Menu

Uw zoekacties: Ambachts- en Gemeentebestuur van Berkenrode (Gemeente Berkenrode)

3881 Ambachts- en Gemeentebestuur van Berkenrode (Gemeente Berkenrode)

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Geschiedenis
3881 Ambachts- en Gemeentebestuur van Berkenrode (Gemeente Berkenrode)
Inleiding
1.
Geschiedenis
De oudste vermelding van de naam Berkenrode dateert uit 1284. Op Sint Nicolaasavond van dat jaar droeg graaf Floris V van Holland een stuk grond genaamd Berckenrode over aan Janne van Haerlem ver Aleydenzone (Jan Aleidszoon van Haarlem). Een rode is een stuk gerooide bosgrond, in dit geval ontdaan van de begroeiing van berken. Het is niet duidelijk of het hier een schenking door de graaf betreft voor bewezen diensten, of dat Jan Aleydenzoon het stuk land gekocht heeft. In ieder geval maakte dit stuk grond toen nog onderdeel uit van de ambachtsheerlijkheid Heemstede.
Een (ambachts)heerlijkheid is een rechtsgebied dat door de graaf in leen gegeven is aan een vazal, de leenman of ambachtsheer genoemd. De ambachtsheer had in zijn gebied het recht om de schout, schepenen (dorpsbestuurders) en secretaris te benoemen. Ook mocht hij in zijn gebied de 'lage rechtspraak' uitoefenen, dat wil zeggen alle boeteplichtige zaken.
De zoon van Jan Aleidszoon, Arent, ging zich naar zijn grondbezit Arent van Berckenrode (ook gespeld Berckenroe, Berckenroede en Berckenroo) noemen, welke naam hij aan zijn nageslacht heeft doorgegeven. Tot aan de Reformatie waren leden van de familie Berckenrode te vinden in het stadsbestuur van Haarlem, in welke plaats zij ook woonden.
In 1466 wist Gerrit van Berckenrode, de toenmalige eigenaar van het grondgebied, ook de heerlijke rechten over dit gebied te kopen van de toen in geldnood verkerende ambachtsheer van Heemstede.
Vanaf dat moment kreeg Berkenrode dus een eigen bestuur in de vorm van de ambachtsheer en de door hem aangestelde schout en drie schepenen.
De begrenzing van het gebied werd gevormd door de Gasthuislaan (nu Zandvoortselaan) in het noorden, de Houtvaart in het westen, de Jan Lottelaan in het zuiden en in het oosten 'drie roeden de wildernis in bezijden de Herenweg'. Vanaf 1657 vormde de in dat jaar gegraven Leidse Trekvaart de westgrens van de heerlijkheid. Het tolhuis van de Leidsevaart bevond zich ook op het grondgebied van Berkenrode.
De eerste eigenaar zal op het land wel een hoeve hebben laten bouwen. De oudste vermelding van Berkenrode als hofstede met een aanzienlijk huis dateert uit 1451. Een afbeelding uit 1572 toont een versterkte edelmanswoning compleet met slotgracht. Deze woning kwam bekend te staan als het Huis te Berkenrode. Ook binnen de heerlijkheid lag de hofstede Oud Berkenrode, waarvan eigenaren zich vanaf 1658 met succes hebben weten te verdedigen in processen aangespannen door de opeenvolgende ambachtsheren die bezwaar hadden tegen het gebruik van die naam.
Aan de dynastie van de Van Berckenrodes, die zich in de 16de eeuw, teruggrijpend naar de naam van de eerste eigenaar van het grondgebied, Van Haerlem van Berckenrode gingen noemen, kwam 1690 een eind met het kinderloos overlijden van Hendrik van Alckemade, de zoon van Goedela van Haerlem van Berkenrode. De heerlijkheid werd verkocht en kende in de daarop volgende eeuw diverse eigenaren. In 1797 werden grondgebied en heerlijke rechten gescheiden, toen Jan Pieter van Wickevoort Crommelin het landgoed zonder de heerlijke rechten kocht van Willem Anne Lestevenon. Deze laatstgenoemde verkocht het volgende jaar de heerlijke rechten aan Johanna Maria Dutry, de ambachtsvrouw van Heemstede. In 1809 wist Jan Pieter van Wickevoort Commelin de heerlijke rechten, dan al danig uitgekleed, alsnog te verwerven. Hij was de stichter van een nieuwe dynastie ambachtsheren van Berkenrode, die ook na de opheffing van de heerlijke rechten de titel bleef voeren, tot ver in de 20ste eeuw.
Voor de landsregering bleef Berkenrode altijd onderdeel uitmaken van de heerlijkheid Heemstede. Berkenrode wordt ook niet vermeld in de Enqueste ende informatie over de landen van Hollant en Vrieslant uit 1493 en evenmin in de Informacie van Hollant en Vrieslant uit 1514, een soort vroege volkstellingen.
Berkenrode heeft maar weinig inwoners geteld. Een lijst van de bebouwing uit 1730 geeft 10 gebouwen. Hierbij zijn het herenhuis van de ambachtsheer en de schuilkerk inbegrepen. In 1810 telde Berkenrode 60 inwoners, zeven jaar later was dit gedaald tot 53 en in 1840 weer gestegen tot 68. Begin 1857, het laatste jaar van Berkenrodes bestaan als zelfstandige gemeente, waren er 66 inwoners.
In 1795 werden de heerlijke rechten opgeheven en werd Berkenrode een zelfstandige gemeente. De ambachtsheer behield wel het eigendom van de grond en gebouwen die in zijn bezit waren. In 1812 werd de gemeente tijdelijk bij Heemstede gevoegd. Vanaf 1817 was Berkenrode weer een zelfstandige gemeente, tot aan de opheffing in 1857 toen het gebied voorgoed bij de gemeente Heemstede kwam.
In de middeleeuwen kerkten de inwoners van Berkenrode te Heemstede. De kapel aldaar werd echter bij het Beleg van Haarlem in 1573 verwoest. Na de Reformatie werd de uitoefening van de katholieke eredienst officieel verboden. Tot 1690 was Berkenrode echter in handen van katholieke ambachtsheren, die rooms-katholieke vieringen in hun slotkapel toelieten. Dit zal de reden geweest zijn dat het gebied grotendeels katholiek bleef. Na de verkoop van de heerlijkheid aan de protestantse Benjamin Poulle werd begonnen met de bouw van een r.-k. schuilkerk aan de westzijde van de Herenweg. Deze deed dienst tot in 1817, toen na de grondwettelijke gelijkstelling tussen protestanten en katholieken een officiële kerk gebouwd kon worden, gewijd aan Sint Bavo.
N.B. Zie voor een lijst van de eigenaren van de hofstede, later ambachtsheren van Berkenrode, bijlage 1 van deze inventaris.
2. Verantwoording van de inventarisatie
3. Geraadpleegde literatuur
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1623-1857
Omvang in meters:
2,25
Periode documenten:
1623-1857 (1860)
Openbaarheid:
openbaar
Raadpleegmogelijkheid:
Gebruiksinformatie:
Inventaris in band 501.13 inv. nrs. 1-130. Lijst van eigenaren van het landgoed Berkenrode, vanaf 1466 ambachtsheren van Berkenrode, 1284-1939, en een lijst van de gebouwen die binnen de heerlijksheidsgrenzen liggen, op 21 oktober 1730 opgemaakt door schout en schepenen van Berkenrode, in de inventaris. Inv. nrs. 126-129 (bevolkingsregisters, 1824-1860) zijn alleen digitaal te raadplegen. Er is alleen een index bevolkingsregister over de periode ca. 1850-1860 (inv. nr. 129). Gegevens na 1860 (1857) zijn te vinden in de bevolkingsregisters van de gemeente Heemstede.
Gemeente:
Heemstede