386 Provinciale Inspectie en tehuizen voor de Bijzondere Jeugdzorg Noord-Holland te Den Haag
386
Provinciale Inspectie en tehuizen voor de Bijzondere Jeugdzorg Noord-Holland te Den Haag
Inleiding
Reeds in 1941 werd door de Nederlandse regering in ballingschap een begin gemaakt met de voorbereidingen, die noodzakelijk waren met het oog op de bevrijding van Nederland. Tot de voorbereidingen behoorden in hoofdzaak de maatregelen tot uitoefening van militair gezag na de capitulatie door de bezetter. Een commissie werd benoemd met als opdracht de oorlogswet van 1899 te herzien. De commissie adviseerde de oude wet tijdelijk buiten werking te stellen en de bevoegdheden van het Militair Gezag in een bijzonder wetsbesluit te regelen.
Op 28 januari 1943 werd bij beschikking van de minister van Oorlog het Bureau Militair Gezag, kortweg Militair Gezag (MG) ingesteld. Op 14 september 1944 trad het Besluit op de Bijzondere Staat van Beleg (BBSB), bestemd als grondslag voor de werkzaamheden van het Militair Gezag, in werking.
6. Archief en inventarisatie
386 Provinciale Inspectie en tehuizen voor de Bijzondere Jeugdzorg Noord-Holland te Den Haag
Inleiding
6.
Archief en inventarisatie
laatste wijziging 05-08-2016
De archieven van de provinciale inspectie en tehuizen voor de Bijzondere Jeugdzorg in Noord- Holland werden in 1973 overgedragen aan de Tweede Afdeling van het Algemeen Rijksarchief. De archieven werden in 1988 overeenkomstig art. 13, lid 2 van de Archiefwet 1962 overgedragen aan het Rijksarchief in Noord-Holland, thans Noord-Hollands Archief geheten. De omvang van de archieven bedroeg circa 32 meter. De archieven zijn fragmentarisch. Correspondentie van een groot aantal tehuizen ontbreekt, evenals periodieke verslagen en notulen van de vergaderingen van provinciale inspecteurs. De archieven verkeerden bij overdracht in een slechte materiële en ongeordende staat. Bedacht moet worden dat na de oorlog een zorgvuldig administratief en archiefbeheer geen prioriteit had. Bovendien was er een groot gebrek aan materiële voorzieningen (typemachines, schrijfpapier en andere kantoorbenodigdheden). De ordening van de archieven was overwegend chronologisch. In een aantal gevallen werden bundels gevormd, alfabetisch op onderwerp.
De bestaande ordening is gehandhaafd.
Vermenging van archieven tussen provinciale inspectie en tehuizen werd ongedaan gemaakt. In een aantal gevallen (bijv. de tabellarische kasboeken) kon niet worden vastgesteld of archivalia thuishoorden bij de inspectie of tehuizen. In deze gevallen gaf het opschrift op de stukken de doorslag.
De voor vernietiging in aanmerking komende bescheiden werden afgezonderd. Het betrof in hoofdzaak: financiële administratie (met uitzondering van dagboeken en accountantsrapporten); salaris- en personeelsadministratie (loonstaten, spaarkaarten e.d.); magazijn- en voorraadadministratie.
De oorspronkelijke omvang kon na vernietiging worden teruggebracht tot circa 22 meter.
laatste wijziging 16-12-2023
327 beschreven archiefstukken
Plaatsingslijst
laatste wijziging 16-12-2023
327 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1946-1949
Omvang in meters:
23,90
Periode documenten:
(1945) 1946-1949 (1950)
Openbaarheid:
gedeeltelijk openbaar
Opheffing openbaarheidsbeperking:
toestemming archiefvormer
Raadpleegmogelijkheid:
Gebruiksinformatie:
Plaatsingslijst nrs. 1-327. Nrs. 58 en 307 ontbreken. Nrs. 59-65, 78-102, 121-170, 187-189, 194-195, 200, 208-209, 211-212, 216, 224-226, 234-237, 242, 250-251, 255, 259, 272-273, 278, 290-295, 309-315, 317-325, 327 zijn tot 1 januari 2045 niet openbaar.
Categorie:
laatste wijziging 16-12-2023
327 beschreven archiefstukken