Menu

Links

De boeken van Laurens Janszoon Coster

Elke Haarlemmer kent het standbeeld op de Grote Markt van een man die in zijn linkerhand een boek en in zijn rechterhand iets kleins omhoog houdt. Kennelijk heeft hij iets zo belangrijks in zijn rechterhand dat we het allemaal móeten aanschouwen. Maar weten we ook wat dat is? Wie heel goed kijkt, kan de letter A ontwaren. Maar wat is daar zo belangrijk aan? De inscriptie op de sokkel geeft al iets van het antwoord weg. Daar staat het volgende: ‘Lourens Janszoon Coster, hulde van het Nederlandsche volk, MDCCCLVI. Uitvinder van de boekdrukkunst met beweegbare uit metaal gegoten letters’.


Eén van de vele afbeeldingen van het standbeeld van ‘Loutje’, ca. 1856-1860.

Beeldenstrijd

In de volksmond wordt het beeld ook wel liefkozend ‘Loutje’ genoemd. In 1856 werd dit beeld van Coster als uitvinder van de boekdrukkunst opgericht. De initiatiefnemer J.J.F. Noordziek, onder-bibliothecaris van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag, vond het van belang dat er een groter beeld naar 19e-eeuws ontwerp geplaatst zou worden, vanwege de revolutionaire uitvinding van deze Coster. In zijn ogen zou het een smaakvoller beeld moeten worden, dan het 18e-eeuwse beeld dat er destijds stond en daarna verplaatst zou worden naar de Hortus Medicus.

Maar dat was niet de enige reden. Er was op Europees niveau geharrewar wie nu de echte uitvinder van de boekdrukkunst was. In Mainz, Duitsland, had men al eerder ontdekt dat Johannes Gutenberg erg goede papieren had als uitvinder en daarom werd er in 1840 een groot standbeeld van Gutenberg in Mainz geplaatst. Van deze Duitser was bekend dat hij samen met zijn compagnons een 42-regelige bijbel had gedrukt tussen de jaren 1450 en 1455. Wat kon de Haarlemse uitvinder daartegenover stellen?

Xylo-typografie

Volgens een 16e-eeuwse overlevering uit de Batavia van de geschiedschrijver Hadrianus Junius zou Laurens Janszoon Coster meerdere boeken hebben gedrukt vanaf het jaar 1440, dus al eerder dan Gutenberg. Op basis van getuigenissen zou het eerste boek dat Coster drukte een combinatie zijn van gedrukte tekst met losse letters en afbeeldingen door middel van afdrukken of afwrijvingen met houtsneden. Dit wordt ook wel xylo-typografie genoemd.

Het drukwerk betreft het zogenoemde Speculum humanae salvationis, ofwel de Spiegel der menselijker behoudenis. Dit betreft een theologisch werk dat in de middeleeuwen enorm populair was. Het omvat zo’n 29 hoofdstukken waarin een gebeurtenis uit het Bijbelse Nieuwe Testament centraal staat en wordt gekoppeld aan drie gebeurtenissen uit het Oude Testament. Het oudst bekende middeleeuwse handschrift van het Speculum is geschreven in 1324. Voor zover we weten zijn er honderden kopieën afgeschreven in het Latijn, waarvan er nog zo’n 300 bewaard zijn gebleven.


Latijnse Speculum-editie uit circa 1468. Linksboven de aankondiging van de geboorte van Jezus aan Maria door de engel Gabriël, met daarnaast drie afbeeldingen uit het Oude Testament.

Zeldzaam

Veel schaarser is het eerste drukwerk in xylo-typografische vorm van het Speculum. Er zijn wereldwijd maar een aantal edities bekend in deze vorm. Naast de twee Latijnse edities, waarvan er een tiental exemplaren in bibliotheken terug te vinden zijn, bestaan er ook twee Middelnederlandse edities, waarvan de overgeleverde exemplaren zelfs maar op één hand te tellen zijn. Nog steeds wordt de Middelnederlandse editie uit circa 1471 gezien als het oudste Nederlandstalige boek met losse metalen letters gedrukt.


Middelnederlandse Speculum-editie uit circa 1471. Wordt tot op heden gezien als het oudste Nederlandstalige gedrukte boek.

Titelpagina

Dat het om oud drukwerk gaat, daar kunnen we misschien wel inkomen, maar hoe weten we dat dit boek in 1440 gedrukt zou zijn? En meer nog, hoe weten we dat Laurens Janszoon Coster de drukker is geweest? Bij een modern boek kunnen we dit soort gegevens in de meeste gevallen terugvinden op de titelpagina of in een colofon. Maar helaas, al deze gegevens ontbreken bij de Speculum- en Spiegel-uitgaven. Op geen enkele bladzijde staat aangegeven dat Coster deze boeken zou hebben gedrukt. Ook kunnen we los van Junius’ verhaal niets terugvinden in de archieven dat ene Laurens Janszoon Coster zich bezighield met het drukken van boeken.

Fictief

Toch bleef men in de 16e eeuw, en later, onvermoeibaar zoeken naar bewijzen om dit oude drukwerk te linken aan Coster. Een van de 17e-eeuwse, waarschijnlijk Haarlemse, drukkers maakte het zelfs zo bond, om door middel van het toevoegen van een fictieve titelpagina aan het eigenlijke drukwerk, bewijs te creëren dat het daadwerkelijk door Coster gedrukt zou zijn. Op de titelpagina prijkt de titel met het jaar en de plaats van uitgave, ook wordt de uitgever met naam en toenaam genoemd. Completer kan het bewijs niet worden geleverd.

Helaas voor de ijverige drukker trappen we daar niet in, want het papier en de drukletters zijn van zo’n andere orde in vergelijking met het originele drukwerk, dat zelfs een leek kan zien dat deze titelpagina niet in het eigenlijke boek thuishoort.


Fictieve titelpagina van de Latijnse Speculum-editie, ca. 17e eeuw.

Mysterie

Zodoende blijven de vroege Speculum-drukken omgeven met mysterie. Tot op de dag van vandaag wordt er onderzoek gedaan naar allerlei facetten van deze uitgaven, zoals de typografie, maar ook het papier wordt onderzocht om de edities te kunnen dateren en lokaliseren. Wereldwijd zijn de verschillende edities uiterst zeldzaam en daarom is het zo bijzonder dat het Noord-Hollands Archief meerdere uitgaven in de collectie van de voormalige Stadsbibliotheek Haarlem heeft. En dit hebben we dan weer te danken aan ‘Loutje’ en het verhaal van Hadrianus Junius. Zonder hen hadden we deze rijkdom niet gehad.

Vanaf 23 november wordt er in de Janskerk een Speculum-uitgave getoond in de expositie De mythe achter de man. 600 jaar Laurens Janszoon Coster.

Alle Costeriana, de vroegste Nederlandse drukwerken die bewaard zijn om Costers uitvinding te bewijzen, zijn hier online te raadplegen.