Menu

De term ‘gemeentearchivaris’ mag dan formeel overkomen, Klaartje Pompe krijgt geregeld ‘Wow!’ te horen wanneer zij uitlegt wat zij doet. De veelzijdigheid van haar werk, de menselijke kanten van archiefonderzoek en het besef een bijzondere rol te vervullen in de samenleving, maken het zo boeiend. ‘Het is echt een mooie functie, een mooi vak.’

 En zij heeft nogal wat taken op haar bord liggen. Sinds de komst vorig jaar van de nieuwe directeur van het NHA Willeke de Groot, is Pompe de archivaris van elf gemeentes en vijf Gemeenschappelijke Regelingen. Bovendien is zij provinciearchivaris en rijksarchivaris in de provincie Noord-Holland. ‘De laatste jaren voor de pensionering van onze vorige directeur Lieuwe Zoodsma had ik al een aantal archivarisrollen gekregen,’ vertelt ze. ‘Willeke is overall-directeur, waar ik degene ben die zich met de archieven van onze overheidspartners bezighoudt. Dat is een fijne rolverdeling. Kort na haar aanstelling hebben we samen een rondreis gemaakt langs alle aangesloten overheden. Zo hebben we kunnen zien hoe verschillend al die gemeenten zijn. De dynamiek van Haarlem is echt heel anders dan die van de kleinere gemeenten.’

‘Tijdens die bezoekjes merkten we hoe belangrijk het is om een goed contact te hebben met al de gemeenten, onze partners. Dat willen we in stand houden. Het was fijn om te ervaren dat de partners positief zijn over de samenwerking met ons. Met de komst van Willeke zijn wij gestart met een strategie waarbij data leidend zijn en de archieven nog meer gebruikt gaan worden. De overheidsarchieven staan voor ons hierin centraal. We werken toe naar een digitale infrastructuur waarmee we de bruikbaarheid van onze data kunnen verbeteren met behulp van metadata, gegevens die meer uitleg geven over een object of data. Zo werken we actief aan de vergroting van het maatschappelijk en wetenschappelijk rendement van onze collecties.’

‘Ook zijn we volop bezig met nieuwe vormen van dienstverlening,’ vervolgt Pompe. ‘Op dit moment spelen er allerlei vragen over de ‘open overheid’ en de rol die het NHA daarin kan hebben. Hoe kunnen we de burgers het best van dienst zijn in hun recht op informatie? Het e-depot is een heel belangrijke factor hierin. Steeds vaker zullen archieven digitaal overgebracht worden en digitaal raadpleegbaar zijn; wij zorgen voor de blijvende toegankelijkheid van de informatie.’


Beeld van Joh. Enschedé in de tentoonstelling 'Joh. Enschedé. Drukkerij van Waarde' in de Janskerk

Transparantie

Het NHA houdt zich niet alleen bezig met het beheer en de beschikbaarstelling van de in depot aanwezige archieven. Ook het toezicht op de nog niet overgebrachte overheidsarchieven behoort tot de taken. ‘Volgens de archiefwet hebben overheden de plicht om hun werkzaamheden te archiveren,’ legt Pompe uit. ‘De achterliggende gedachte is dat in een democratie de burgers recht hebben op inzage in overheidsarchieven en de overheid moeten kunnen controleren. Bovendien vertegenwoordigen archieven een historisch-cultureel belang. Aan de hand van archieven ontstaat inzicht in de geschiedenis.’

De overheid moet en wil transparant zijn, maar worstelt hiermee, vertelt ze. ‘De overheid ligt regelmatig onder vuur omdat ze niet altijd haar informatie op orde heeft en de juiste informatie kan geven. De vraag is dan wat een archiefinstelling kan doen om de beschikbaarheid van informatie optimaal te maken. Het is onze taak dat de archieven goed ontsloten worden en de verlangde informatie beschikbaar is.’

‘Landelijk zijn er volop informatiekwesties in het nieuws. Appjes en mailtjes die zoekraken, de Teeven-bon, de toeslagenaffaire. Dergelijke kwesties maken duidelijk dat een goede beschikbaarheid van informatie ertoe doet.’ En dát is precies wat ze bedoelt als ze zegt dat haar werk ertoe doet: ‘De archivaris is de hoeder van openbaar toegankelijke informatie. Als archivaris heb je een onafhankelijke rol. Archieven komen al te gauw in het gedrang, informatievoorziening staat onder druk.’

Juist archivarissen, benadrukt ze, kunnen weerstand bieden aan fenomenen als fakenieuws en de manipulatie van (historische) feiten. ‘Hoe mooi is het dat in een openbare instelling als het NHA bronnen vrij te raadplegen zijn? In de huidige wetgeving is dat goed geregeld. In het concept van de nieuwe archiefwet zit echter een artikel dat de mogelijkheid biedt permanente ontheffing van archiefoverbrenging te krijgen. Dat is geen goede zaak. Overheidsarchieven moeten altijd naar de openbaarheid overgebracht kunnen worden. Zo niet, dan bestaat het risico dat allerlei soorten informatie aan de burger onthouden worden.’

Menselijke dimensie

Klaartje Pompe werkte eerst bij het Rotterdams stadsarchief voordat ze in 2007 naar het NHA kwam. Hier verschoof haar werk van het beheer van archieven naar de dienstverlening. Behalve meervoudig archivaris is zij ook hoofd Publiek en plaatsvervangend directeur. Terugkijkend: ‘Na mijn afstuderen heb ik de archiefopleiding gedaan en me verdiept in het belang van overheidsarchieven en ook in de verhalen die archieven te vertellen hebben en de betekenis ervan voor mensen.’ In het NHA komt ze wat deze menselijke dimensie betreft volop aan haar trekken. ‘Tegelijk kan ik nog steeds genieten als ik het Haarlems stadsrecht uit 1245 laat zien,’ lacht ze.

Tijdens haar studie in Leiden specialiseerde ze zich in middeleeuwse geschiedenis. Haar afstudeeronderzoek ging over het ‘Dubbelhuwelijk uit 1385 van Kamerijk’, in de context van de Bourgondische hofcultuur. Wat sprak haar zo aan in de middeleeuwen? ‘Het ligt ver in het verleden, uit weinig brokstukken moet je een puzzel zien te leggen en daarmee het verhaal van de mensen en de samenleving toen vertellen. De middeleeuwen hebben iets exotisch en ook iets herkenbaars.’


Uitsnede uit het reisdagboek van Pieter Aeriansen Buijs, schoolmeester uit Benningbroek, met beschrijvingen van reizen door diverse landen in Europa en Nederlands Oost-Indië (1608-1635)

De verschillende collecties van het NHA gaan pas echt leven dankzij de verhalen die ermee verbonden zijn, vindt ze. ‘Veel mensen zijn op zoek naar hun historische identiteit, en die vinden ze vaak in archieven.’ Het geeft haar veel voldoening wanneer zij mensen kan helpen om bijvoorbeeld hun adoptiedossier of bewijs van echtscheiding terug te vinden. ‘Daar zijn zij zo mee geholpen. Mensen kunnen bij de overheid echt vastlopen bij het zoeken naar informatie. Wij kunnen ze helpen om dat ene ontbrekende puzzelstukje te vinden. Soms is dat klein, soms groot.’

Bouwdossiers worden ook veel opgevraagd. ‘Die willen mensen raadplegen voor een verbouwing van hun huis, of ze willen meer weten over de plek waar ze wonen. Ik zie wat bouwdossiers voor mensen kunnen betekenen. Een vrouw wilde een keer meer weten over haar Joodse buurmeisje in de Cronjéstraat. Dat meisje was de dochter van een Joodse winkelier waar ze in de oorlog naast woonde. Van hem hebben we advertenties in de krant teruggevonden. Het bleek dat hij de zolder van zijn huis liet uitbreiden in het jaar dat dat buurmeisje geboren werd. Met de weinige informatie die er was kon het vooroorlogse verhaal van die familie worden ingekleurd.’

Familiearchieven

Ik houd ook van familiearchieven. Daar zitten regelmatig dagboeken en brieven in, ook onverwachte spullen. Dergelijke archieven bieden de mogelijkheid deze families in verbinding te brengen met de context waarin ze leefden. De gegevens laten zien hoe iemands leven is geweest, wat hij of zij betekend heeft. Dankzij de digitalisering is het steeds beter mogelijk de netwerken van mensen in het verleden in kaart te brengen.’

‘Ja, archivaris is een ontzettend leuk vak! Omdat de toegankelijkheid van collecties almaar groeit kunnen verbanden zichtbaar gemaakt worden die eerst verborgen waren. En dankzij de expertise van anderen wordt het werk ook beter gedaan. Archivarissen waren nooit zo van de IT, maar onze IT-collega’s zijn inmiddels onmisbaar bij het op nieuwe manieren digitaal toegankelijk maken van gegevens en het naar buiten brengen ervan. Mensen kunnen online wereldwijd zoeken naar informatie. Archieven en bibliotheken zijn zo rijk!’

Dit artikel is verschenen in Uitgelicht juli 2023, nr. 20.
Tekst: Wim de Wagt