Bibliotheek
De bibliotheek van het Noord-Hollands Archief heeft een grote collectie boeken, tijdschriften en andere publicaties en bezit heel veel historische kranten uit Noord-Holland en dorpen en steden uit de regio. Een overzicht van nieuwe aanwinsten is hier te bekijken.
148 zoekresultaten
sorteren op:
Titel | Auteur | Jaar | |
---|---|---|---|
Waterkryghs-praetje, tusschen verscheyde persoonen; of Derde missive, aen een particulier vriend. Waer in wort aengewesen 't Vervolgh vande waterkrijgh; en hoe dat Leyden en Amsterdam aen vers water konnen komen | Verduyn | 1670 | |
Ontwerp en beschryvinge om het soet water uyt de riviere de Vegt op driederley wyse te brengen binnen de stad Amsterdam; en vervolgens door de geheele stad, om yder huys met soet en vars water te voorsien. Mitsgaders fonteynen te maken, daer men 't begeerd... | Sandra | 1684 | |
Berigt wegens de wateren, deser stede Amsterdam; Mitsgaders een verklaring op de nevens-gaande kaart: waarin vertoont worden, de water-boesems ofte polders der selver stede | Stalpaert | 1687 | |
Aanmerking op de Propozitie ofte voorstel, en de aenneminge van het zoet-water te geleiden in de huizen van de burgers van Amsterdam, gemaakt en in 't ligt gegeven door Jean Louis Gilbert, ridder, heer de Toussicourt | Gilbert | 1687 | |
Philosophice ende mathematice waterspeculatien, t'samen gestelt ende bevordert, omme de Roovaert ende haven van Sevenbergen : Op dat alle geinteresseerde ende konst-lievende, uyt deselve, ende op afgeteeckende caarten mogten sien, wat aldaer aen de water-loop schort, ende hoe de voorsz vaar-waters geholpen konnen werden. Hier zijn ook by gevougd remedien ende voorslagen tot verbeteringe van de Maas: mitsgaders van den Neder-Rhijn, ende de Ysel | Held | 1691 | |
Beschryvinge van de schade en raseringe aan de zee-dyken van Noort-Holland en West-Vriesland, door de worm in de palen en de daar op gevolgde storm, en vervolgens : Waar by komt een beschryving van een nieuwe water-machine, opgeregt in de Wieringer Waart of Nieuwe Syp in 't jaar 1731 en 1732 | 1732 | ||
Ontwerp-beschryving ten einde zoet waater op driederley verscheidene wyzen, uit de reviere de Vegt te geleiden, binnen Amsteldam : bekleed met redenvoeringen, toeleidende om zoet, vars waater te vinden en te doen opkoomen uit het vaste Muider Zand, waar op deze stad, gedeeltelyk is geleegen : herdrukt, en gemeen gemaakt, ter geleegenheid der onderneeminge sommiger verbondene, om deze stad, door ingravinge, op 't Amstelkerk-Veld, overvloedig te verzekeren van zoet, vars welwaater | 1740 | ||
Korte deductie, daer in vertoont wert, in welker voegen de provintie van Hollant, het Neder-sticht ende de stadt Utrecht tegens alle invasien des vyands kan gedefendeert werden, sonder nochtans der selver landen door het water te doen ondervloeyen | Roy | 1744 | |
Waterbeschryving der Vereenigde Nederlanden : waarin alle de verscheidene wateren, die deeze landen bespoelen, beschreeven zyn, en aangeweezen word, hoe de overstroomingen in dezelven konnen plaatse hebben : verryky met eene zeer naauwkerige kaart der rivieren de Rhyn, de Waal en de Maas, in de landschappen Gelderland, Holland en Utrecht | Dautun | 1771 | |
Twee verhandelingen over de verbetering der ontlastinge van Rhynlands boezem-water; en het project der doorgraavinge uit het Wyker-Meir naa de Noord-Zee | Brunings | 1772 | |
Derde verhandeling over de verbetering der ontlastinge van Rhynlands boezem-water; en het project der doorgraavinge uit het Wyker-meir naa de Noord-zee : met aanmerkingen van den schryver der tweede verhandelinge, by welken men onder anderen, tracht te doen zien, dat de gemelde doorgraaving een krachtdadig hulpmiddel zyn zoude, om de steeds toeneemende verondieping van het Ye en derzelver nadeelige gevolgen, zo voor Holland in 't algemeen, als voor de steden Haarlem en Amsterdam in het byzonder, te voorkoomen | Brunings | 1773 | |
Vervolg der aanmerkingen op de verbetering der ontlasting van Rhynlands boezemwater in het Ye : behelzende een onderzoek naar den eersten oorsprong van den gebrekkigen toestand van Rhynlands waterstaat, en van het bederf van het Noorder Spaaren, als mede van de aanslyking van het Ye en de Wykermeer | Steenstra | 1774 | |
Aanmerkingen op de verbetering der ontlasting van Rhynlands boezemwater op het Ye, en het project van doorgraaving uit de Wyker-Meer naar de Noord-Zee | Steenstra | 1774 | |
Tweede vervolg der aanmerkingen op de verbetering der ontlasting van Rhynlands boezemwater in het Ye : waar in de onderlinge betrekking van de scheepvaart van Amsterdam over Pampus en voor de stad, met die van Noord- en Zuid-Holland naar en door het Spaarne [...] uit de waare en natuurlyke gesteltenis van het Ye wort aangewezen | Steenstra | 1776 | |
Keure en ordonnantie, aangaande de wateren der stad Amsterdam | 1795 | ||
Stukken betrekkelijk eene uitwatering voor de Vijf Heerenlanden, door den Alblasserwaard : uitgegeven op last van heeren dijkgraaf en hoog-dijk-heemraden van den Alblasserwaard | 1807 | ||
Beschouwing over de uitstrooming der opper Rijn- en Maas-wateren door de Nederlandsche rivieren tot in zee : benevens de overwegingen dezer beschouwing van de heeren Goudriaan, Van Utenhove, Moll en Donker Curtius | Blanken | 1819 | |
Verhandeling over den tegenwoordigen ongunstigen waterstaat in het noordelijk gedeelte van het Koninkrijk der Nederlanden : onderzoek welke de natuurlijke herstellingsmiddelen zijn, zoo voor onze gebrekkige wateropmalingen als ter droogmaking van veenplassen, mitsgaders, op welke wijze men op onze gevaarlijke kusten bij stormen door ongevaarlijke loodsbooten, met bekwame loodzen, het binnenkomen der schepen kan bevorderen, of bij verongelukken, zoo veel mogelijk menschen en goederen te redden ware, en, eindelijk, hoe door eenen optegeven zeemeter, de zoo lang gezochte bestendigen voortgang van een schip op zee, met medehulp van een goed secunde horologie, de snelheid der stroomen, en zoo na mogelijk de afdrijving der schepen uit de zeilkoers zouden te vinden zijn, ter bekoming van de ware lengte op zee | Zillesen | 1823 | |
Waterloop-kundige proeven, gegrond op waarnemingen der stroomssnelheid, en berekening van de hoegrootheid des vermogens der uitwatering van den boezem van Rijnland, door het kanaal bij Katwijk, gedaan in december 1807 en januarij 1808, door directeuren belast, destijds, met de executie der werken tot dezelve uitwatering F.W. Conrad, A. Blanken Jz.. en S. Kros, overgelegd (na overlifen van eerstgemelden), aan de wel edele heeren hoogheemraden van Rijnland, als commissarissen ter executie der voorz. werken, door de twee laatstgemelde directeuren, nader ontwikkeld door voorstelling van de grondslagen, op welke deze proeven rusten en voorbereid zijn geworden | Kros | 1823 | |
Aanmerkingen en bedenkingen van H.J. van der Wijck, op de Proeve van een ontwerp tot sluiting van de rivier den Neder-Rhijn en Leck, en het storten van derzelver water op den IJssel, gedrukt en uitgegeven te Nijmegen, bij de wed. J.C. Vieweg en zoon, 1821 | Wijck | 1823 | |