Met de reorganisatie in 1991 van het gehele bestuurlijke en ambtelijke apparaat in Haarlem, zijn de oorspronkelijke diensten en bedrijven, inclusief de secretarie, omgevormd tot zeven sectoren. Alle sectoren behartigen één of meerdere beleidsvelden, waarbij beleid en uitvoering zijn geïntegreerd.

De sector Natuur en Milieu is ontstaan uit de Dienst Gemeentereiniging, Haven en Marktwezen, de Dienst Hout en Plantsoenen en Begraafplaatsen (HPB) en een (beleids)afdeling van de secretarie. De sector Natuur en Milieu had drie vakafdelingen te weten: Natuur en Landschap en Educatie (NL), Reiniging Afvalverwerking en Technische Dienst (RATD) en Milieuzaken (MIL). Daarnaast was er een stafbureau en een Bureau Sector Ondersteuning (BSO). Een van de taken van het stafbureau was het bijstaan van de sectordirecteur en het Sector Management Team, (SMT) in de sturing, beheersing en coördinatie van het natuur en milieubeleid.
De afdeling Natuur en Landschap beschikte over circa 20 posthuizen *  in de stad van waaruit het personeel het groen en de begraafplaatsen beheerde. Het aantal posthuizen is in de loop der tijd drastisch verminderd.
In de periode 1991 tot 1997 waren er zeven sectoren in de gemeente Haarlem. Dit waren de sectoren Bouwen, Wonen en Economie (BWE), Gemeente Werken (GW), de sector Natuur en Milieu (NM), de sector Brandweer, de sector Educatie, Sport, Recreatie en Cultuur (ESRC), en de sector Welzijn, Sociale Zaken en Gezondheid (WSZG).
In 1998 vond er weer een reorganisatie plaats, waarbij de sectoren Bouwen, Wonen en Economie (BWE) Gemeentewerken (GW) en Natuur en Milieu (NM) werden samengevoegd tot twee sectoren genaamd Stadsbeheer (SB) en Stedelijke Ontwikkeling (SO). De sector Natuur en Milieu heeft dus bestaan van 1991 tot en met 1997.

De afdeling Gewestelijk Milieubureau (GMB) werd beschouwd als 4e vakafdeling van de sector, maar maakte formeel deel uit van het Gewest Zuid-Kennemerland. Deze afdeling vormde organisatorisch weliswaar een onderdeel van de organisatie van het Gewest Zuid-Kennemerland, maar ressorteerde functioneel onder de sector Natuur en Milieu, voor zover het de door Haarlem overgedragen taken betrof. Deze vormden 85 a 90% van het werk van genoemd bureau. Ook het vuiloverlaadstation (VOST) was een organisatorisch onderdeel van het gewest Zuid-Kennemerland. De directeur van de sector Natuur en Milieu (Ir. A. de Koeyer) was tevens directeur van het VOST. Hieruit vloeide een nauwe relatie voort tussen de afdeling RATD (de vroegere dienst Gemeentereiniging, Haven en Marktwezen), waarvan Ir. A. de Koeyer ook directeur was, en het vuiloverlaadstation VOST.

De sector Natuur en Milieu werd een bekend begrip in Haarlem, ook al heeft de sector slechts een korte periode als organisatieonderdeel bestaan. Een deel van haar bekendheid kwam voort uit de activiteiten die werden ontplooid op het gebied van natuur en milieu door het Natuur- en Milieucentrum Ter Kleef. Medewerkers van de afdeling Natuur, Landschap en Educatie verzorgden hier de contacten met het primair en voortgezet onderwijs.
De sector bood, inclusief een aantal van circa 30 medewerkers van de sociale werkplaats, enkele inhuurkrachten en stagiaires, werk aan circa 400 personeelsleden. Hiervan werkten er circa 290 in de buitendienst.

Hoofddoelstelling van de sector was te zorgen voor een gezond leefmilieu in de gemeente Haarlem, waarbij het verbeteren van de dienstverlening aan de burgers van Haarlem centraal werd gesteld.

Concrete zaken waarmee de sector zich bezighield waren:
- Het verwijderen van afval op een efficiënte en milieuvriendelijke manier.
- Het aanleggen, beheren en onderhouden van openbaar groen .
- Beheer en onderhoud van begraafplaatsen en crematorium.
- Reinging van wegen, terreinen en wateren.
- Ongediertebestrijding.
- Energie- en drinkwaterbeleid.
- Het verstrekken van milieuvergunningen en het handhaven van de regelgeving op dat gebied.
- Het wegwerken van milieutechnisch en hygiënisch onaanvaardbare situaties, het handhaven van de algemene milieunormen, zoals die worden gesteld door de nationale overheid.
- Het voorkomen van een verdere aantasting van bodem, lucht, water e.d.

Door de vorming van een sector Natuur en Milieu, werd het mogelijk bijna alle gemeentelijke natuur en milieutaken in één organisatie te integreren. In de sector was een systeem van zelfbeheer en contractmanagement ingevoerd. Het zelfbeheer in de wijken was een organisatievorm met korte lijnen op de werkvloer. De buitendienstmedewerkers kregen meer verantwoordelijkheid. Het zelfbeheer in de wijken werd vanuit de posthuizen, de steunpunten van de dienst, gecoördineerd.
Hier hadden de buitendienstmedewerkers contact met de buurtbewoners en kon op een snelle en eenvoudige manier worden overlegd.