Menu

INTERVIEW | Topstuk van Edwin van Balken en Yvonne van Popta van PHIL

Tenorsaxofonist Johnny Griffin was in het voorjaar van 1965 bezig aan een tournee door Nederland. De Amerikaan gold als een van de beste jazzsaxofonisten van zijn tijd. ‘Zijn inventiviteit, ideeënrijkdom, prachtige toon en brillante techniek maken elk concert tot een gebeuren,’ schreef recensent Berry Zand Scholten in Haarlems Dagblad.

Zondagavond 4 april 1965 stond hij op het podium van het Haarlemse Concertgebouw. Een foto van dat optreden kozen Edwin van Balken en Yvonne van Popta uit als hun topstuk. ‘De foto zegt veel over wat er toen gebeurde in het Concertgebouw en kan tegelijk worden gekoppeld aan wat wij nu met PHIL Haarlem willen doen,’ verklaren ze. Van Balken is algemeen directeur van Stadsschouwburg en PHIL (voorheen de Philharmonie), Van Popta is zakelijk directeur.

 
Jazzconcert van saxofonist Johnny Griffin in het Concertgebouw op 4 april 1965 (Haarlems Dagblad 05-04-1965, pag. 4)

Focus op PHIL

‘Het bijzondere van deze foto is dat je een jazzconcert ziet met op de achtergrond een van de mooiste en belangrijkste orgels van Nederland,’ aldus Van Balken. ‘Lange tijd stond dit gebouw vooral bekend om de klassieke muziek. Nu willen we een muziekhuis voor heel Haarlem zijn. Met veel meer populaire muziek, van pop, soul en jazz tot global. In een 50-50 verhouding tot klassieke muziek.’

Er was nog een reden om voor dit topstuk te kiezen. ‘Met deze foto willen we de focus op PHIL leggen,’ zegt Van Popta. ‘We streven ernaar om PHIL en de Stadsschouwburg een eigen identiteit te geven.’ Van Balken: ‘De organisaties van de Stadsschouwburg en de Philharmonie zijn indertijd samengevoegd om de competenties van beide instellingen optimaal te benutten. In de communicatie traden ze als één geheel naar buiten, met één seizoensbrochure, de agendaborden in de stad vermeldden de evenementen in beide gebouwen.’ Daar willen zij verandering in brengen. ‘We gaan de twee gebouwen met hun aanbod voor het publiek apart positioneren. Het publiek heeft immers meer verbinding met de afzonderlijke gebouwen, dan met de gezamenlijke organisatie.’

Verkeerde deur

Het profiel moet scherper, vinden de twee: ‘PHIL 100% muziek, de schouwburg 100% theater. Daardoor hebben de makers de gebouwen beter op hun netvlies en weet het publiek ons beter te vinden. PHIL moet van de twee het muziekhuis voor een breed publiek zijn. Dit biedt de mogelijkheid om het muziekaanbod te verdiepen en uit te breiden. Als je nagaat,’ vertelt Van Balken lachend, ‘dat mensen soms voor de verkeerde deur stonden, omdat ze niet wisten of de voorstelling of het concert in het ene of het andere gebouw was!’


Edwin van Balken en Yvonne van Popta in de Grote Zaal van PHIL

Bang om in het vaarwater van het Patronaat te komen zijn ze niet, in tegendeel. ‘We werken nauw samen met het Patronaat. Met het Patronaat kunnen we van Haarlem nog meer een popstad maken dan het nu al is. Het gaat erom te benutten waar wij goed en zijn, en waar zij goed in zijn. Wij hebben een ”zit-zaal”. Maar die kunnen we zo veranderen in een zaal waar je gedeeltelijk kunt staan, zodat er 1600 bezoekers in kunnen. De grote zaal van het Patronaat kan niet meer dan 1000 bezoekers bevatten. Samen kunnen we meer artiesten verleiden om naar Haarlem te komen. Telkens bepalen we met elkaar waar een artiest of band het best tot zijn recht komt.’

Multifunctioneel

Van Popta: ‘We moeten nog veel meer een onderdeel van de stad worden. Rond het weekend moet hier altijd wat te doen zijn. Van woensdag tot en met zondag. Daarnaast verhuren we de zalen natuurlijk ook commercieel. Vroeger had je hier ook al bloemententoonstellingen, bokswedstrijden, feesten en partijen. Dit gebouw was altijd al een soort multifunctioneel centrum.’

Terug naar de foto. Die behoort tot de collectie Fotopersbureau De Boer. Behalve Johnny Griffin zien we ook de contrabassist Jacques Schols. De bespeler van het drumstel, de bekende Amerikaanse slagwerker Art Taylor, gaat bijna geheel schuil achter Griffin en Schols. Cees Slinger, geheel onzichtbaar, was de pianist. ‘Hoogtepunt van het concert was het zeer origineel gearrangeerde Summertime, met een gloedvolle solo van Griffin,’ vond de recensent. Een smet op de avond was dat de zaal nog niet voor een kwart gevuld was. Dit deed hem verzuchten: ‘Het is slechts te hopen dat de belangstelling in de toekomst voor deze unieke concerten wat groter wordt.’

Niet alleen artistiek

Hoge ambities, tegenvallende bezoekcijfers: hét schrikbeeld van iedere programmeur. Van Balken en Van Popta knikken. Hoewel gepokt en gemazeld in de culturele wereld wil het toeval dat ze allebei een economische achtergrond hebben. ‘Dat zorgt er wel voor dat je de programmering en exploitatie met een bredere blik bekijkt,’ zegt Van Popta. ‘Niet alleen artistiek, genuanceerder,’ vult Van Balken aan. ‘In de loop der jaren heb ik geleerd dat ik niet van de school ben die het artistieke van het commerciële scheidt. Daar geloof ik niet in. Wat je artistiek doet heeft ook invloed op de organisatie en de exploitatie. De mensen die in de organisatie werken zijn afhankelijk van de opbrengst.’ Lachend: ‘Ik zeg altijd: Dat moet toch mogelijk zijn. Terwijl Yvonne zegt: Is dat wel mogelijk? Een accentverschil, uiteindelijk komen we er altijd uit.’ Van Popta: ‘Soms moet je investeren om iets voor elkaar te krijgen.’

Intimiteit

Dromen ze van bepaalde artiesten of bands op hun podium? ‘O ja, we hebben lijstjes met namen,’ zegt Van Balken enthousiast. We zoeken veel in het singer-songwritersegment, daar geloven we erg in. Het is een akoestische zaal, de intimiteit is erg belangrijk. We hadden bijvoorbeeld Ben l’Oncle Soul. Dat was fijn en mooi. Amsterdam Sinfonietta programmeren we steeds meer. Het optreden van Rufus Wainwright met dit orkest was magisch! Volgend seizoen spelen ze samen met The Tallest Man on Earth. Zo hopen we ook een nieuwe generatie te interesseren voor klassieke muziek.’ Van Popta: ‘Na de zomer vieren we ons 150-jarig jubileum in de grote zaal met alle diversiteiten die de muziek kent. We gaan PHIL in al zijn facetten laten zien!’

Dit artikel is verschenen in Uitgelicht juli 2023, nr. 20.
Tekst: Wim de Wagt