare grote Verenigde Binnenpolder, die in 1434 op last van het hoogheemraadschap Rijnland was bedijkt. Door de aanleg van de trekvaart werd het meest zuidelijke deel van deze polder afgesneden en kreeg een eigen naam: Rottepolder. Voor Spaarnwoude had de trekvaart alleen maar nadelige gevolgen doordat het nu geïsoleerd kwam te liggen. Houtrijk en Polanen daarentegen hadden baat bij de trekvaart. De reizigers van Amsterdam naar Haarlem en vice versa moesten hier namelijk uitstappen, een paar honderd meter lopen en vervolgens overstappen op een andere trekschuit. Dit kwam omdat slechts een smalle strook hier het IJ en het Haarlemmermeer van elkaar scheidde. Bovendien lagen er belangrijke sluizen, waardoor het te gevaarlijk en technisch bijna onmogelijk was om door dit reepje land een trekvaart te graven. Bij dit overstappunt openden al snel enkele logementen en herbergen hun deuren. Na de aanleg van de spoorlijn langs de trekvaart in 1839, de oudste van Nederland, zijn deze uitspanningen verdwenen. Langs de trekvaart werd later een zandweg aangelegd, die in 1761 en opnieuw in 1803 werd verhard. In 1918 werd deze weg verbreed. Na de oorlog kreeg de weg drie rijstroken en in de jaren zestig vier.

Nieuwe gemeente

In 1857 werden Spaarnwoude en Haarlemmerliede samengevoegd. Haarlemmerliede verzette zich aanvankelijk fel omdat men daar, al of niet terecht, van mening was dat vooral Spaarnwoude zou profiteren van een samengaan, omdat deze gemeente armlastig was, Haarlemmerliede niet. Na wat gesteggel werd een compromis bereikt: de nieuwe gemeente zou Haarlemmerliede en Spaarnwoude heten, en niet andersom, ook al had Spaarnwoude een oudere geschiedenis. Zes jaar later werden Zuid-Schalkwijk, Vijfhuizen en Halfweg bij de nieuwe gemeente gevoegd. In 1874 werd de gemeente uitgebreid met de drooggevallen Houtrakpolder. In 1906 werd het huidige raadhuis te Halfweg in gebruik genomen. Tussen 1927 en 1997 heeft de gemeente als gevolg van annexaties grote delen van haar grondgebied moeten afstaan aan Haarlem en Amsterdam.

Spaarnwoude

Tegenwoordig telt de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude ruim 5500 inwoners. Landelijk is de gemeente vooral bekend vanwege het recreatiegebied Spaarnwoude dat in de jaren zeventig is aangelegd en waarvoor het grootste gedeelte van de Verenigde Binnenpolder moest wijken. In 1995 werd hier het eerste dancefestival Dancevalley gehouden voor zo’n 8000 toeschouwers. Zes jaar later waren het er tien keer zoveel.

Fusie met Haarlemmermeer

Per 1 januari 2019 is de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude gefuseerd met de gemeente Haarlemmermeer tot de nieuwe gemeente Haarlemmermeer.