Menu

Uw zoekacties: R.-K. Bisdom Haarlem betreffende staties en kloosters te Haarlem

2106 R.-K. Bisdom Haarlem betreffende staties en kloosters te Haarlem

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
10. Het Klooster S. Maria Mater Domini ter Zijl
10.1. Inleiding
2106 R.-K. Bisdom Haarlem betreffende staties en kloosters te Haarlem
10. Het Klooster S. Maria Mater Domini ter Zijl
10.1.
Inleiding
In een giftbrief van 17 september 1372, waarin voor het eerst van deze stichting wordt melding gemaakt, worden de zusters genoemd "susteren van der derden oirde den beginne" *  dus tertiarissen van de derde orde van S. Franciscus, begijnen. Reeds vrij spoedig bezaten zij een kapelletje aan de H. Franciscus toegewijd. In 1395 bouwden zij een convent en gingen tot het kloosterleven over. In de loop der tien volgende jaren verleenden de wereldlijke autoriteiten hun goedkeuring, waarbij het klooster onder de schutse van Sint Maarten werd gesteld. Toen in 1404 de bisschop van Utrecht de kloostervereniging had erkend, *  schonk ook de pastoor haar de gewone privileges. (1408) * 
Vanaf 14 april 1428 dateert haar overgang tot de orde van S. Augustinus en haar incorporatie bij het kapittel van Sion. Sindsdien noemden zij zich "nonnen regularessen van Zijl". In den beginne werd het bestuur door een meesteres uitgeoefend, *  terwijl na 1428 een priorin, ook wel mater genoemd, aan het hoofd van het convent stond, en een procuratrix de wereldlijke belangen behartigde. *  Het geestelijk bestuur voerde de rector, pater of confessor. Deze functie werd door een regulier vervuld, wat uit verschillende charters blijkt. Steeds wordt er van "broeder" gesproken *  , in tegenstelling tot de seculieren, die met "heer" betiteld worden. Door de vele bezittingen mag deze stichting tot de rijke kloosters gerekend worden. Klein begonnen - in 1370 bezaten zij slechts één huis in de Zijlstraat - heeft dit convent zich steeds meer en meer uitgebreid. In 1421 werd de kapel door een kerk vervangen; *  in 1457 is de kapel verbouwd en het kerkhof, aan de zuidzijde gelegen, geconsacreerd. *  13 mei 1493 gaf de stadsregering verlof het klooster te vergroten. * 
Verder vindt men nog melding gemaakt van een vernieuwing van de refter in 1553, bij welke gelegenheid de stad een fraai glas-in-lood raam aanbood. *  Na de algehele voltooiing grensde het complex ten oosten aan de Smalle Oudegracht, ten zuiden aan de Raaks, terwijl de hoofdingang zich in de Zijlstraat bevond. Tijdens de reformatie werd ook het Zijlklooster opgeheven en de goederen gesequestreerd. Gedurende de jaren 1582 tot 1589 diende een gedeelte der gebouwen tot verblijf voor de paltsgravin Amalia, weduwe van Hendrik van Brederode. Daarna is het verkocht. De kerk heeft nog tot het begin van de 19de eeuw bestaan, gebruikt voor allerlei doeleinden, als opslagplaats van turf voor de generale aalmoezenier, voor ammunitie en in de Franse tijd zelfs als paardenstal. De klok op de toren regelde tot 1818 het vertrek der veerschuiten, welke de verbinding met Leiden onderhielden. Later is op deze terreinen het post- en telegraafkantoor gebouwd.
De archiefstukken over verschillende plaatsen verspreid zijn goed bewaard. Zie Monasticon Batavum, deel I, 95 en deel II, 80. Warmond: 93 H 32; 93 A 12; 93 A 15; ch. 51-53.
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1355-1881
Omvang in meters:
3,90
Periode documenten:
1355-1881 (1902)
Openbaarheid:
openbaar
Raadpleegmogelijkheid:
Gebruiksinformatie:
Inventaris inv.nrs. 1-490 en aanvulling nrs. DT 1-2, 14-20, 42. Inv. nrs. 9-10, 62-68, 70, 74, 75 (gedeeltelijk), 77-86, 88 (gedeeltelijk), aanvulling nrs. DT 1, 14, 16-19 zijn in fotokopieën aanwezig in de studiezaal. Indexen op inv. nrs. 62-70 (doopboeken, 1629-1724) op achternaam/patroniem, voornaam, moedersnaam en doopgetuigen in de vorm van kaartenbakken in de studiezaal. Indexen op inv.nrs. 77-80 ( trouwboeken, 1629-1693) op bruidspaar en trouwgetuigen in de vorm van kaartenbakken in de studiezaal. Regesten in: P.M. Verhoofstad, 'Inventaris der archieven van kerken, kloosters en staties (..)', Haarlem 1959.
Gemeente:
Haarlem