Menu

Uw zoekacties: R.-K. Bisdom Haarlem betreffende staties en kloosters te Haarlem

2106 R.-K. Bisdom Haarlem betreffende staties en kloosters te Haarlem

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
7. De Commanderij S. Joannes Baptista der Johannieters
7.1. Inleiding
2106 R.-K. Bisdom Haarlem betreffende staties en kloosters te Haarlem
7. De Commanderij S. Joannes Baptista der Johannieters
7.1.
Inleiding
Deze commanderij, ook wel S. Jansconvent genoemd, dankt zijn ontstaan aan Gerard van Tetrode, kanunnik van S. Marien te Utrecht. *  Deze schonk in 1310 zijn huizen en erven, welke hij in Haarlem bezat aan het Utrechtse huis van S. Jan en S. Catrijnen, om deze als klooster in te richten. Nog hetzelfde jaar bekrachtigde bisschop Gwy van Avennes deze schenking en konden de ridders van S. Jan in Haarlem hun intrede doen.
Oorspronkelijk als dubbelklooster gesticht, vindt men maar zelden van vrouwelijke leden melding gemaakt. Toen in 1312 de orde der Tempeliers door paus Clemens V werd opgeheven, gingen de Haarlemse conventualen met al hun bezittingen tot de orde van de Johannieters over. Waarschijnlijk heeft Jacob van Denemarken, bisschop van Zuda en vicaris-generaal van de bisschop van Utrecht, uit deze pas verworven eigendommen in 1316 een prachtig kloostergebouw doen optrekken, waaraan hij het volgend jaar de thans nog bestaande kerk toevoegde. Dit klooster heeft dikwijls tot verblijfplaats gediend voor de graven van Holland, die de commanderij met vele gunsten overlaadden. Op 2 april 1319 schonk Willem III hun de kerk van Heemskerk en 24 november 1328 die van Hazerswoude en Zoeterwoude, waaraan Philips van Bourgondië op 16 november 1447 de kerk van Beverwijk toevoegde. Deze stond hun ook de heergewaden af. *  Het huis te Haarlem was niet een op zich zelf staand convent, dat door een eigen kapittel bestuurd werd, maar een fraterhuis van de Landcommanderij te Utrecht, die de commandeur benoemde en de jurisdictie uitoefende. 18 april 1469 echter werd het huis souverein en konden de conventualen in het vervolg zelf hun commandeur of praeceptor kiezen. Bij afwezigheid werd zijn plaats door de prior vervuld. De cellerarius droeg zorg voor het tijdelijk beheer en was ook de biechtvader der kloosterlingen. Het klooster stond in de Jansstraat, waar voorheen het rusthuis der Ned. Herv. Gemeente zich bevond en strekte zich met de bijgebouwen, de tuin en de boomgaard en het daarachter gelegen gasthuis, over de gehele oppervlakte uit, welke thans door de Jansstraat en de Ridderstraat begrensd wordt. Dit gasthuis, gelegen in de Wijngaardstraat was in 1390 door Dirck de Roeper gesticht. Hij had daarvoor 4 kleine huisjes aangewezen, waarin de praeceptor zes ouden van dagen moest onderhouden. * 
Tijdens het beleg van Haarlem is het klooster op 2 april 1573 geplunderd en verwoest. De conventualen wisten zich door de vlucht te redden. Na hun terugkeer werden zij in het beheer hunner bezittingen hersteld, totdat in 1625 bij de dood van de laatste commandeur, Andries van Souwen, alle eigendommen aan de stad vervielen. Alleen de kerk herinnert nog aan deze eens zo bloeiende stichting. Sinds 1936 doet zij dienst als gemeentelijke archiefbewaarplaats. Ook de archivalia van de commanderij worden voor het grootste gedeelte daar bewaard. Zie ook Warmond ch. 156 en Monasticon Batavum, deel II, 82.
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1355-1881
Omvang in meters:
3,90
Periode documenten:
1355-1881 (1902)
Openbaarheid:
openbaar
Raadpleegmogelijkheid:
Gebruiksinformatie:
Inventaris inv.nrs. 1-490 en aanvulling nrs. DT 1-2, 14-20, 42. Inv. nrs. 9-10, 62-68, 70, 74, 75 (gedeeltelijk), 77-86, 88 (gedeeltelijk), aanvulling nrs. DT 1, 14, 16-19 zijn in fotokopieën aanwezig in de studiezaal. Indexen op inv. nrs. 62-70 (doopboeken, 1629-1724) op achternaam/patroniem, voornaam, moedersnaam en doopgetuigen in de vorm van kaartenbakken in de studiezaal. Indexen op inv.nrs. 77-80 ( trouwboeken, 1629-1693) op bruidspaar en trouwgetuigen in de vorm van kaartenbakken in de studiezaal. Regesten in: P.M. Verhoofstad, 'Inventaris der archieven van kerken, kloosters en staties (..)', Haarlem 1959.
Gemeente:
Haarlem