1748 Buitendijkse Buitenveldertse Polder onder Amstelveen en Amsterdam
1748
Buitendijkse Buitenveldertse Polder onder Amstelveen en Amsterdam
Inleiding
De Buitendijkse Buitenveldertse Polder is gelegen in de gemeenten Amsterdam en Amstelveen en werd vroeger begrensd door het Nieuwe Meer ten noorden, de Rietwijkeroorderpolder en de Schinkelpolder ten westen en de Amstelveenseweg ten oosten. In het verlengde lagen vroeger de Legmeerplassen, waarvan een groot gedeelte aan de polder behoorde. Het vormde een waterschap met de Thamerbuitenpolder, de Uithoornse Polder en de Kalslagerpolder.
In 1876 werd de aan de polder toebehorende oppervlakte van ruim 961 hectare water en ruigte in de Legmeerplassen verkocht aan de Maatschappij tot Droogmaking van de Noorder-Legmeerpolder. Bij overeenkomst van 3 januari 1877 werd bepaald, dat de sinds 1674 bestaan hebbende conventie tussen de Buitendijkse Buitenveldertse polder en de Kalslagerpolder werd opgeheven. Door de daarop gevolgde droogmaking van het Noorder-Legmeer heeft de polder een geheel zelfstandig bestaan gekregen.
De polder was voorheen gelegen in de gemeente Nieuwer-Amstel en was verdeeld in de Bovenlanden en de Benedenlanden.
De Benedenlanden werden gevormd door de Veenpolder in het noordelijk gedeelte van de Buitendijkse Buitenveldertse polder. In 1904 verleenden Gedeputeerde Staten van Noord-Holland concessie voor vervening van het noordelijk gedeelte van de polder. Bij besluit der Staten van 16 juli 1918 werd de Veenpolder in het noordelijk gedeelte van de Buitendijkse Buitenveldertse polder opgericht als zelfstandig orgaan. Deze Veenpolder werd bij besluit van 1 juli 1930 opgeheven, omdat hij door de voltooiing van de vervening zijn bestaansrecht als afzonderlijke rechtsgemeenschap verloren had. Bezittingen, schulden en archief zijn toen overgegaan naar de Buitendijkse Buitenveldertse polder. Het bijzonder reglement van die polder kende sinds die tijd afzonderlijke voorschriften voor de Bovenlanden en de Benedenlanden.
De waterkeringen van de polder waren de Koenenkade ten noorden en het Schinkeldijkje ten zuiden. De eerste was in onderhoud bij de polder, terwijl het Schinkeldijkje bij overeenkomst van 27 november 1858 ten laste van de Schinkelpolder is gebracht, en later in onderhoud is overgegaan aan de Gemeente Aalsmeer.
De bemaling geschiedde eerst door de Koenenmolen, die in 1917 werd vervangen door een elektrisch gemaal aan de Koenenkade, en uitslaande op de Nieuwe Meer.
Ten gevolge van de uitvoering van het Bosplan werden alle gronden in de Benedenlanden vanaf 1933 door de gemeente Amsterdam onteigend. De overige gronden in de polder zijn daarna in gebruik genomen voor bebouwing.
laatste wijziging 23-05-2023
127 beschreven archiefstukken
5 gedigitaliseerd
totaal 441 bestanden
Inventaris
2. Stukken betreffende bijzondere onderwerpen
1748 Buitendijkse Buitenveldertse Polder onder Amstelveen en Amsterdam
Inventaris
2.
Stukken betreffende bijzondere onderwerpen
laatste wijziging 22-05-2023
5 gedigitaliseerd
totaal 441 bestanden
laatste wijziging 23-05-2023
127 beschreven archiefstukken
5 gedigitaliseerd
totaal 441 bestanden
Kenmerken
Datering:
1674-1978
Omvang in meters:
3,45
Periode documenten:
1674-1978
Openbaarheid:
openbaar
Raadpleegmogelijkheid:
Haarlem, Jansstraat, raadpleging mogelijk binnen 30 minuten
Gebruiksinformatie:
Inventaris inv.nrs. 1-127.
Gemeente:
Hoogheemraadschap van Rijnland, district Noord
Categorie:
laatste wijziging 23-05-2023
127 beschreven archiefstukken
5 gedigitaliseerd
totaal 441 bestanden