30 Gerechtshof Amsterdam
30
Gerechtshof Amsterdam
Inleiding
1. Organisatie en bevoegdheid van het gerechtshof
30 Gerechtshof Amsterdam
Inleiding
1.
Organisatie en bevoegdheid van het gerechtshof
laatste wijziging 27-05-2016
Het gerechtshof in Amsterdam is gelijk met de andere vier gerechtshoven in Nederland (Leeuwarden, Arnhem, 's-Gravenhage en 's-Hertogenbosch) in 1876 ingesteld ter vervanging van de Provinciale Gerechtshoven (het Provinciaal Gerechtshof in Noord-Holland was eveneens te Amsterdam gevestigd). Het gerechtshof in Amsterdam kreeg toen een rechtsgebied, dat de arrondissementen Utrecht, Alkmaar, Haarlem en Amsterdam omvatte.
Het gerechtshof is belast met de rechtspraak in straf- en rekest en burgerlijke zaken, waarvan in eerste aanleg de vonnissen uitgesproken en de beschikkingen gegeven zijn door de rechtbanken die in zijn rechtsgebied gelegen zijn en tegen welke vonnissen en beschikkingen hoger beroep is ingesteld. De vonnissen van het gerechtshof heten arresten, de rechters van het gerechtshof heten raadsheren en de leden van het Openbaar Ministerie ("de openbare aanklager") bij het gerechtshof heten procureur-generaal en de advocaten-generaal. Tegen de arresten van het hof kan beroep in cassatie (vernietiging van het arrest) bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage ingesteld worden.
Het rechtscollege, dat de zaken behandelt, bestaat uit drie raadsheren (de zogenaamde meervoudige kamer). De rekesten worden in de raadkamer behandeld en óf aldaar afgedaan óf er wordt daarover uitspraak gedaan op de openbare zitting. Aanvankelijk bestond er bij het gerechtshof één kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken en één kamer voor de behandeling van strafzaken. Voor de burgerlijke zaken kwam er bij het hof in Amsterdam in 1910 een tweede kamer, in 1920 een derde kamer, terwijl na 1926 tijdelijk een vierde en vijfde kamer zijn ingesteld. Pas in 1951 kwam er definitief een vierde kamer. Sinds 1962 zijn er voor strafzaken bij hetzelfde hof twee kamers. In de maanden juli en augustus wordt er zowel voor de burgerlijke als voor de strafzaken één kamer ingesteld, de zogenaamde Vakantiekamer. In 1957 zijn de belastingkamers bij het gerechtshof ingesteld ter vervanging van de Raden van beroep voor de directe belasting. De belastingkamers behandelen beroepen, die tegen belastingaanslagen zijn ingesteld. Tegen de uitspraak van het hof kan vervolgens beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage.
Er bestaan momenteel (1980) drie meervoudige belastingkamers en zes enkelvoudige (behandeling door één raadsheer) belastingkamers bij het hof te Amsterdam. In 1973 is bij het gerechtshof te Amsterdam de ondernemingskamer ingesteld. Deze meervoudige kamer bestaat uit drie leden van het hof en twee niet tot de rechterlijke macht behorende deskundigen. Deze kamer neemt onder meer kennis van vorderingen met betrekking tot de jaarrekeningen van ondernemingen.
laatste wijziging 01-04-2023
356 beschreven archiefstukken
9 gedigitaliseerd
totaal 8.147 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 01-04-2023
356 beschreven archiefstukken
9 gedigitaliseerd
totaal 8.147 bestanden
Kenmerken
Datering:
1921-1930
Omvang in meters:
51,00
Periode documenten:
(1918) 1921-1930 (1935)
Openbaarheid:
openbaar
Raadpleegmogelijkheid:
Haarlem, Jansstraat, raadpleging mogelijk binnen 30 minuten
Gebruiksinformatie:
Inventaris inv.nrs. 1-354.
Categorie:
laatste wijziging 01-04-2023
356 beschreven archiefstukken
9 gedigitaliseerd
totaal 8.147 bestanden