Menu

Uw zoekacties: Ambachts- en Gemeentebestuur van Heemskerk (Gemeente Heemskerk)

1032 Ambachts- en Gemeentebestuur van Heemskerk (Gemeente Heemskerk)

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Plaatsbeschrijving
Tot voor kort gold een oorkonde uit 1063 als de oudst bekende bron waarin de naam Heemskerk voorkomt. Het betreft een akte waarin de bisschop van Utrecht en de abt van Echternach een overeenkomst bezegelen. In 1988 werd echter bekend dat de naam 'Heemskerk' al bestond in 1049. In het Echternachs Sacramentarium, een boek over de sacramenten, komt een aantal lijstjes met plaatsnamen voor. Heemskerk wordt twee maal genoemd, de ene keer geschreven als 'Heimezenkyrke', de andere keer als 'Heimethenkiricha'. Bovenaan de lijstjes staat in het Latijn vermeld 'kerken die Dirk heeft'. Hier wordt gedoeld op Dirk III, graaf van Holland van 993 tot 1039, of Dirk IV, graaf van Holland van 1039 tot 1049. Aanvankelijk behorend tot de abdij van Echternach had de graaf van Holland zich in de loop der tijd meester weten te maken van de bezittingen van de abdij van Echternach. * 
Op grond van archeologisch onderzoek is vast komen te staan dat al lang voor de 11e eeuw van bewoning sprake moet zijn geweest. De geestgronden in Kennemerland werden al vanaf de Romeinse tijd bewoond. Van nederzettingen was nog niet echt sprake. Het ging om een aantal boerderijen, verspreid over ondermeer de strandwallen en de oude duinen. Van het aan de smalle noordzijde van de strandwallen gelegen Heemskerk wordt pas gesproken sinds de stichting van de kerk. * 
De oorspronkelijke betekenis van de naam Heemskerk is niet met zekerheid vast te stellen. Geopperd is dat de plaatsnaam een combinatie zou zijn van de oude Friese persoonsnaam 'Hemezo en 'kerka', het oud Nederlandse woord voor 'kerk'. De kerk van Hemezo dus. Wie deze Hemezo was is niet bekend. *  .
In het middeleeuwse Heemskerk, ten tijde van Willem III, werden op de zg 'Schepelenberg', de graven van Holland gehuldigd als heren van Kennemerland. Later kwamen ook andere zaken dan inhuldiging aan de orde, namelijk opvolgingskwesties, vragen om bede en oorlogsvoering. Behalve de Kennemers kwamen ook de Westfriezen op de Schepelenberg. Er zijn diverse inhuldigingen gedocumenteerd. Willem VI op 16 januari 1405, Jan IV van Brabant op 3 april 1418, Jan van Beieren in 1420, Jan IV van Brabant wederom op 12 februari 1425 en Filips van Bourgondie op 2 oktober 1425 en wederom in 1433. De laatste landsheer die zich liet inhuldigen was Maximiliaan van Oostenrijk op 1 april 1478. Daarna was er van structureel persoonlijk contact tussen landheer en plattelandsbevolking geen sprake meer. * 
In de banne Heemskerk werden vijf buurtschappen onderscheiden, namelijk: Kerkbuurt, Duinbuurt, Noorddorp, Oosterzij en Hofdorp ofwel Hoogdorp. Vanaf 1420 leverde elk van deze buurtschappen een schepen voor het ambachtsbestuur, dat naast de schout dus uit vijf schepenen bestond. Noorddorp, dat bezuiden de grens met Castricum ligt, komt al voor in de 12e eeuw. Een akte uit het jaar 1248 maakt melding van 'Hofland' onder Heemskerk *  . In de bevolkingsregisters van 1851 wordt ook over een Molenbuurt gesproken.
Evenals elders kreeg de bevolking te maken met de binnenlandse twisten. N.a.v. de landing van Witte van Haemstede bij Zandvoort in 1304, i.v.m. de inval van de Vlamingen, zoals beschreven door Melis Stoke in zijn Rijmkroniek, zou ook Heemskerk zich in de strijd hebben gemengd. Dit zou de dood van 3 Heemskerkers tot gevolg hebben gehad, waarbij de schade voor het ambacht 150 pond bedroeg. *  In 1426 kregen de Heemskerkers zware straffen opgelegd voor hun steun aan de opstand van de Kennemers tegen Hertog Philips. Het ambacht moest 2500 kronen betalen. Ook moest Heemskerk flink boeten vanwege betrokkenheid bij de opstand van de Kennemers in 1492. In Heemskerk werd toen door het Kaas- en Broodvolk felle strijd geleverd met de troepen van hertog Albrecht van Saksen. Naast honderden doden, waren platgebrande kastelen, een vernielde kerk en vertrapte akkers het resultaat. Het volgende grote strijdtoneel, de beeldenstorm van 1566, bracht Heemskerk geen al te grote schade toe. De strijd tegen Spanje ging echter niet ongemerkt aan Heemskerk voorbij. Op kasteel de Assumburg werden Spanjaarden gelegerd, die aan het plunderen sloegen. Een totale verwoesting was het gevolg. Gedurende een vijftal jaren werden de akkers nauwelijks bebouwd en stonden ze bij gebrek aan onderhoud van de waterkeringen gedeeltelijk onder water. * 
Vermoedelijk vond deze vernieling plaats in de periode 1572-1576. *  De economische gevolgen waren van een zodanige omvang dat het ambachtsbestuur nog in 1587 genoodzaakt was, om vanwege de door landeigenaars geleden schade een verzoekschrift tot de Staten van Holland te richten voor een vermindering van de aanslag in de verponding. *  Aan het einde van de 18e eeuw leden de Heemskerkse boeren onder het door Engeland ingestelde handelsboycot. De grootste schade leden zij tijdens de slag om Castricum in 1799: de veldslag van Nederlandse en Franse troepen met de in Den Helder gelande Engelse en Duitse troepen. Bijna elk Heemskerks gezin werd toen het slachtoffer van plundering. * 
1.1. Middelen van bestaan en bevolkingsopbouw
1032 Ambachts- en Gemeentebestuur van Heemskerk (Gemeente Heemskerk)
Inleiding
1. Plaatsbeschrijving
1.1.
Middelen van bestaan en bevolkingsopbouw
Afgeleid uit gegevens over het aantal haardsteden had Heemskerk in 1477 348 inwoners en in 1494 ongeveer 366. * 
In 1514 is het aantal gestegen tot 462 en in 1620 tot 720. Vervolgens is er tot het einde van de 18e eeuw sprake van een daling. Woonden er in 1674 nog 694 mensen in Heemskerk, in 1795 was dit aantal gedaald tot 548. De eeuw daarna stijgt de populatie langzaam. Verspreid over de 19e eeuw komen we bevolkingsaantallen tegen van 673 in 1815, 809 in 1840, 1329 in 1869 en 2316 in 1899. * 
Hoofdmiddel van bestaan in Heemskerk was de landbouw. Dit is af te leiden uit de Enqueste ende informatie over de landen van Hollant en Vrieslant van 1494 en de 'Informacie van Hollant ende Vrieslant van 1514' *  , maar ook uit het in 1674 samengestelde kohier van het familiegeld dat inzicht geeft in de beroepsstructuur. * 
In 1811 blijkt de landbouw nog steeds steeds het hoofdmiddel van bestaan te zijn. Vlas, hennep, haver, gerst en rogge zijn in deze tijd de producten die worden verbouwd. Zo'n 72% van de mannelijke beroepsbevolking is dan in de landbouw werkzaam. * 
Veeteelt was aanzienlijk minder van belang. De niet bebouwde graslanden dienden hoofdzakelijk voor de schapenteelt. * 
Overigens blijkt dat in het midden van de 18e eeuw de bevolking van Heemskerk en omgeving zo'n 40% van de grond in in bezit heeft. De adel heeft dan 30% van de grond, mensen van buiten de regio 17% en kerken, kloosters en gasthuizen ruim 16%. * 
In 1812 is van de totale grond in Heemskerk meer dan de helft in handen van drie eigenaars, waarbij het aandeel van de heer van Heemskerk zelf, met 622 morgens, het grootste is. * 
De economische depressie die in 1878 begon en de groei van de steden waren de redenen dat veel boeren overstapten van graan op tuinbouwproducten. Deze producten moesten naar Beverwijk of Castricum worden vervoerd, waarna ze met de trein of boot naar Amsterdam, Engeland en Duitsland werden getransporteerd. * 
Aan het begin van de 20e eeuw was er nog steeds sprake van een hoofdzakelijk agrarische gemeenschap. Industrie kende men niet en het aantal ambachtslieden was zeer beperkt. * 
1.2. Waterhuishouding
2. Kerkelijke zaken
3. Bestuursgeschiedenis
4. Het archief en de verantwoording van de inventarisatie
5. Aanwijzingen voor de gebruiker
6. Lijst van ambachtsheren
7. Literatuuropgave
Inventaris
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1539-1928
Omvang in meters:
35,75
Periode documenten:
(1518) 1539-1928 (1974)
Openbaarheid:
openbaar
Raadpleegmogelijkheid:
Gebruiksinformatie:
Inventaris inv.nrs. 1-855. Lijst van ambachtsheren, 1248-1858, zie paragraaf 6 in de inventaris. Index op plaatsaanduidingen, namen van personen, bedrijven en instellingen zie rubriek 11 in de inventaris. Het archief vertoont hiaten. Zo ontbreekt een belangrijk deel van de notulen van de gemeenteraad uit de periode 1814-1830 en van de notulen van Burgemeester en Wethouders ontbreekt het gedeelte tot het jaar 1868. Inv.nrs. 668-681 (bevolkingsregisters met dienstbodenregisters, 1850-1919), inv.nrs. 682-690 (gezinskaarten, ca. 1896-1939), inv.nrs. 691-694 (alleenstaandenkaarten, ca. 1899-1939) en inv.nrs. 702-717 (index op de bevolkingsregisters, gezins- en alleenstaandenkaarten, 1850-1939) zijn alleen digitaal of op microfiches te raadplegen. Inv.nrs. 834-855 (registers van de burgerlijke stand geb. akten, 1811-1892, huw. akten, 1811-1920, overl. akten, 1811-1947 en meerjaren- en jaartafels) en inv.nr. 833 (huwelijksaankondigingen; met bijlagen, 1810-1825) zijn alleen op microfiches te raadplegen. De huwelijksbijlagen, 1811-1922, zijn op microfilms te raadplegen in de studiezaal. De huwelijksbijlagen, 1923-1932, zijn in origineel aan te vragen in de studiezaal. Voor het raadplegen van de huwelijksbijlagen is het nummer van de huwelijksakte nodig. Akten van latere jaren zijn opgenomen in het archief van de Ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Heemskerk, 1863-1961.
Gegevens over personen vóór 1811 zijn te vinden in de kerkelijke doop-, trouw- en begraafboeken, die in kopie te raadplegen zijn in de studiezaal. Wilt u zien welke gegevens al online beschikbaar zijn, raadpleeg dan de landelijke website WieWasWie.nl of kijk op www.noord-hollandsarchief.nl/ik-zoek/mijn-voorouders.
Gemeente:
Heemskerk